Emma van der Vos over het inperken van inkomensongelijkheid
De beloning van topbestuurders leidt in Nederland vaak tot hevige commotie. Ministers worden opgetrommeld in de Kamer, waar ze het ‘gegraai’ aan de top van het bedrijfsleven dan hartgrondig plegen te veroordelen. Daar blijft het dan ook bij. De aanpak van miljoenensalarissen lijkt een taboe. 'Al is er voor de overheid juridisch gezien geen reden tot terughoudendheid', meent Zuidasadvocaat en promovenda Sociaalrecht Emma van der Vos.
Volgens Van der Vos die deze week in Leiden promoveert op onderzoek naar de beperkingen die gelden bij wettelijk ingrijpen in topbeloningen, 'is vaak betoogd dat hier allerlei juridische zaken haken en ogen aan zitten. Er zouden zelfs mensenrechten in het geding zijn'. Het viel ook op dat mensen die over mensenrechten beginnen zelf vaak heel rijk zijn, aldus Van der Vos in het FD.
Haar proefschrift laat echter zien dat de overheid over een ruime marge beschikt om bijvoorbeeld inkomensongelijkheid te bestrijden. 'Ik ben niet tegen hoge beloningen. Het afbreukrisico is reëel, maar Van der Vos vindt het moeilijk te begrijpen dat dat de kloof zo groot moet zijn. Er zijn heel veel mensen die bij ontslag een andere baan moeten zoeken. Waarom wordt dat bij hogeropgeleiden als disproportioneel gezien? Een arbeidsovereenkomst is geen levensverzekering'.