Onderzoek naar de toekomst van de arbeidsmarkt ontvangt 3,4 miljoen euro
fotografie: ANP
Een internationaal consortium onder leiding van Olaf van Vliet heeft een Horizon Europe subsidie van 3,4 miljoen euro gewonnen. In het onderzoek staat centraal hoe wereldwijde sociale veranderingen zoals migratie, digitalisering en de klimaattransitie de arbeidsmarkt beïnvloeden en wat daar de gevolgen van zijn voor de sociale zekerheid en politieke voorkeuren.
Onze arbeidsmarkt is aan verandering onderhevig. Denk aan werk dat wordt overgenomen door robots of AI (kunstmatige intelligentie) waardoor er minder banen komen in een bepaalde sector en er krimp van de werkgelegenheid ontstaat. Aan de andere kant worden door bijvoorbeeld de energietransitie in de duurzaamheidssector nieuwe banen gecreëerd. Zo is er enorm veel vraag naar installateurs van warmtepompen. ‘Werk verschuift en daardoor krijg je mobiliteit op de arbeidsmarkt’, legt projectleider en hoogleraar Olaf van Vliet uit, ‘zover is de arbeidsmarkt nog niet altijd en dan zien we de personeelstekorten in sommige sectoren oplopen’. In dit kader wordt vaak arbeidsmigratie genoemd als mogelijke oplossing. Tegelijkertijd weten we dat dit politiek gevoelig ligt.
Drie hoofdvragen staan centraal
Mede-aanvrager Eduard Suari-Andreu: ‘In dit multidisciplinaire onderzoek - TransEuroWorkS genaamd - richten we ons op drie hoofdvragen. Hoe beïnvloeden migratie, digitalisering en de klimaattransitie (denk aan het uitfaseren van fossiele energiebronnen) de arbeidsmarkt in Europa? Hoe kunnen de EU en de lidstaten weerbaarder worden en beter inspelen op deze veranderingen? En wat zijn hiervan de gevolgen voor het welzijn van mensen en de sociale zekerheid?’
Met andere woorden: hoe zorg je voor een inclusieve, proactieve welvaartsstaat die klaar is voor de arbeidsmarkt van de toekomst. Een welvaartsstaat waarin de negatieve effecten verzacht worden door sociale bescherming en waarin de voordelen op een eerlijke manier worden verdeeld.
Interdisciplinair onderzoek
Naast verschillende Europese universiteiten en denktanks (zie kader) werken ook diverse maatschappelijke organisaties zoals de OESO (Organisatie voor Europese Samenwerking en Onderzoek) en het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) mee in het project. Het team in Leiden, dat gestart is vanuit het stimuleringsprogramma Social Citizenship and Migration, zal zich vooral richten op de effecten van de toegenomen mobiliteit van werknemers en de interactie daarvan met het sociale zekerheidsbeleid. De onderzoeksgroep bestaat naast Olaf van Vliet en Eduard Suari Andreu uit Daniel Alves Fernandes, Zeynep Balcioglu Tasma, Anna-Lena Nadler en Briitta van Staalduinen. Het onderzoeksproject is ook ingebed in het Leiden-Delft-Erasmus Centre on the Governance of Migration and Diversity. Zo neemt ook de TU Delft deel aan TransEuroWorkS, door onderzoek te doen naar de arbeidsmarkteffecten van de klimaattransitie. De deelname van zowel de Universiteit Leiden als de TU Delft versterkt volgens Van Vliet de banden tussen deze twee universiteiten in het kader van de Leiden-Delft-Erasmus alliantie.
Kick-off op 18 januari
Tijdens een conferentie komende woensdag in Leiden worden de onderzoeksplannen toegelicht. Van Vliet: ‘Alle betrokken partners zijn aanwezig om hun deel van het onderzoek te presenteren. We kijken er erg naar uit om de komende vier jaar met dit project aan de slag te gaan.’
Tekst: Margriet van der Zee
Afbeelding: ANP
Consortium en stakeholders
Het consortium bestaat naast de Universiteit Leiden uit: Universiteit van Kopenhagen, Universiteit van Kent, University College Dublin, Universiteit van Genève, Universiteit van Barcelona, CEPS (Center for European Policy Studies), CELSI (Central European Labour Studies Institute), TU Delft en Zabala Innovation. Verder zijn de volgende stakeholders bij het project betrokken: Het Europees Vakbondsinstituut (ETUI), Business Europe, Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), Eurofound, COFACE - Families Europe, Europese Arbeidsautoriteit (ELA), Europees Instituut voor Gendergelijkheid, EU Science Hub, European Centre for Social Welfare en Policy Research en het CPB.