Met VR-brillen en rubberen handen merken pubers hoe vatbaar ze zijn voor fake news
Reportage fotografie: Rob Dorresteijn
Onder de naam BrainTrain trekken onderzoekers van de Universiteit Leiden langs middelbare scholen om adolescenten weerbaarder te maken tegen desinformatie op nieuwsmedia en hun socials. In een bruisende les ontdekken leerlingen hoe makkelijk hun brein is te foppen. ‘Man, ik kreeg een hartaanval.’
‘Mogen we al naar binnen?’ Twee jongens uit een 3-atheneumklas op het Bonifatiuscollege in Utrecht steken hun hoofd om de hoek van het klaslokaal. Die gretige houding zie je misschien niet altijd bij leerlingen op een middelbare school, maar nu gaat er iets bijzonders gebeuren. Normaal gesproken krijgen ze nu geschiedenis; vandaag komen prof. Dr. Sterre van Riel, dr. Eline Boom en dr. Demi van ’t Wout van de Universiteit Leiden langs om een gastles te geven. ‘Wij onderzoeken de invloed van voeding op de groei en ontwikkeling van ons brein’, legt Sterre uit. ‘Eerst vertellen we iets over hoe de hersenen werken, daarna gaan jullie dat zelf ook ervaren. Om te beginnen: wat weten jullie over het brein?’ Vingers gaan de lucht in. ‘Je kan niet zonder leven’, zegt een leerling. Een ander: ‘Er is een linker- en een rechterkant die elkaar aanstuurt.’
Pindakaas
Goede antwoorden, waarop Sterre haar uitleg over de hersenen voortbouwt. ‘Je kunt het brein zien als een soort wegennetwerk waarop elektrische signalen en chemische stofjes worden doorgegeven. Je brein is zo zacht als pindakaas. Het limbische systeem, in het midden van je hersenen, regelt je emoties. Voorin zit je “volwassen” brein, dat ervoor zorgt dat je logisch kunt nadenken. Dat volwassen gedeelte ontwikkelt zich door tot je zo’n 25 jaar oud bent.’
De groep luistert nog steeds met aandacht.
‘Omdat dat volwassen deel nog niet is ontwikkeld, hebben jonge kinderen en jongvolwassenen moeite met dingen filteren. Daarom zie je als je jong bent bijvoorbeeld nog niet dat het je oom is die Sinterklaas speelt. Jullie weten hopelijk al dat Sinterklaas niet bestaat.’ (gelach) ‘Op jullie leeftijd is het sociale deel van je hersenen helemaal uitontwikkeld. Daarom hebben jullie ook een grote interesse in sociale dingen doen.’ Tot slot deelt Sterre een feitje dat ze net hebben ontdekt. ‘Chocolade is goed voor je brein, omdat daar een stofje in zit dat breothomine heet. Je brein wordt er flexibel door en kan daardoor goed groeien.’ De klas veert op, en een jongen pakt door: ‘Dus we moeten meer chocola eten?’ Een meisje in de buurt vraagt: ‘Geldt dat ook voor witte chocola?’ ‘Goeie vraag!’, lacht Sterre. ‘Nee, het geldt vooral voor pure chocola’. Teleurstelling stroomt door het lokaal.
Gemeen
Dan stapt plotseling collega Eline naar voren. ‘Sterre, volgens mij klopt er iets niet aan jouw verhaal.’ Er verschijnt een dia, met drie feiten over de hersenen die net door Sterre zijn verteld aan de klas, waaronder het nieuwtje van de chocola. Eén van deze feiten, zeggen de onderzoekers, klopt niet. Welke? De klas gaat meteen met elkaar discussie. Het antwoord blijkt het onderzoeksresultaat over de chocola te zijn, informatie die door het grootste gedeelte van de groep werd geloofd. ‘Dat vind ik gemeen’, zegt een meisje achterin.
Schok
Tijd voor wat onthullingen. Sterre, Eline en Demi: ‘Wij staan hier in onze mooie jasjes, en we werken ook echt bij de universiteit, maar wij studeren nog en Sterre verzorgt de communicatie over hersenonderzoek van de universiteit’ Ook doen de drie dames geen onderzoek naar hersenen en voeding, maar kijken ze naar het brein en menselijk gedrag. Een schok gaat door de ruimte. ‘De media doet dit ook vaak’, zegt Sterre. ‘Ze sturen je brein op een bepaalde manier waardoor je heel snel in nepnieuws kunt trappen.’ Leerling: ‘Dus jij bent geen hoogleraar?’ Sterre: ‘Nee.’ Een andere leerling fluistert: ‘Dat dacht ik al, ze is heel jong. Mijn vader is hoogleraar, en die is zestig.’
Nieuwe linkerhand
Kun je ook zelf ervaren dat je brein je voor de gek houdt? Jazeker wel. De klas wordt opgesplitst voor twee experimenten. Bij het eerste experiment gaat één dappere leerling voor de klas aan een tafeltje zitten met een schot erop. Zijn linkerhand ligt links van het schot. Ook krijgt hij een jas omgehangen, waaraan een rubberen nephand is bevestigd. Deze arm en hand liggen rechts van het schot. ‘Dit is je nieuwe linkerhand’, zegt Demi. ‘Concentreer je op je nieuwe linkerhand.’ Ze raakt daarbij met twee zachte doeken aan beide kanten van het schot zowel de echte linkerhand als de ‘nieuwe’ linkerhand aan. In opperste concentratie staart de leerling naar de kunsthand. ‘Het voelt alsof het mijn echte hand is’, lacht hij wat ongemakkelijk. Het is muisstil in het lokaal. Dan maakt Sterre vanuit het niets een razendsnelle beweging en slaat met een liniaal op de nephand. De jongen slaakt een kreet en springt omhoog, toeschouwers slaan hun hand voor hun mond. Hij keert terug naar zijn eigen stoel, nog wrijvend over zijn echte hand, die in de verste verte niet geraakt is. ‘Wohw! Holy shit, ik schrok.’ ‘Hoe komt het dat je zo reageert?’, vraagt Demi aan de klas. De groep weet het antwoord al: ‘Je brein laat je denken dat je pijn hebt aan je echte hand.’ De proefleerling zit er nog steeds beduusd bij. ‘Man, ik kreeg een hartaanval’, fluistert hij tegen zijn vriend.
Boven de afgrond
In een ander lokaal vindt nog een spectaculair experiment plaats, nu met een VR-bril. Leerlingen lopen eerst over een doodnormale plank op de vloer. Daarna krijgen ze een VR-bril op. Ze stappen nu in een lift die hen naar de bovenste verdieping van een wolkenkrabber brengt. Zodra je de lift uitstapt zie je opnieuw de plank, maar dan boven een enorme afgrond. Onmiddellijk beginnen de lijven van de proefpersonen, zodra ze de plank oplopen, te wiebelen omdat ze koste wat kost hun evenwicht willen bewaren. ‘Ik heb hoogtevrees!’, roept een van de proefkonijnen. Het brein wordt op overtuigende manier om de tuin geleid. Een van de jongens gaat na zijn avontuur weer zitten. Zijn vriend voelt aan zijn borst en constateert dat zijn hart als een wilde tekeer gaat. De jongen voelt zelf ook aan zijn lijf en slaat daarna vol ongeloof met zijn handen op z’n voorhoofd.
Filteren
Na de pauze komen alle leerlingen weer bij elkaar. Sterre, Demi en Eline vertellen wat meer over het verband tussen het makkelijk te foppen brein en nepnieuws. ‘Wat ik nu ga zeggen is echt waar’, benadrukt Sterre. ‘Het gedeelte in de hersenen dat belangrijk is voor je sociale activiteiten maakt bij adolescenten een groeispurt door, terwijl het voorste deel zich nog ontwikkelt. Dat voorste deel zorgt ervoor dat je prikkels om je heen kunt filteren en daarmee voor je vermogen om te reflecteren op of iets echt of nep is.Wat betekent dat voor jullie?’ ‘Dat we dom zijn’, fluistert een toehoorder. ‘Dat we minder goed kunnen filteren’, roept iemand anders. Sterre: ‘Mensen van alle leeftijden hebben moeite om waar van niet waar te onderscheiden, maar tieners hebben er vaak iets meer moeite mee.’
Fake nieuws herkennen
Daarom gaan Sterre, Demi en Eline helpen. Hoe kun je fake nieuws herkennen, vragen ze aan de klas. De scholieren weten zelf al heel wat op te noemen. ‘Kijken naar de website.’ ‘Het nieuws checken bij websites die je vertrouwt.’ ‘Logisch nadenken.’ ‘Soms staan er spelfouten in berichten.’ ‘Soms staat de brenger van het nieuws bekend als een fake nieuws-site.’ ‘Je kunt de auteur opzoeken.’ De docenten voegen daar nog een paar herkenningstips aan toe. Zoals: ‘Kijk naar de titel en de foto, zijn die heel opvallend? Levert een artikel ook bewijs voor de beweringen die erin staan? Is er sprake van veel drama in een bericht?’
Whisky als hoestdrank
Als laatste onderdeel van de les krijgen de leerlingen in groepjes allerlei nieuwsberichten voorgeschoteld, onder meer over whisky als hoestdrank en een onderbroek die je aan twee kanten kunt dragen. Aan de hand van een checklistmoeten de groepjes bepalen hoe betrouwbaar ze het bericht vinden. De les duurt inmiddels meer dan anderhalf uur, maar van vermoeidheid onder de leerlingen is nog weinig te bespeuren. De klas bruist, de groepjes gaan vol energie aan de slag. En met humor. ‘Jíj bent fake news!’, grapt iemand.
Samen nemen trainers en leerlingen de goede antwoorden door, welk bericht was echt en welk niet? De hoofdboodschap van de les is duidelijk: niet alles wat je hoort, voelt, ziet, denkt en leest is waar… maar je weet waar je op kan letten! Als beloning voor hun harde werk krijgen de leerlingen chocola. Omdat het zo goed is voor je brein, zullen we maar zeggen.
Meer weten over het aanvragen van een BrainTrain-les? Kijk op https://www.circlenl.com/outreach.html of neem contact op met braintrain@fsw.leidenuniv.nl.
Tekst: Jan Joost Aten
Foto's: Rob Dorresteijn
Wat vonden de leerlingen van de les?
Meisje (15): ‘Best interessant, met die proefjes. Ik was verbaasd toen ze zeiden dat het nieuws over de chocola niet echt was, het voelde zo logisch. Soms vraag ik me wel af of dingen die ik lees echt zijn, maar niet de hele tijd. Op sociale media was ik überhaupt niet zo bezig om dingen te checken, dat ga ik nu wel meer doen. Het was heel leuk om op deze manier, in zo’n les, er meer over te leren. Normaal gesproken zou het onderwerp me niet echt aanspreken.’
Jongen (15): ‘Ik had ook echt niet zien aankomen dat het onderzoek over chocola niet echt was. Het klonk namelijk logisch en de studenten zagen er ook heel overtuigend uit, met hun nette jasjes aan enzo. Ik vond het echt een leuke les, ik denk dat ik het onderwerp fake nieuws nu wel wat serieuzer ga nemen.’
Wat vond de docent?
Ruben van Riel is docent geschiedenis op het Bonifatiuscollege in Utrecht.
‘Het is een heel waardevolle les, want het laat zien op ervaringsniveau dat hersenen iets waarnemen wat niet echt hoeft te bestaan. Het fop-element, en hoe snel dat om de hoek komt kijken, komt duidelijk naar voren. Het gebruik van de VR-bril is daarbij een heel overtuigend voorbeeld. Ook de manier waarop de leerlingen iets leren over informatievoorziening is interessant. Er worden een paar voorwaarden geschapen waarbij je denkt dat de informatie uit het eerste gedeelte van de les toch klopt. Dat is belangrijk, want dat gebeurt “in het echt”, dus op media, ook. Ook daar worden je hersenen ‘gestuurd’.
Ik zou deze les zeker aanraden, om meerdere redenen. Hij is praktisch goed uitvoerbaar, want de universiteit neemt zelf bijna alle materialen mee. Het is ook geschikt voor verschillende jaarlagen, zowel mijn 3e klas als 5e klas atheneum reageert er heel goed op. Het is fantastisch om te zien hoe enthousiasmerend de les werkt. De informatie wordt op een goede, komische manier gebracht en sluit goed aan op de belevingswereld van leerlingen.’
Onderzoeksprogramma Sociale veerkracht en veiligheid
‘BrainTrain’ is een initiatief van het interdisciplinaire onderzoeksprogramma ‘Sociale veerkracht en veiligheid’ van de Universiteit Leiden. Onderzoekers uit diverse wetenschappelijke takken werken samen om te kijken hoe mensen op mentaal vlak weerbaarder gemaakt kunnen worden tegen fenomenen van de moderne maatschappij, zoals onveiligheid op sociale media, geweld en onzekerheid.
Zie ook: https://www.universiteitleiden.nl/onderzoek/stimuleringsprogrammas#sociale-veerkracht-en-veiligheid