Wetenschap en missie: Jan Willem Erisman in de Europese Soil Mission Board
Jan Willem Erisman wilde als kind al dingen beter maken. Als hoogleraar Duurzaamheid en Milieu is hij daarom ook buiten de universiteit actief. Hij staat bekend als de stikstofprofessor: in de media, maar ookin de Tweede Kamer legt hij het stikstofprobleem uit. Recent trad hij toe tot de Europese Soil Mission Board om te helpen iets te doen aan toenemende bodemproblemen. Vijf vragen aan deze bevlogen wetenschapper.
Waarom bent u zo actief naast uw wetenschappelijke werk en stapt u in deze bodemcommissie?
‘Al op de basisschool had ik de drang om dingen in de wereld beter te maken. Ik wilde uitvinder worden om mensen te helpen met oog voor milieukwaliteit. Ik had ook politicus of beleidsmaker kunnen worden, maar ik vind: het begint bij inhoud, feitelijkheid. Ik heb altijd bij kennisinstellingen gewerkt, maar uiteindelijk besefte ik dat het tijd werd om meer te doen dan alleen kennis te ontwikkelen. Ik ben weliswaar getraind als atmosferisch wetenschapper, maar gedurende mijn carrière heb ik gezien dat de basis van het leven een gezonde bodem is.’
Waarom heeft de EU juist de bodem tot een van haar vijf beleidsspeerpunten gemaakt?
‘Het belang van een gezonde bodem wordt onderschat. Het kost de natuur honderden jaren om één vierkante centimeter vruchtbare grond te maken, en wij kunnen die in een dag afbreken. We beseffen te weinig dat we er zuinig op moeten zijn, het is de basis van ons leven. Wel zestig tot zeventig procent van de Europese bodems is niet gezond. De problemen variëren van erosie, afnemende vruchtbaarheid en oprukkende woestijn, tot te veel betegeling en vervuilde grond in steden.’
Hoe gaat deze bodemcommissie een verschil maken?
‘Naast wetenschappers zitten er ook bijvoorbeeld boeren in. We willen honderd projecten selecteren waarin wetenschappers concreet aan de slag gaan met boeren, bedrijven en andere partijen die invloed hebben op de bodemkwaliteit. Dat gebeurt in zogeheten living labs, buiten-laboratoria in de eigen omgeving van de betrokkenen. Zo werken ze samen aan oplossingen voor de bodem, maar ook aan de randvoorwaarden zoals verdienmodellen. Een boer kan namelijk niet goed voor de bodem zorgen zolang hij vastzit in een systeem waar alleen hoge en goedkope productie centraal staat.’
U bent enthousiast over living labs?
‘Living labs zijn een goede methode om verandering te versnellen. Je onderzoekt namelijk niet alleen barrières en oplossingen, maar implementeert ze ook meteen en al doende leer je wat wel of niet werkt. Die versnelling is hard nodig, want grote maatschappelijke veranderingen zijn essentieel om milieuproblemen en klimaatverandering te stoppen en dat gaat te langzaam. Ik raakte betrokken bij projecten waarin ik bijvoorbeeld samen met melkveeboeren op Schiermonnikoog en in de Vrouwe Vennepolder (Polderlab) natuurinclusieve landbouw op gang help te brengen. En met de Herenboeren zorgen we voor duurzame lokale voedselvoorziening.’
‘Ik heb erg goede ervaringen met living labs in de zoektocht naar duurzame en rendabele landbouw. Steeds werken wetenschappers van diverse disciplines samen met boeren, bestuurders en andere betrokkenen die in hun eigen omgeving te maken krijgen met doelen en randvoorwaarden van bovenaf, zoals bodemverbetering of stikstofreductie.’
Wat doet de de Nederlandse overheid met de uitkomsten van onderzoek in living labs?
‘Helaas monitort de overheid niet wat er in living labs gebeurt. Dat is precies wat de Europese Unie wel wil doen. Er komen platforms voor uitwisseling tussen de lidstaten, en de EU wil met oplossingen uit living labs bereiken dat 70% van de bodems in 2030 duurzaam wordt beheerd. Parallel hieraan werkt de Europese Commissie aan een bodemwet. De bodem moet via zo’n wet een stem krijgen bij elk besluit van industrie en overheid .
De Europese Soil Mission Board
De EU heeft vijf beleidsspeerpunten geformuleerd: naast een gezonde bodem zijn dat klimaatadaptatie, kankerbestrijding, waterkwaliteit en klimaatneutrale steden. De Soil Mission Board met vijftien leden bestaat sinds 2018 en wil adequate oplossingen vinden voor grote problemen met de bodem. Oud-landbouwminister Cees Veerman is voorzitter. Jan Willem Erisman is net toegetreden voor een periode van vier jaar. Hij gaat helpen onderzoeksprojecten te selecteren en zet zich in voor meer aandacht voor de bodem bij publiek, industrie en overheid.’
Tekst: Rianne Lindhout