LIFF-directeur Ratna Lachmansingh: ‘Ik heb zoveel lol gehaald uit mijn scriptie’
fotografie: Monique Shaw
Als student schreef Ratna Lachmansingh haar scriptie over horrorfilms. Nu is ze directeur van Leiden International Film Festival.
Drie weken voor het begin van het festival is Lachmansingh teruggekeerd van zwangerschapsverlof. ‘Dat is niet het ideale moment, als iedereen het al zo druk heeft’, concludeert ze. ‘Tegelijkertijd kan ik door mijn verlof met wat meer afstand naar het festival kijken en denken: jeetje, wat hebben we een tof programma.’
Via film de wereld verkennen
En Lachmansingh kan het weten, want haar liefde voor film zit diep. Als student schreef ze al haar papers en scripties over films – ook al studeerde ze eigenlijk literatuurwetenschap. ‘Tijdens mijn tussenjaar na de middelbare school ging ik met een vriend mee naar een college van Frans Willem Korsten. Hij vroeg ons om op te schrijven wie we waren. Daarna zei hij: “je hebt waarschijnlijk je naam, je leeftijd en je studie opgeschreven, maar je bént die dingen niet.” Ik vond dat heel mooi, maar ook gek. Dit was toch literatuurwetenschap, waarom ging het dan over identiteit? Toen ben ik me in het vakkenpakket gaan verdiepen.’
Via boeken, films en schilderijen heb je de kans om naar biologie, filosofie, economie te kijken.
De studie literatuurwetenschap bleek breder dan ze had verwacht. ‘Via boeken, films en schilderijen heb je de kans om naar biologie, filosofie, economie te kijken. Ik vond het supermooi om zo de maatschappij te kunnen bestuderen en niet één onderwerp te hoeven kiezen. Dat werd ook aangemoedigd. Docenten zeiden: “pak maar wat je wilt pakken als onderwerp, zolang je de theorie maar toepast.” In Lachmansinghs geval betekende dat een scriptie over horrorfilms als Night of the Living Dead, The Fly en Alien Resurrection. ‘Ik heb daar zoveel lol uit gehaald! Ik schreef over de maatschappelijke betekenis van zombies, maar ook over gender en het menselijk lichaam.’
Regelen dat alles goedkomt
Ook naast haar studie hield ze zich bezig met film. Ze had een bijbaan bij het Kijkhuis en ging al snel als vrijwilliger aan de slag bij wat toen nog het Leids Filmfestival heette. ‘Dat was een soort ontdekkingstocht naar waar ik goed in was en wat ik leuk vond. Het bleek dat productie me goed afging: lekker regelen dat alles goedkomt.’ Toch sloeg na een paar jaar de twijfel toe. ‘Ik deed de productie naast mijn vaste baan aan de Universiteit Leiden en mijn hobby’s. Dat was op een gegeven moment eigenlijk niet meer te combineren. Net toen ik eraan dacht om te stoppen, kwam de positie van zakelijk leider van het filmfestival vrij.’
Lachmansingh ging betaald aan de slag en stroomde dit jaar door naar de positie van algemeen directeur. ‘Het is interessant om meer op grote lijnen na te denken over het festival. Wie zijn we? Waar willen we naartoe? En wat hebben we daarvoor nodig? Op basis daarvan hebben we deze zomer een meerjarenplan geschreven.’
Een eclectisch filmfestival
Een van de dingen die de bezoeker daarvan gaat merken, is de indeling van de films in drie pijlers: Extraordinary, Independent en Emerging. ‘We waren altijd eclectisch en dat zijn we nog steeds, maar deze drie pijlers vormen onze nieuwe festivalidentiteit. Daarbinnen vind je van alles, van voorpremières tot films van talentvolle makers en films die de helft van het publiek geweldig vindt, terwijl de andere helft denkt “wat gebeurt hier?”
Mijn hart gaat nog steeds harder kloppen van horrorfilms.
En waar de festivaldirecteur zelf het meest naar uitkijkt? ‘Nude Tuesday kan ik erg aanraden. Dat is een Nieuw-Zeelandse film in een verzonnen taal. Het is zo supergoed gedaan. De tekst komt echt over als een taal en het is supergrappig. Daarnaast ben ik altijd blij als wij Leidse filmprojecten hebben om te vertonen. Als festival focussen wij ons in principe op feature films, maar films van Leidse bodem vormen daarop een uitzondering. Zo hebben wij dit jaar de première van Hideous Henk, een animatiserie gemaakt door de Leidse regisseur en animator Junaid Chundriga en de documentaire Competente Rebellen waarin Jan Stap en René Lamers potentiële schooluitvallers op het mbo laten zien. Verder vind ik zelf Mona Lisa and the Blood Moon erg leuk, een film met thriller- en horrorelementen. Die is misschien niet voor iedereen, maar mijn hart gaat daar nog steeds harder van kloppen.’