Universiteit Leiden

nl en

Alumna Maaike Kempes onderzoekt een betere afweging voor jonge delinquenten

Als enthousiaste natuurliefhebber begon Maaike Kempes aan haar studie biologie aan de Universiteit Leiden. Nu is de alumna Bijzonder Hoogleraar Forensische Neuropedagogiek bij de Faculteit Sociale Wetenschappen. Ze onderzoekt hoe neurobiologie een rol speelt bij delinquent gedrag onder jongeren. ‘Het zijn net Ferrari’s zonder rem.’

‘Eigenlijk had ik bedacht dat ik biochemie wilde gaan studeren, met DNA en zo, dat leek me interessant,’ vertelt Kempes. ‘Daarvoor moet je scheikunde óf biologie gaan doen. Zo ben ik bij biologie uitgekomen in Leiden. De eerste twee jaar van mijn studententijd leefde ik een beetje onder een steen. Tot ik in mijn derde jaar lid werd van Asopos, de roeivereniging, en een sociaal leven begon op te bouwen. Het studeren zelf vond ik echt fantastisch. Ik ben heel leergierig en was zo’n student die altijd haar hand op stak als er een vraag werd gesteld.’ Terugkijkend is Kempes nog steeds blij met haar keuze. ‘Het voordeel van biologie is dat het heel breed is. Je leert goede onderzoeksvaardigheden en op een bètamanier denken. Biologie is gewoon een hele goede basis.’

Agressie bij kinderen en apen

Toch is Kempes niet verder gegaan in de biologie. Na haar bachelor heeft ze een medisch aanvullingsproject gedaan, waarbij je meedoet met de programma’s van biomedische wetenschappen en geneeskunde. Daarna is ze, via een stage in de medische farmacologie en een stage bij het Ministerie van VWS, promotieonderzoek gaan doen. Kempes: ‘Ik deed onderzoek in het UMC Utrecht naar agressief gedrag bij kinderen. Mijn ene promotor was een psychiater en mijn andere promotor was de bekende primatoloog Jan van Hooff.’ Haar onderzoek naar agressiviteit bij kinderen ging verder tijdens haar postdoc. Kempes legt uit: ‘Kinderen met agressieproblemen zijn niet per se vaker boos dan andere kinderen. De frequentie is hetzelfde. Maar áls deze kinderen boos zijn, dan zijn de rapen gaar!’ Ook heeft ze veel onderzoek gedaan met apen en zag ze veel gelijkenissen met de mens. Helaas kon het onderzoek niet worden voortgezet vanwege de economische crisis.

Maaike Kempes

Kempes is daarna aan de slag gegaan bij het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, waar ze onderzoek naar jeugd-tbs coördineerde. ‘Ik kwam erachter dat ik meer een wetenschapper was dan ik dacht.  Het coördineren stond voor mij te ver van het onderzoek. Ik werd altijd heel enthousiast als iemand over de onderzoeksresultaten vertelde, dat miste ik.’

Ferrari’s zonder rem

Nu werkt Kempes bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, het NIFP. Vanuit daar is ze bijzonder hoogleraar Forensische Neuropedagogiek aan de Universiteit Leiden. Deze leerstoel bestrijkt de kennis over hoe neurobiologie een rol speelt in de diagnostiek van mensen die delinquent gedrag vertonen. Het gaat met name over jongeren die met strafrecht in aanraking komen.

Kempes en haar team ontvingen een beurs om acht jaar lang onderzoek te doen naar factoren die meespelen bij het bepalen onder welk strafrecht 18- tot 23-jarigen worden veroordeeld: onder het jeugdstrafrecht of het volwassenstrafrecht. Tot 2014 viel je vanaf je 18e onder het volwassenenstrafrecht. Maar uit onderzoek is gebleken dat de emotionele ontwikkeling van de hersenen nog doorgaat tot iemand 30 jaar is. Daarmee is de capaciteit voor zelfbeheersing ook nog in ontwikkeling. Kempes: ‘Jongeren tussen de 18 en 30 zijn een soort Ferrari’s zonder rem. Je ziet veel drugsgebruik, ongelukken en ander risicovol gedrag in deze groep. Verreweg de meeste delinquenten zijn tussen de 16 en 30 jaar. Dit geldt voor álle soorten delicten. Als je veroordeeld wordt volgens het jeugdsysteem, krijg je veel pedagogische hulp en hulp bij je ontwikkeling, in tegenstelling tot bij het strafrecht voor volwassenen. Dit kan daarom nogal een verschil maken. We willen een soort toolkit ontwikkelen voor een betere beslissing onder welk strafrecht 18- tot 23-jarigen worden veroordeeld.’

Verbinder

‘Het multidisciplinair denken, wat ik nu ook doe in mijn werk, heb ik echt bij mijn studie biologie meegekregen. Het is natuurlijk heel waardevol om specialist te zijn, maar iemand moet al die juristen, neurowetenschappers en psychiaters met elkaar verbinden. De taak van verbinder wordt vaak onderschat. Ik vind het mooi dat ik deze rol kan vervullen, en dat mijn studie daaraan heeft bijgedragen. Mensen vragen mij wel eens of ik niet liever geneeskunde of pedagogische wetenschappen had gestudeerd. Mijn antwoord is steevast: Nee, als ik de keuze opnieuw zou moeten maken, zou ik zeker weer voor biologie kiezen.’

Tekst: Nynke Smits

Maaike Kempes
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.