‘We hebben alle vertrouwen in elkaars kunnen’
Na een lange aanloop is het voor Frank Takes en Matthijs van Leeuwen eindelijk zo ver. Samen worden ze de nieuwe opleidingsdirecteuren van het LIACS. Takes als OD van de bachelors en Van Leeuwen voor de masters. ‘We werken al jarenlang samen als collega’s,’ zegt van Leeuwen. ‘Toen ik hoorde dat Frank OD van de bachelors wilde worden, had ik daar dan ook alle vertrouwen in.’
Hoe voelt het om hier nu te zitten als OD’en?
‘We lopen ondertussen al een half jaar mee met het managementteam van LIACS.’ zegt Takes. ‘Het is dus wel een nieuwe taak, maar stiekem voelt het niet zo nieuw. Al is het wel gek dat wij nu plotseling diegene zijn die de eindbeslissingen moeten nemen. Die eindverantwoordelijkheid lag tot 1 september natuurlijk nog bij Marcello Bonsangue.’
‘We zijn uiteraard wel wat verantwoordelijkheid gewend,’ vult Van Leeuwen aan. ‘We hebben beide onderzoeksgroepen en geven eigen vakken met een paar honderd studenten. Nu komt er nog bij dat je zorgt dat het goed gaat in de onderwijsorganisatie, met de docenten en het curriculum. We moeten samen mensen gaan enthousiasmeren om hun initiatieven voor het instituut uit te werken. Dat is wel leuk.’
Dus het voelt nog niet als een grote verandering?
Van Leeuwen: ‘Dat valt nu nog mee, maar we moeten het nog beleven. We gaan bijvoorbeeld wel het instituut vertegenwoordigen in het maandelijkse OD-overleg. Dat stukje connectie met de faculteit hebben we nog niet eerder gedaan. Een leuke en nieuwe uitdaging.’
Takes: ‘Het is best spannend, want zeker een derde van de instroom van nieuwe studenten bij onze faculteit, doet een studie bij LIACS. Dus we hebben best een grote bulk en daarbij dus ook een grote taak. En we blijven maar groeien.’
Hoe hebben jullie die eerste dagen beleefd?
Takes: ‘Op de introductiedag van de bachelors heb ik de studenten dit jaar voor het eerste als OD toegesproken. Dat was leuk om te doen. Ik had namelijk op de fiets een anekdote bedacht in plaats van het typische praatje van de oude professor die zegt: "Kijk links van je, kijk rechts van je, straks zijn die er allemaal niet meer.”We hebben nu voor het eerst een Engelstalige bachelor en veel van die studenten zijn misschien nog nooit in Leiden of zelfs in Nederland geweest. Dus ik heb gezegd dat diegenen die naast hun vriendjes zaten, zich even moesten omdraaien en praten met iemand die alleen zat. Zo heeft iedereen aan het einde van de sessie iemand gesproken en voelt niemand zich meer alleen. Het was daarna tien minuten rumoerig, maar dat was juist de insteek.’
Een mooi doel om de studenten met elkaar te verbinden! Wat voor doelen willen jullie nog meer bereiken komende jaren?
Takes: ‘Als je een slechtlopende opleiding hebt, is het gemakkelijk om te zeggen dat je wil dat het beter loopt. Het is niet om op te scheppen, maar onze opleidingen lopen eigenlijk heel erg goed! Dus we willen er vooral voor zorgen dat dat zo blijft.’
Ons instituut blijft groeien dus we moeten er ook voor zorgen dat het voor de docenten interessant blijft om onderwijs te geven
Van Leeuwen: ‘Ons instituut blijft groeien dus we moeten er ook voor zorgen dat het voor de docenten interessant blijft om onderwijs te geven. Zowel de manier van lesgeven als de toetsing gaat toch net anders met grote groepen. We moeten het wiel niet zelf gaan uitvinden, maar samen nadenken hoe we dat aanpakken. Zo blijft het hopelijk voor iedereen haalbaar.’
Is de groei van het instituut de grootste uitdaging voor de komende jaren?
Takes: ‘Ik denk dat het ook wel een uitdaging is om met een veranderende groep studenten om te gaan. Zo zijn de achtergronden en verwachtingen over onderwijs van studenten uit het buitenland mogelijk anders. Presenteren bijvoorbeeld, is geen vaardigheid die ze overal zo intens aangeleerd krijgen zoals in Nederland. En een docent is niet in alle landen zo gemakkelijk benaderbaar als hier. Die diverse groep met succes het programma laten halen, dat lijkt me mooi. En dan bedoel ik niet dat iedereen moet slagen met tienen, maar dat de opleiding een goede vorming is voor de studenten.’
Gelukkig staan jullie er niet alleen voor! Kennen jullie elkaar al lang?
Van Leeuwen: ‘We zijn al jarenlang collega’s en werken in hetzelfde datascience cluster. Toen er op een bepaald moment gesprekken waren dat we misschien wel OD wilde worden, was het duidelijk dat we dit niet alleen zouden doen. Daarvoor is het instituut te groot geworden. Ik wist op een bepaald moment dat Frank de bachelors wilde doen en dacht: daar heb ik alle vertrouwen in.’
Takes: ‘Dat is zeker wederzijds!’
Jullie zijn dus al goed op elkaar afgestemd?
Van Leeuwen: ‘Onze visie komt behoorlijk overeen. Wanneer we voorheen samenwerkten, liep dat altijd heel gemakkelijk. Dat heeft mij over de streep gehaald. Je moet als twee OD’en goed overeenkomen en het eens kunnen zijn. Aan de ene kant hebben we wel verschillende taken, maar aan de andere kant moeten de visies en doelen wel op één lijn lopen. En dat maakt het ook heel fijn om een sparringpartner te hebben.’
Onze visie komt behoorlijk overeen. Wanneer we voorheen samenwerkten, liep dat altijd heel gemakkelijk
Takes: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat we niet in de val gaan lopen van het twee-kapiteins-op-één schip-probleem. Matthijs is heel betrouwbaar, secuur en koersvast. Dat is prettig samenwerken, want je weet waar je aan toe bent. En in het ergste geval kunnen we altijd nog een muntje opgooien als we het oneens zijn (lacht).’
Waar hebben jullie het meeste zin in?
Takes: ‘Het enthousiasme van de docenten zien en ervaren. En daar dan zo nodig een lijn in zien, aanbrengen of vinden om de toekomst mee vorm te geven. We willen dit zeker niet alleen doen, maar samen met dat enthousiasme van de studenten en docenten.’
Van Leeuwen: ‘En uiteraard een kleine bijdragen proberen te leveren aan het mooie AI- en computerscience-onderwijs van Leiden. Aan het begin verwelkom je de studenten en spreek je ze toe. Twee jaar later zie je ze werken aan hun afstudeerproject en een mooie scriptie schrijven. Als het daarna lukt om ze enthousiast te ziet uitzwermen naar uitdagende, nieuwe banen over de hele wereld, is dat heel erg mooi.’
Tekst: Inge van Dijck