Tijmen Pronk ontwikkelt MOOC: ‘Het is onze verantwoordelijkheid om kennis te delen’
Wat komt er eigenlijk allemaal bij de ontwikkeling van een ‘massive open online course’, een MOOC, kijken? Universitair docent Tijmen Pronk ontwikkelde op eigen kracht de cursus ‘Introduction to Comparative Linguistics of Indo-European Languages’. Hij vertelt over zijn motivatie en ervaringen.
Pronk kwam enkele jaren geleden samen met Sasha Lubotsky met het idee om een gratis MOOC te ontwikkelen over Indo-Europese taalkunde. Hij merkte dat er in de media grote interesse is voor onderwerpen die gerelateerd zijn aan Europese talen en het ontstaan ervan. Maar Pronk zag ook dat journalisten geen vaste plek hadden om meer kennis over het onderwerp op te doen. ‘Het voelde daarom als onze wetenschappelijke verantwoordelijkheid om onze kennis met anderen te delen,’ legt hij uit.
Van vormgeving tot video
Hoewel de MOOC nu staat als een huis, ging de ontwikkeling niet van een leien dakje. ‘Het is niet zo makkelijk om een MOOC te ontwikkelen,’ geeft Pronk toe. ‘Ik heb het in stapjes ontwikkeld. Eerst ben ik in 2019 met verschillende mensen gaan praten. Dat lijkt een tijd geleden, maar je moet alles zelf bedenken en ontwikkelen.’
Zo nam hij samen met twee student-assistenten – Lotte Meester en Laura Dees - het gehele productieproces op zich. Er werd nagedacht over de vormgeving van de cursus tot aan het produceren van uitlegvideo’s. ‘Voor de cursus hebben we twintig video’s gemaakt. Dan moet je de scripts schrijven en de video’s opnemen, maar dat is nog niet alles. Zo moet er ook beeldmateriaal geregeld worden en er mogen geen problemen zijn met het copyright. Dat kost allemaal tijd.’
Dingen uitproberen
Achteraf gezien vindt Pronk deze ongewone taken het leukste aan het productieproces. ‘Het ontwikkelen van een MOOC is heel anders dan het geven van een college. Tijdens een college heb je constant de gelegenheid om bij te sturen, ofwel op basis van vragen studenten of omdat je ziet dat het te langzaam gaat,’ vertelt hij. ‘Bij een MOOC moet je dat allemaal van tevoren inschatten. Als het eenmaal online staat, kun je moeilijk nog iets aanpassen. Je moet daardoor anders nadenken over onderwijs. Ik vond het leuk om samen met mijn student-assistenten nieuwe dingen uit te proberen. Het is een uitdaging, maar wel een leuke.’
Meer dan 3500 deelnemers
Ondanks de vele uren die Pronk met zijn team erin heeft gestoken, deed hij het met plezier. ‘Het is goed om de kennis uit jouw vakgebied te delen met een breder publiek. Daarnaast gaan we de opgenomen video’s ook gebruiken voor een eerstejaarscollege. Zo hebben we tegelijkertijd ons eigen onderwijs kunnen verbeteren,’ vertelt hij.
En ook niet onbelangrijk: inmiddels heeft de cursus meer dan 3500 deelnemers over de hele wereld aangetrokken. ‘Er zijn al een paar mensen die de cursus afgemaakt hebben en zij zijn enthousiast,’ zegt Pronk. ‘Ook in de discussies onder de lessen zie ik dat mensen de cursus interessant vinden. Dat is mooi om te zien.’
In de MOOC maken de deelnemers kennis met de Europese taalfamilie. In acht lessen leren ze hoe taal zich ontwikkelt en krijgen ze een introductie in de twaalf Europese taalgroepen. Iedereen met interesse in het onderwerp kan de MOOC volgen. ‘Maar het blijft wel een universitaire cursus waarbij een bepaald denkniveau wordt verwacht. Het is zo gemaakt dat iemand met enige achtergrondkennis over taalkunde, geschiedenis of archeologie in staat zou moeten zijn om het te volgen,’ licht Pronk toe.