Kritisch op de risico’s: onderzoek naar de ervaringen van een militair waarnemer
Historicus en majoor bij de Landmacht Dion Landstra onderzocht voor zijn promotie de effectiviteit van waarnemers in vredesoperaties op de Balkan tussen 1991 en 1995. Welke risico's zijn aanvaardbaar voor het handhaven en brengen van vrede? Zijn promotie is op 28 september.
Landstra vindt dat de politiek kritisch moet kunnen kijken naar de risico’s die militair waarnemers lopen. Zijn onderzoek laat zien dat bepaalde risico’s die op hoger strategisch en operationeel niveau geaccepteerd zijn, eigenlijk vermeden hadden kunnen worden. Er zijn dus risico’s genomen die niet aanvaardbaar waren voor de waarnemers zelf. ‘Daarin hebben de VN en de regering in Nederland steken laten vallen, zij bagatelliseerden en onderschatten bepaalde risico’s.’
Weinig geschreven over waarnemers
Bij het doen van literatuuronderzoek kwam Landstra erachter dat er maar weinig is geschreven over de militair waarnemers die in de jaren ‘90 dienden in de oorlog in het voormalig Joegoslavië. ‘Dat bevestigde dat ik een onderwerp op het oog had dat wetenschappelijk gezien nog ontbrak in de Nederlandse geschiedschrijving’, zegt Landstra. ‘Ik ben verkennend archiefonderzoek gaan uitvoeren op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York en bij de Europese Commissie in Brussel. De combinatie van interviews met oudgedienden en de mooie stukken die ik vond in de archieven leverde heel veel informatie op.’
‘Het interviewen van die mensen was een eyeopener. Ieder verhaal is uniek. En elke keer kwam er weer een wetenswaardigheid naar boven om verder te graven in de archieven en dingen boven water te krijgen, dat was heel bevredigend en vond ik fantastisch om te doen.’ Van zijn proefschrift verschijnt ook een publieksuitgave: ‘Informatiemakelaar en schietschijf’.
Het takenpakket van de militair waarnemer
Tussen 1991 en 1995 dienden ruim vierhonderd Nederlandse officieren als waarnemer. Ongewapend woonden en werkten zij tussen de lokale bevolking. Ze huurden dan een huis of woonden bij mensen in huis en betaalden huur. ‘De belangrijkste taak van zo’n waarnemer is het observeren van en rapporteren over de militaire situatie, maar ook over de politieke en economische toestand in het land. Daarnaast bemiddelen ze tussen de strijdende partijen en vervullen zij een liaisonrol.’ Omdat ze zo’n specifieke groep militairen zijn, functioneren de onbewapende waarnemers ook vaak als humanitaire hulpverleners, bijvoorbeeld in samenwerking met het Rode Kruis. ‘Vanwege hun militaire deskundigheid zijn ze als getuigen tevens subject matter experts op plekken waar andere eenheden, de pers of een NGO vaak (nog) niet komt als er oorlog woedt. Kortom: een ontzettend veelzijdig takenpakket.’
Neutraal maar betrokken
Als waarnemer word je geacht neutraal te zijn, maar vanuit de VN wordt ook betrokkenheid verwacht. Dat is soms een lastige spagaat. ‘Het kwam voor dat monitors een emotionele band opbouwden of verwant raakten met een van de strijdende partijen omdat zij maandenlang lief en vooral leed deelden, maar dat kan eigenlijk niet. Dat zijn ethische vraagstukken waar waarnemers geregeld mee worstelden. Voer ik heel neutraal mijn opdracht uit, of ben ik een goed mens? Die overpeinzingen komen in het onderzoek veel aan bod’, vertelt Landstra.
Naast dat waarnemers soms worstelen met hun positie in het nieuwe land, zijn er genoeg risico’s die kleven aan de baan. Die variëren van mijndreiging en bermbommen tot gerichte beschietingen, kapingen en berovingen. Vanaf 1994 besloot de VN vredesmacht om geweld te gebruiken om overtreders van gemaakte afspraken tot de orde te roepen en vrede af te dwingen. Als reactie daarop is er toen drie keer VN-personeel, waaronder tientallen waarnemers, gegijzeld. In het voorjaar van 1995 gebruikten de gijzelnemers de waarnemers zelfs als menselijk schild tegen luchtaanvallen. ‘Dat betekende dat er ze werden vastgeketend aan potentiële doelwitten zoals bruggen en hangars op vliegvelden. Dit heeft diepe sporen achtergelaten bij die mensen en geregeld voor langdurige geestelijke klachten gezorgd.’
Erkenning voor de veteranen
Ook mentaal gezien was er bij Defensie niet altijd genoeg hulp voor waarnemers. ‘Dat besef kwam te laat,’ zegt Landstra. ‘Bij terugkomst had de organieke eenheid geen flauw benul wat de waarnemer had meegemaakt.’ De oudgedienden die hij sprak vinden het heel prettig dat er nu een boek uitkomt over hun ervaringen. Zo voelen ze zich eindelijk een beetje erkend.
Op 18 oktober organiseert Defensie een symposium en reünie op het Nederlands Veteraneninstituut in Doorn voor de waarnemers die tussen 1991 en 1995 namens de VN en de EG/EU zijn uitgezonden naar de Balkan. Daar krijgen alle veteranen een exemplaar van Landstra’s boek uitgereikt.
Tekst: Imme Visser