Terroristen die internet gebruiken zijn minder succesvol
Er is te veel focus op online radicalisering zegt criminoloog Joe Whittaker. Het is maar een van de factoren die ervoor zorgt dat iemand zich ontwikkelt tot een terrorist. Uit onderzoek van Whittaker blijkt zelfs dat terroristen die internet gebruiken, minder succesvol zijn in het behalen van hun doel dan degenen die offline blijven. Hij verdedigt zijn proefschrift op 19 januari.
Whittaker kwam erachter dat internetgebruik een belemmering kan zijn voor een terrorist. Aan de hand van data onderzocht hij of hun plan, bijvoorbeeld een aanslag of reis naar Syrië, succesvol was. Het bleek dat terroristen minder succesvol waren als ze internet gebruikten. ‘Een vrouw maakte bijvoorbeeld van haar profielfoto op Facebook een IS-vlag en schreef op haar pagina hoe geweldig IS is. Een Facebookvriend rapporteerde dit, waarna Facebook dit weer meldde aan de FBI. Die begon vervolgens een onderzoek naar dit individu.’
IS-terroristen
Voor zijn onderzoek analyseerde Whittaker data van 201 IS-terroristen in de VS. Hij had een aantal criteria waaraan ze moesten voldoen voordat hij ze meenam in zijn onderzoek. Zo moesten de terroristen geïdentificeerd zijn als lid van IS, er moest een aanklacht tegen ze zijn, ze moesten contact hebben met andere IS’ers en onderdeel zijn van een plan. Denk bij dat laatste aan een aanslag of een reis naar Syrië of Irak.
Online versus offline
Uit zijn analyse blijkt dat terroristen internet heel veel gebruiken. Maar dat is volgens de promovendus niet verrassend. Want wie gebruikt er nou geen internet? Ook vergeleek hij het online en offline gedrag van de terroristen. Zaten ze bijvoorbeeld op social media in een netwerk van gelijkgestemden en deden ze dat ook offline? ‘Ik zag dat mensen die internet gebruikten bijna altijd ook offline deelnamen aan terroristische netwerken. Het beeld van iemand die op zijn slaapkamer achter zijn computer volledig in de ban raakt van terroristische propaganda blijft daarmee niet overeind.’
De vraag is of je zoveel moeite moet steken in het verwijderen van alle terroristische content.
Bescherming
Volgens Whittaker roepen zijn onderzoeksresultaten een interessante beleidsvraag op. ‘Op het vasteland van en in het Verenigd Koninkrijk zijn we erop gebrand om alle terroristische content van social media te verwijderen. Het is ook logisch dat we dat willen, want niemand wil op Facebook onthoofdingsvideo’s zien. Maar mijn onderzoek laat zien dat daar ongewilde consequenties aanhangen. De terrorist die een IS-vlag als profielfoto plaatste, kon zo worden gevonden. Als terroristen niet naar Facebook gaan, maar naar encrypted apps dan zijn ze meer beschermd van gerechtelijk onderzoek. Of je het nu leuk vindt of niet, dit soort terroristische platforms blijven bestaan.’ De vraag is dus of je zoveel moeite moet steken in het verwijderen van alle terroristische content op het internet.
Negeren
Daarnaast vindt Whittaker dat het voor politici en media makkelijk is om naar YouTube en Facebook als boosdoener te wijzen als het om radicalisering gaat. ‘Dat gebeurt zeker, maar online radicalisering is niet zo groot als we denken. Daarbij worden andere zaken vergeten waardoor mensen een terrorist worden. Denk aan een persoonlijk netwerk of opgroeien in een bepaalde wijk. Het is voor politici heel makkelijk om naar YouTube en Facebook te wijzen. Maar hierdoor kunnen ze grote maatschappelijke problemen, zoals bijvoorbeeld racisme en jihadistische netwerken, negeren.’
Tekst: Dagmar Aarts