Nieuwe hoogleraar Hanneke Hulst is een teamspeler
Hanneke Hulst bekleedt sinds 1 september de nieuwe Leidse leerstoel ‘Neuropsychologie in gezondheid en ziekte’. Daarnaast wordt Hulst vanaf 1 januari sectievoorzitter bij Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie. ‘GMN is mijn nieuwe honk. Ik ben benieuwd naar de mensen die er werken, wat ze doen en wat hen motiveert.’
Een teamspeler, dat is Hanneke Hulst ten voeten uit. Samenwerken aan wetenschappelijke vragen, onderwijsvernieuwing en het nieuwe erkennen en waarderen. In het Amsterdam UMC heeft ze met hart en ziel het onderzoeksgebied ontgonnen van mensen met de hersenziekte multiple sclerose (MS) en de impact van cognitieve problemen op hun kwaliteit van leven. ‘Het is na 14 jaar moeilijk om het vertrouwde Amsterdamse team achter te laten, maar ook tijd voor nieuwe uitdagingen.’
Ik heb in deze eerste maanden al zoveel gezien waarvan ik blij word. Kom maar op.
Beter begrip van gezonde en zieke hersenen
De nieuwe hoogleraar Neuropsychologie in gezondheid en ziekte is geïnspireerd door haar nieuwe collega’s bij Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie (GMN). ‘Ik heb in deze eerste maanden al zoveel gezien waarvan ik blij word. Bijvoorbeeld Liesbeth van Vliet met haar onderzoek naar empathie in de spreekkamer van de arts en wat empathie met je brein doet. Of Ineke van der Ham die fundamentele wetenschap combineert met technologische vooruitgang voor het navigatievermogen van mensen met hersenletsel. Ik kijk ernaar uit om met mijn nieuwe collega’s de passie voor hersenen en gezondheid te delen en stappen te maken naar een beter begrip van de gezonde en zieke hersenen. En om deze vernieuwende inzichten te implementeren in de gezondheidszorg. Kom maar op.’
Team science
Hulst vertrekt uit haar vertrouwde wetenschappelijke omgeving op de top van haar kunnen en met een groot internationaal netwerk. Natuurlijk wil ze continueren waaraan ze vanuit een persoonlijke drijfveer - haar moeder met MS - is begonnen en waar haar passie ligt. In Leiden zal ze haar onderzoekslijn voortzetten ondanks dat MS daar (nog) geen speerpunt is. Dit doet ze daarom deels met de mensen met wie ze heeft samengewerkt in Amsterdam, maar zeker óók met collega’s in Leiden. ‘Wetenschap stopt niet bij de grenzen van een afdeling, van een instituut of zelfs van een universiteit. Expertise haal je waar deze aanwezig is. Door unieke bijdragen til je een stukje kennis naar een hoger level met maximaal effect op de patiënt en omgeving.’
‘In een team werken betekent ook investeren in de samenwerking en leren elkaars ‘taal’ te spreken. Als je eenmaal goed op elkaar bent ingespeeld, dan komt dat ten goede aan het resultaat en aan het creatief denken van alle leden in het team. Hier geldt echt dat het geheel meer is dan de som der delen. Ik ben dan ook blij dat de waarde van Team Science steeds beter gezien wordt en óók dat ons eigen teamwerk vorig jaar is beloond met een subsidie vanuit de NWA-ORC.’ Ook haar promovenda die meekomt naar Leiden profiteert hiervan. Door de samenwerking met nieuwe collega’s wordt haar onderzoek gevoed vanuit een psychologische invalshoek, die zij anders onbelicht had gelaten.’
Breder dan MS
Hulst vindt het tijd om haar blik te verruimen en andere hersenaandoeningen te bestuderen. ‘Hoe zit het met de cognitieve functies bij mensen met epilepsie? En zien we de veranderingen in de hersenen na cognitieve revalidatie bij MS wellicht ook terug bij mensen met de ziekte van Parkinson?’ Naast zieke hersenen bestuderen, is snappen wat er in gezonde hersenen gebeurt minstens zo belangrijk. Daar ziet ze een mogelijke link met Cognitieve psychologie in Leiden. ‘Ik wil op alle fronten breder kijken. We gaan de komende jaren hopelijk veel leren over hersenfuncties. Ik verwacht inzicht te krijgen in hoe we die hersenfuncties het beste behouden bij mensen met een hersenziekte. Ik ben er van overtuigd dat voorkomen van cognitieve stoornissen beter is dan genezen.’
Brug tussen wetenschap en kliniek
Iets dat aan haar knaagt is de kloof die soms tussen wetenschap en zorg bestaat. ‘Wij wetenschappers zoeken naar antwoorden binnen een zogenoemde ‘research gap’. We zoeken naar verdieping en nieuwe inzichten. Maar we vergeten onszelf soms af te vragen of zorgverleners en patiënten dezelfde vragen hebben. Soms hebben zij te maken met heel andere problemen of kijken ze net vanuit een ander perspectief naar hetzelfde probleem. Nieuwe inzichten verwerven zonder directe toepassing, dat is uiterst belangrijk voor vernieuwing op de langere termijn. Maar we mogen de ‘quick wins’ voor de mensen die vandaag ziek zijn niet vergeten.’
Screening tool
‘Een concreet voorbeeld zijn de cognitieve stoornissen bij MS. De helft van de mensen met MS krijgt hiermee te maken, maar wijten deze problemen vaak aan andere oorzaken zoals een drukke baan of het managen van een gezin met kleine kinderen. Pas als het probleem geëscaleerd is, komt het ter sprake bij de neuroloog. Dan is het leed vaak al geschied en zijn er problemen op het werk en/of in de relatie. Om cognitieve stoornissen tijdig te identificeren, hebben wij een ‘screening tool’ ontwikkeld voor in de spreekkamer. Hierdoor zal het gesprek over cognitieve stoornissen op tijd worden gevoerd, wanneer de situatie nog niet geëscaleerd is. Zo’n tool helpt om gerichter zorg te leveren en vooral om de kwaliteit van leven te verbeteren voor mensen met deze ziekte.’
Na de eerste kennismakingsgesprekken kan ik zeggen: ik voel me hier thuis.
Focus op nieuwe honk
In Leiden zal Hulst de ziekenhuisomgeving van het LUMC opzoeken. Ze wil andere dan MS-ziektebeelden onderzoeken, connecties binnen en buiten de psychologie verkennen en nieuwe samenwerkingen opzetten. Daarnaast wil ze meer uitzoomen en stappen zetten in het implementeren van het nieuwe erkennen en waarderen van wetenschappers. ‘Theoretiseren ligt misschien in de aard van de wetenschapper, maar ik denk dat we gewoon moeten “doen”. Opdat we de verschillende rollen binnen de academie goed in beeld krijgen, deze ook erkennen en waarderen en mensen coachen richting de toekomst. Ik vind het bijzonder dat ik een rol kan spelen in deze cultuuromslag. Als laatste hoop ik een stukje van mezelf te laten zien, zodat mijn nieuwe collega’s weten wie erbij komt op het ‘honk’ en dat ik ook gewoon een leuk mens ben. Na de eerste kennismakingsgesprekken kan ik zeggen: ik voel me hier thuis.’