Mariska Kriek is terug – maar nu als hoogleraar
Ze verliet Leiden na haar PhD en keert nu, 14 jaar later, terug als hoogleraar Extragalactische sterrenkunde. Mariska Kriek onderzoekt hoe sterrenstelsels ontstaan en evolueren. Én ze wacht met smart op de lancering van de nieuwe James Webb-telescoop: ‘Het coolste wat we gaan vinden, zijn dingen waar we nog niet eens naar op zoek zijn.’
Licht uit de ruimte vertelt een verhaal
Kriek ontrafelt de ontstaansgeschiedenis van sterrenstelsels door zoveel mogelijk informatie over de stelsels te verzamelen. ‘Dat doen we door middel van spectroscopie. We kijken naar de vingerafdruk van verschillende golflengtes in het licht van deze sterrenstelsels. Door het licht te ontleden komen we van alles te weten. Denk hierbij aan de massa, grootte, leeftijd, chemische samenstelling, de aanwezige zwarte gaten en de geboortecijfers en bewegingen van sterren. Al die gegevens bij elkaar vertellen ons hoe een bepaald sterrenstelsel is ontstaan, en waarom het eruit ziet zoals we het nu zien.’
Geen nieuwe sterren meer, maar waarom?
Kriek wil vooral graag weten hoe en waarom sommige sterrenstelsels stoppen met het vormen van sterren. Dat blijkt nog best een mysterie te zijn. ‘Sterren ontstaan uit ijskoud gas,’ legt ze uit. ‘Als een stelsel geen sterren meer vormt, is het gas op, zou je denken. Maar zo simpel ligt het niet.’ Een promovendus van Kriek ontdekte namelijk een aantal sterrenstelsels die pas waren gestopt met stervorming, maar nog enorme reservoirs aan koud gas hadden.
Kriek: ‘Zelfs de computermodellen begrepen niet helemaal waarom deze stelsels dan toch gestopt zijn met sterren vormen. Het vertelt ons dat de stervorming niet per se stopt omdat het gas op is, maar ook om een andere reden. Maar wat?’
Een nieuw tijdperk
Kriek kan zich nog steeds verbazen over wat er allemaal mogelijk is met de huidige technologie. ‘Toen ik pas begon aan mijn promotie, staarde ik naar één of ander wazig spectrumbeeld en dacht: Hoe moet ik hier een proefschrift over schrijven? Maar in twintig jaar tijd is er zoveel gebeurd. En als in december de nieuwe James Webb telescoop gelanceerd wordt, maken we weer een enorme sprong vooruit.’
Volgens Kriek wordt de nieuwe telescoop hoe dan ook revolutionair. Ze is één van de gelukkigen die straks een onderzoeksproject met de telescoop mogen doen. ‘We kunnen straks meten op andere golflengtes, waardoor we nieuwe elementen kunnen zien. Ook kunnen we dieper de ruimte in kijken en worden de beelden scherper. In het infraroodspectrum kunnen we straks zelfs meerdere stelsels tegelijk bekijken. De coolste dingen die we gaan vinden zijn dingen waar we nog helemaal niet naar op zoek zijn, omdat we niet eens weten dat ze bestaan.’
Headerfoto: De uitgeklapte hoofdspiegel van NASA's James Webb-telescoop ziet eruit als een bloem in bloei. Credits: NASA/Desiree Stover