Virtuele kinderen helpen ontwenningsverschijnselen bij echte kinderen voorkomen
Als kinderen stoppen met heftige medicatie, krijgen ze net als volwassenen vaak last van ontwenningsverschijnselen. De ernst hiervan is vooraf vaak lastig te voorspellen. Medicijnwetenschapper Bas Goulooze ontwikkelde een computermodel om de beste afbouwstrategie voor elk kind te kunnen bepalen. Zijn onderzoek is nu gepubliceerd in the Journal of the American Association of Pharmaceutical Scientists.
‘Het is zeer ongewenst dat ernstig zieke kinderen ook nog eens last krijgen van ontwenningsverschijnselen,’ zegt Goulooze. ‘Het gaat hierbij om een behandeling met zware pijnstillers. Die medicijnen hebben de kinderen echt nodig, dus daar kunnen we niets aan veranderen. Maar we kunnen wel kijken of we de medicijnen na behandeling slimmer kunnen afbouwen.’
Onderzoek in kinderen is lastig
Bij kinderen is dat lastig te onderzoeken, legt Goulooze uit. Er spelen namelijk een hoop ethische bezwaren. Traditioneel onderzoek is daarom vrijwel onmogelijk.
Om die reden bouwen artsen medicatie af op basis van ervaring en stellen hun plan bij als ze merken dat kinderen toch ontwenningsverschijnselen krijgen (zie kader). Het is echter lastig om hier algemene lessen uit te trekken. Goulooze: ‘Elk kind is anders. En ook het medicijngebruik verschilt, zoals het type medicatie, de hoeveelheid en de duur.’
Hoe gaat dat momenteel?
Medicatie-afbouw verschilt per medicijn en ook per duur van de behandeling. Vaak werken artsen met een vast percentage. Ze bouwen de medicatie dan bijvoorbeeld elke dag met 10 procent af. Als er dan toch teveel ontwenning ontstaat, lassen ze een pauze in of verhogen ze de dosis van het medicijn weer.
Model schept orde in klinische chaos
Het zou mooier zijn als artsen proactief kunnen handelen om ontwenning te voorkomen, vond Goulooze. Daarom maakte hij een wiskundig model dat hij vulde met informatie uit eerdere studies uit het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam: ‘Hoe lang en met welk medicijn is een kind behandeld, hoe is het afgebouwd? Hoe oud is het kind, en hoeveel last had het van ontwenning? Ons model schept orde in de klinische chaos. Door alle verzamelde informatie te vergelijken, kunnen we begrijpen en voorspellen waarom sommige kinderen veel last krijgen van ontwenning en anderen niet.’
Virtuele kinderen om ideeën te testen
Met het model kan Goulooze ook virtuele kinderen maken. ‘Zo kunnen we experimenteren en allerlei scenario’s testen zonder dat echte kinderen daar last van hebben’, legt hij uit. ‘Daarmee kunnen we gericht zoeken naar de meest kansrijke ideeën voor echte patiënten.’
Afbouwen moet soms in kleinere stapjes
Goulooze ontdekte dat het belangrijk is om rekening te houden met de hoeveelheid medicijn die kinderen per dag krijgen. ‘Bij een hogere dosis, moet je rustiger afbouwen en dus niet in de standaardstapjes van 10 procent per dag. Dat is eigenlijk heel logisch: als je gewend bent aan veel medicijn, dan kost het ook meer tijd om rustig weer te ontwennen.
Volgens het model van Goulooze is het bij de pijnstiller fentanyl beter om elke 12 uur met een klein stapje af te bouwen dan elke 48 uur met een grote stap. ‘Volgens artsen is er bij dit middel een hoger risico op ontwenningsverschijnselen dan bij andere pijnstillers. Het is dus interessant om te zien ons model inderdaad laat zien dat we geleidelijker moeten afbouwen. Een mooi voorbeeld van hoe onze virtuele kinderen de echte kinderen kunnen helpen.’
Cum laude voor relevant onderzoek
Goulooze werkt nu bij LAP&P, een farmaceutisch adviesbureau. ‘We helpen bedrijven bij het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen,’ vertelt hij. ‘Ik gebruik dezelfde technieken en modellen, maar dan om de effecten van nieuwe geneesmiddelen te voorspellen.’ Zijn promotie kreeg het predicaat cum laude, en een nominatie voor de C.J. Kok Juryprijs. Zijn begeleider Elke Krekels prijst vooral de relevantie van zijn onderzoek. ‘Het is een uitdagend en lastig onderwerp, maar Bas had er niet van terug. Zijn nieuwe model heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het veld.’
De cum-laude-beoordeling kwam voor Goulooze als een verrassing. ‘De beoordeling van mijn proefschrift duurde wel wat langer dan gedacht, maar ik dacht dat door corona kwam. Alleen promoveren is al bijzonder, deze titel is een extra kroon op mijn werk.’