Rekenprestaties groep 8 afgelopen jaren júíst licht gestegen
De rekenprestaties van leerlingen uit groep 8 zijn de afgelopen jaren licht gestegen. Dat laten de resultaten van Peil.rekenen-wiskunde zien, een grootschalig onderzoek dat Kohnstamm Instituut, Cito, Universiteit Leiden en KPC Groep in 2019 in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs hebben uitgevoerd. Ruim 6000 leerlingen van 207 scholen uit het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs maakten rekentoetsen en vulden vragenlijsten in. Namens Universiteit Leiden maakte Marian Hickendorff deel uit van het onderzoeksconsortium.
De kwaliteit van het rekenonderwijs haalt vaak de media, met krantenkoppen als ‘rekenen op basisschool dramatisch’ en ‘ramp in rekenen’. Maar de negatieve toon van deze berichten sluit dus niet aan bij de resultaten uit grootschalige onderzoeken onder Nederlandse basisschoolleerlingen.
Groep-8 leerlingen zijn namelijk beter gaan rekenen, op vrijwel alle onderdelen. Dat beeld is vergelijkbaar met de resultaten van een ander grootschalig onderzoek in groep 6. Ook halen voldoende leerlingen het fundamentele niveau. De basiskwaliteit van het rekenonderwijs is dus op orde. Daar staat tegenover dat er ruimte voor verbetering ligt bij de rekenaars die meer aankunnen: het aandeel leerlingen dat het streefniveau haalt, blijft achter bij de gestelde ambities.
Schoolverlaters in het speciaal basisonderwijs (sbo) presteren op ongeveer hetzelfde niveau als in de vorige peiling, al varieert dat per onderdeel. Zij zijn dus gemiddeld genomen niet beter, maar ook niet slechter gaan rekenen. Wel blijkt dat zowel het streefniveau als het fundamentele niveau voor de meeste leerlingen in het sbo buiten het bereik ligt.
Verschillen tussen leerlingen, klassen en scholen
Het grootste deel van de verschillen in rekenprestaties is toe te schrijven aan verschillen tussen leerlingen binnen een klas, een veel kleiner deel aan verschillen tussen klassen. De verschillen tussen scholen zijn daarmee beperkt. Dat was in eerdere nationale en internationale peilingen in het basisonderwijs ook zo. In andere landen zijn de verschillen tussen klassen vaak veel groter.
Rekenattituden
De leerlingen vulden ook een vragenlijst in met onder andere vragen over hun rekenattituden. Gemiddeld genomen hebben de leerlingen een redelijk vertrouwen in hun eigen rekenvaardigheid, maar zijn ze weinig uitgesproken over de mate van plezier die ze ervaren. Leerlingen met meer zelfvertrouwen ervaren ook meer rekenplezier en leerlingen met meer plezier in rekenen zijn bovendien vaker overtuigd van het nut van rekenen.
Gemiddeld genomen is het niveau de laatste jaren dus stabiel gebleven of zelfs iets gestegen en de meeste leerlingen halen het basisniveau. Er valt wel nog winst te boeken in het behalen van de hogere niveaus. Verder blijken de verschillen in effectiviteit van het rekenonderwijs in Nederland gering. Scholen in Nederland slagen er dus in rekenonderwijs met een goede basiskwaliteit te leveren.