LLP-onderzoek bij COA smaakt naar meer
Hoe vergroot je het draagvlak voor de opvang van asielzoekers in Nederland? Drie studenten van het Leiden Leadership Programme zochten het uit voor het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Naast interessante onderzoeksresultaten leerden zij ook meer over zichzelf en groepsdynamieken in samenwerkingsopdrachten. ‘Vroeger dacht ik dat ik niet kon samenwerken.’
Het Leiden Leadership Programme (LLP) is een honoursprogramma voor masterstudenten van de Universiteit Leiden, waar ook studenten van de TU Delft en de Erasmus Universiteit aan mee kunnen doen. Via trainingen en seminars komen studenten in aanraking met leiderschap, en leren zij over hun sterke en zwakke kanten.
Repaircafés en koffiecorners
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van asielzoekers in Nederland, wilde graag weten hoe zij het draagvlak voor de opvang van asielzoekers kunnen vergroten in gemeentes, en hoe lokale initiatieven daaraan bijdragen. LLP-studenten Michelle (Geneeskunde en Health, Economics, Policy & Law), Bowi (Criminologie & Veiligheidsbeleid) en Maud (Crisis & Security Management en Military Strategic Studies) besloten beide hulpvragen te combineren tot één onderzoeksonderwerp.
"Dit onderzoek biedt goede aanknopingspunten"
Maud vertelt: ‘We vonden het interessant dat er op centraal niveau binnen het COA nog weinig bekend was over welke lokale initiatieven er worden georganiseerd.’ Met een zeer goed ingevulde enquête brachten zij daar verandering in, en stelden zij een flinke lijst op met initiatieven, variërend van repaircafés tot koffiecorners. Lokale asielzoekerscentra (azc’s) zetten dergelijke projecten op om de buurt en asielzoekers samen te brengen. En wat blijkt? ‘Dit draagt bij aan het genereren en behouden van draagvlak, zowel bij omwonenden als gemeentelijke besturen’, legt Maud uit.
Onverwachte uitkomst
De studenten deden ook een onverwachte ontdekking. Bowi vertelt: ‘We vonden het gek dat het COA geen centraal beleid had voor lokale initiatieven, en we verwachtten dat daar wel behoefte aan zou zijn.’ Maar uit de enquête, en de daaropvolgende diepte-interviews, bleek het tegenovergestelde. Maud: ‘Locatiemanagers gaven aan dat het opzetten van projecten maatwerk is, vanwege de specifieke context van elke gemeente. Een centraal aangestuurde strategie is dan niet gewenst. Wel hebben we het COA aangeraden om een centrale databank op te zetten om informatie over initiatieven te delen, zoals do’s & don’ts, om elkaar te inspireren en met elkaar in conclaaf te gaan.’
Ook voor Huub Wilbrink en Martijn Reeser, bestuursadviseurs van het COA en de begeleiders van de studenten, zijn de conclusies waardevol en nuttig. Martijn: ‘Het was mooi te zien hoe veel collega’s enthousiast zijn over dit onderzoek en de resultaten ervan, er werd letterlijk mee geschreven tijdens de presentatie.’ Hoewel de onderzoeksresultaten nog verder intern onderzoek en overleg behoeven, zien de begeleiders mogelijkheden om met een aantal adviezen aan de slag te gaan. ‘Dit onderzoek biedt goede aanknopingspunten om het organiseren van lokale initiatieven te vergemakkelijken.’
Sterke en zwakke eigenschappen
Huub en Martijn loven dan ook de studenten en hun onderzoek. Huub: ‘Het smaakt naar meer! Dat kwam door dit specifieke onderwerp en de resultaten, het enthousiasme dat het losmaakte binnen de organisatie, en de professionaliteit van de studenten. Zij hebben in deze digitale tijd, zonder elkaar ooit te ontmoeten, een uitstekend onderzoek weggezet.’
Ook de studenten zijn positief. Niet alleen het onderzoek zelf was leerzaam, zij leerden ook veel over zichzelf en samenwerken tijdens dit traject. Maud legt uit: ‘Omdat je tijdens het LLP persoonlijke dingen met elkaar deelt, bouwt je samenwerking voort op een goede persoonlijke relatie. Dat was heel waardevol, omdat we bewust waren van elkaars sterke en zwakke eigenschappen, en hoe je die goed kunt inzetten in een project.’ Bowi vult aan: ‘Vroeger dacht ik vanwege slechte ervaringen dat ik niet kon samenwerken, dat is nu veranderd. Ik heb veel geleerd over groepsdynamieken, en hoe je die positief kunt beïnvloeden.’
Aanrader
De studenten raden daarom het LLP zeker aan. Michelle: ‘De combinatie met een master is druk, maar het inhoudelijke verschil maakt het een hele andere invulling is van je tijd. Door de focus op persoonlijke reflectie weet ik nu wat mijn sterke en zwakke punten zijn, en hoe ik me daarvan bewust kan zijn mocht het in de toekomst veranderen. Daardoor heb je jaren later nog steeds veel aan het LLP.’
Tekst: Tirza Pulleman