Aantal verblijfvergunningen gedaald sinds afschaffing discretionaire bevoegdheid Staatssecretaris
Het aantal verblijfsvergunningen voor schrijnende gevallen is de afgelopen twee jaar sterk afgenomen. Sinds de Immigratie- en Neutralisatiedienst (IND) in 2019 besluit over schrijnende gevallen, kregen in 2019 minder dan vijf mensen een vergunning en in 2020 ongeveer tien. Vóór 2019 werd gemiddeld meer dan honderd keer per jaar een verblijfsvergunning verleend aan schrijnende gevallen.
De daling volgt op de afschaffing van de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris in mei 2019. Tot die tijd mocht de staatssecretaris die asielzaken doet bij schrijnende gevallen afwijken van het eigen beleid. Zoals gebeurde bij de Armeense kinderen Lili en Howick in 2018. Zij waren uitgeprocedeerd en moesten Nederland verlaten, maar kregen na veel media-aandacht alsnog een verblijfsvergunning.
Dat het aantal verleende verblijfsvergunningen door de IND lager ligt, is ver-klaarbaar omdat minder mensen er aanspraak op maken, zegt hoogleraar immigratierecht aan de Universiteit Leiden, Peter Rodrigues hierover in het NRC. „De IND kijkt alleen naar de schrijnende situaties bij mensen die voor het eerst een asielaanvraag doen, dus helemaal aan het begin van de asielprocedure”, aldus Rodrigues. „Terwijl veel schrijnende situaties ontstaan omdat de eindbeslissing over de verblijfsvergunning jaren duurt.
„Op deze manier werkt het niet”, volgens Rodrigues. Zo dichtgetimmerd als het systeem nu lijkt, is het niet. „Uiteindelijk blijft de staatssecretaris politiek verantwoordelijk voor wat er gebeurt, hoe juridisch alles ook is geconstrueerd.”