Leids promovendus nieuw gezicht op blogsite ‘Faces of Science’
Buitenpromovendus Liselore Tissen (Universiteit Leiden/TU Delft) blogt sinds maart op de website Faces of Science over haar dagelijks werk als onderzoeker. ‘Wetenschap is verre van stoffig.’
‘Ik heb wel eens met een 3D-kopie van 'Meisje met de Parel' in de trein gezeten. Toen schrokken een paar mensen wel.’
Liselore Tissen (Leiden University Centre for the Arts in Society) blogt op Faces of Science over haar dagelijks leven als onderzoeker. Haar werk bevindt zich op het snijvlak van geesteswetenschappen en bèta-onderzoek, waarbij ze meer te weten wil komen over de impact van nieuwe technologie op onze waardering van kunst. Dat legt ze verder uit: ‘Met een gewone printer kun je plaatjes van bekende schilderijen afdrukken, maar vooral de jonge generatie is ook al gewend aan het feit dat je met een 3D-printer zo’n werk tot in detail kunt reproduceren. Ik onderzoek wat de snelle opkomst van nieuwe reproductietechnieken betekent voor onze kijk op kunstwerken. Wat vinden mensen van zo’n plastic 3D-print? Hechten we nog steeds zoveel waarde aan het oorspronkelijke werk, ook al is zoiets steeds makkelijker na te maken? Die vraag probeer ik onder meer te beantwoorden door middel van workshops en interviews waarin ik deelnemers vragen stel over hun waardering van kunst. Ook ga ik met een scanner langs bij musea om schilderijen in te scannen en de mogelijkheden tot reproductie van zo’n werk verder te onderzoeken.’
Op de website Faces of Science, opgestart door de KNAW en de Jonge Academie, geven jonge wetenschappers een inkijkje in hun dagelijks leven. De blogs zijn interessant voor iedereen die geïnteresseerd is in wetenschap. En ze helpen studenten en leerlingen uit 5- en 6-vwo om een realistisch beeld te krijgen van het verrichten van onderzoek.
Hoe goed is zo’n 3D-kopie van een schilderij nu precies?
‘Een leek zou het nauwelijks kunnen onderscheiden van het echte werk. Ik heb voor de grap al eens 3D-kopieën gemaakt van beroemde werken en die thuis in een lijst opgehangen. Mensen dachten dat het echte schilderijen waren. De techniek is ook al heel ver, je kunt tot op de micrometer printen en bijvoorbeeld zelfs de barstjes in de verf namaken. Bovendien kunnen we met scans data verzamelen over het schilderij en zo zien hoe de kleuren van het schilderij ooit waren. Maak je met die gegevens een 3D-print van het schilderij, dan maak je dus een versie van het schilderij zoals het eruit zag toen het net was geschilderd.’
Maar zeiden je bezoekers dan niet: ‘Heb jij nou De Nachtwacht gestolen?’
‘Haha, nee. Ik heb wel eens met een 3D-kopie van Meisje met de Parel in de trein gezeten, in bubbeltjespapier, waardoor het werk goed zichtbaar was. Toen schrokken een paar mensen wel en begonnen ze vragen te stellen. Ook al was het vrij onwaarschijnlijk dat ik een schilderij had gestolen en er daarna mee in de trein was gaan zitten.’
Waarover gaan je blogs op Faces of Science precies?
‘Ten eerste wil ik de discussie die nu in de kunstwereld woedt over die reproduceerbaarheid van werken, begrijpelijk maken. Daarnaast hoop ik vooral aan middelbare scholieren en studenten duidelijk te maken dat wetenschappelijk onderzoek verre van stoffig of saai is.’
Is ’stoffig en saai’ dan onder studenten en scholieren het grootste misverstand over wetenschappelijk onderzoek?
‘Zeker, als scholier dacht ik zelf ook dat onderzoek vooral archiefwerk inhield. Maar onderzoek kan ook heel praktisch zijn. Je hebt er durf voor nodig, je doet óók onderzoek om een breed publiek te bereiken en een boodschap aan de wereld te verkondigen. “Wetenschap” klinkt misschien eenzaam, maar door wat inkijkjes in mijn leven te geven hoop ik juist te laten zien dat het werk niet eenzaam is en dat je heel toffe dingen kunt doen met een onderwerp waarvoor je je interesseert.’
‘Je doet óók onderzoek om een boodschap aan de wereld te verkondigen.’
Is het werk ook in coronatijd niet eenzaam?
(lacht) ‘Eerlijk gezegd is deze periode voor mijn werk juist fijn, omdat ik met al mijn apparatuur nu makkelijk bij elk museum een afspraak kan maken.’
Zien die musea jou graag komen, als je zegt: ‘Ik wil graag jullie werken komen inscannen’?
‘Sommigen moeten eerst worden overtuigd. Zeker de kleinere musea zijn vaak meteen enthousiast, omdat die bijvoorbeeld weinig geld hebben om onderzoek te laten doen naar een werk dat gerestaureerd moet worden. Mijn scans en 3D-reproductie van dat werk bieden hen dan veel nuttige informatie. Ook het gesprek over het nut en de waarde van 3D-reproducties zijn voor hen interessant, omdat die discussie nog weinig is gevoerd.’
Het onderzoek van Liselore Tissen loopt nog de komende drie jaar.
Tekst: Jan Joost Aten
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website of