Waarom 'erbij horen' zo belangrijk is
De Amerikaanse natuurkundige Kerstin Perez schopte het tot universitair docent Deeltjesfysica aan het befaamde Massachusetts Institute of Technology (MIT). Voor mensen uit minderheidsgroepen is dat echter nog minder vanzelfsprekend dan voor anderen. Hoe het beter kan, zal ze vertellen tijdens het jaarlijkse Diversiteitssymposium, dat op 22 januari 2021 plaatsvindt.
Wat gaat u op 22 januari vertellen?
‘Ik zal die dag een workshop geven hoe docenten in de collegezaal het groepsgevoel kunnen versterken onder hun studenten. In de praktijk blijkt namelijk dat veel studenten het gevoel hebben dat ze er niet echt bijhoren. Met name studenten uit minderheidsgroepen ervaren dat zo. Denk bijvoorbeeld aan studenten van kleur in een vrijwel volledig witte groep, of aan vrouwelijke studenten bij sommige technische studies. Uit onderzoek blijkt dat dit gebrek aan belonging een belangrijke oorzaak is van uitval, zelfs als de cijfers wel voldoende zijn.’
Ook u voelt zich wel eens een buitenbeentje. In een recente blogpost schrijft u: ‘Bij officiële lunches ben ik mij er constant van bewust dat de enige andere bruine gezichten de mensen van de catering zijn’. Wat doet dat met u?
‘In mijn niet-academische leven is het doodnormaal voor me om met een heel diverse groep mensen om te gaan. Mijn vriendengroep is een aardige doorsnede van de samenleving, met zwarte en witte mensen en ongeveer evenveel vrouwen als mannen. Maar aan de universiteit voelt het bijna alsof je in een wereld bent die volledig gescheiden is van het echte leven. En ik ben nou eenmaal zo geprogrammeerd dat het mij direct opvalt als er geen andere mensen uit minderheidsgroepen zijn. ‘Bah, niet weer’, denk ik dan wel eens.’
Toch bent u zelf een uitstekend voorbeeld van iemand met een geslaagde carrière, want u bent immers universitair docent aan een van meest prestigieuze universiteiten ter wereld. Ik zou dan kunnen denken: zie je wel, het is wel degelijk mogelijk om als vrouw van kleur een hoge positie te bereiken.
‘Laten we die logica eens nader bestuderen. Want je zegt in feite dat intelligentie en motivatie voldoende zijn om een hoge positie te bereiken. Als dat het geval is, waarom zijn er binnen mijn faculteit dan slechts vier medewerkers die zichzelf identificeren als afkomstig uit een minderheidsgroep, op een totaal van 79 werknemers? En waarom zijn er zoveel meer mannen hoogleraar? Het is niet zo dat zij inherent intelligenter of gemotiveerder zijn. Dus er moet iets anders aan de hand zijn.’
En het probleem zit dus in het groepsgevoel?
‘Je hebt vast wel eens van de lekkende pijplijn gehoord, een metafoor die we vaak gebruiken. Op ieder stap omhoog – in de opleiding of academische carrière – vallen er meer mensen uit die afkomstig zijn uit minderheidsgroepen. Totdat er aan de top dus bijna geen zwarte of vrouwelijke hoogleraren meer over zijn. Zoals gezegd, komt dit dus deels doordat zij zich niet thuisvoelen in de homogene omgeving.’
Hoe kunnen we dit oplossen?
‘Ik merk vaak dat wetenschappelijk personeel de schuld afschuift op anderen. De een zegt dat ze geen professor uit een minderheidsgroep kunnen aanstellen, omdat er te weinig universitair hoofddocenten uit die doelgroep zijn. Maar er zijn te weinig hoofddocenten, omdat er te weinig gewone docenten zijn. Die leggen de schuld weer bij een gebrek aan postdocs, et cetera. Daar was ik klaar mee, en heb toen tegen mezelf gezegd: dit stopt hier. Ik ben immers de baas over mijn eigen collegezaal, en ga mijn best doen om uitval te voorkomen. Tijdens het diversiteitssymposium zal ik dus vertellen over mijn eigen ervaringen hoe je het groepsgevoel onder studenten kunt versterken.’
Kom naar het Diversiteitssymposium
Het jaarlijkse Diversiteitssymposium is een belangrijk moment geworden om te reflecteren op de stand van diversiteit en inclusie aan de Universiteit Leiden. Dit jaar wordt de conferentie mede georganiseerd door de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen (FWN). De focus ligt op de vragen die medewerkers en studenten hebben over het ‘vertalen’ van diversiteitsambities in de praktijk. Bijvoorbeeld: wat verstaan we onder inclusief onderwijs, en hoe zorgen we ervoor dat er meer diversiteit komt op hogere posities binnen de universiteit?
Alle studenten en medewerkers van de universiteit zijn van harte welkom om deel te nemen. Het symposium is gratis, maar aanmelden wel verplicht.
Universiteiten staan over het algemeen bekend als progressieve omgevingen. Staan ze open voor verandering?
‘Deels. De meeste mensen die hoge posities bekleden binnen universiteiten willen de juiste uitkomst. Ze zien zichzelf niet graag als een verzameling white dudes die afgezonderd leeft van de rest van de maatschappij. Het probleem ontstaat pas op het moment dat je laat zien wat die verandering daadwerkelijk inhoudt. Het betekent namelijk dat je veranderingen moet aanbrengen in de manier waarop je een universiteit bestuurt. Maar daarmee sleutel je aan het systeem dat de huidige generatie hoogleraren en bestuurders naar de top heeft gebracht. Je moet bijvoorbeeld meer tijd gaan steken in goed en inclusief onderwijs, terwijl hun wetenschappelijke carrières vaak gebouwd zijn op onderzoek en publicaties. Topuniversiteiten zijn bang dat dit ten koste zal gaan van hun concurrentiepositie.’
Wat levert die extra diversiteit op de lange termijn op?
‘Neem mijn eigen vakgebied. Ik ben op zoek naar donkere materie, een hypothetische materie in het heelal die niet zichtbaar is met het blote oog. Eigenlijk zijn we dus bezig met een gigantische fishing expedition waar nog niemand het antwoord op heeft. Maar doordat onze universiteiten nog niet altijd goed toegankelijk zijn voor etnische minderheden, vrouwen en eerstegeneratiestudenten, sluiten we eigenlijk een groot deel van de mensheid uit in onze zoektocht. We ondermijnen de wetenschap, dat is heel erg zonde.’