‘Ons piratenimago werkt afschrikwekkend, maar dat willen we juist’
De spraakmakende milieuorganisatie Sea Shepherd strijdt wereldwijd tegen illegale visserij en schuwt de harde acties niet. Alumnus Geert Vons is directeur van Sea Shepherd Nederland. Hoe kijkt hij terug op zijn studie Chinees en wat drijft hem in zijn werk? ‘Als we niet oppassen zijn de oceanen in 2050 leeggevist.’
Allereerst, wat betekent de bijna wereldwijde lockdown voor Sea Shepherd. Kunnen jullie nog wel actievoeren?
‘De illegale visserij gaat door dus onze acties ook. Illegale vissers proberen misbruik te maken van de situatie dat er niet of nauwelijks controle is. We werken nu bijvoorbeeld samen met landen als Nigeria, Gabon en Benin. Zij hebben maar beperkte geschikte schepen om te kunnen patrouilleren in hun eigen wateren. Lokale vissers hebben soms zelf niet meer de middelen om te vissen en grote commerciële vissers uit andere landen varen hun wateren binnen en vissen enorme hoeveelheden weg. Dat is desastreus voor de hele aarde. De oceanen zijn, nog meer dan de regenwouden, de longen van de aarde. Als we niet oppassen zijn de oceanen in 2050 leeggevist.’
Sea Shepherd werd bekend door de spectaculaire acties bij Antarctica waarbij actievoerders met kleine boten de Japanse walvisvaarders probeerden tegen te houden. Gebeurt dat nog steeds?
‘Gelukkig is dat daar niet meer nodig. Uiteindelijk hebben de acties er mede toe geleid dat Australië en Nieuw-Zeeland Japan gedaagd hebben voor het Internationaal Gerechtshof, het belangrijkste rechtsorgaan van de Verenigde Naties. Het hof veroordeelde in 2014 de commerciële walvisjacht. Japan is daarna nog even doorgegaan maar inmiddels hebben ze besloten om niet meer te jagen op walvissen bij Antarctica. Die uitspraak van het hoogste hof heeft enorm geholpen in onze strijd. Ook Amerikaanse officieren hebben laatst in een publicatie op persoonlijke titel toegelicht dat een kleine organisatie als Sea Shepherd met een beperkt budget uiterst effectief kan zijn in het bestrijden van illegale visserij.'
Jullie worden ook wel getypeerd als de piraten van de oceanen of het boze broertje van Greenpeace. Wat vind jij daarvan?
‘Ons piratenimago danken we mede aan de vlag die ik voor Sea Shepherd heb ontworpen: een zwarte vlag met een doodshoofd, een walvis en een dolfijn die een yin-yang-achtige dans doen, en daaronder de drietand van Neptunus en de herdersstaf. Dat piratenimago werkt afschrikwekkend en dat willen we juist ook. Het is een krachtig alarmerend beeld van de toestand op zee.
Het punt is: als er niet illegaal gejaagd zou worden, zou Sea Shepherd er ook niet zijn. De wetten worden met voeten getreden en daar treden wij tegen op, veelal in samenwerking met ministeries van Justitie en Visserij. Wij leveren schepen en de bemanning en de ministeries zorgen voor mariniers en ambtenaren die arrestaties mogen verrichten en de boten van de overtreders aan de ketting kunnen leggen.’
Hoe ben je bij Sea Shepherd terechtgekomen?
‘Al vlak na mijn afstuderen werd ik er vrijwilliger. Ik las een artikel over een van de acties op zee tegen de walvisvangst en dat sprak me enorm aan. Niet lullen maar poetsen. Dat vrijwilligerswerk is op een positieve manier uit de hand gelopen. Als je me toen had gezegd: over zoveel jaar werk je voor een wereldwijde milieuorganisatie op een manier die jij leuk vindt en jullie zijn succesvol in wat je doet, had ik het niet geloofd.’
‘Toen ik voor het eerst in het Talenlab zat en Chinees hoorde kreeg ik tranen in mijn ogen.'
Waarom ging je Chinastudies studeren in Leiden?
‘Ik wilde eigenlijk naar de Kunstacademie maar dat vonden mijn ouders helemaal niets. Toen ben ik een opleiding alternatieve geneeskunde gaan doen en daar raakte ik geïnteresseerd in Chinese geneeskunde en de totaal andere visie op de wereld. De opleiding ging over de kop en ik besloot Chinees te studeren, dat kon je alleen in Leiden doen. Ik was al 28 toen ik daaraan begon. Het studentenleven interesseerde mij dus niet en ik was bovendien al actief in de kunstwereld. Daarom bleef ik in Amersfoort wonen en reisde ik vijf dagen per week naar Leiden.’
Hoe beviel de studie?
‘Toen ik voor het eerst in het Talenlab zat en Chinees hoorde kreeg ik tranen in mijn ogen. Ik vond het zo mooi maar ook onwerkelijk. Het was zo’n onbekende taal voor mij. Het mooie is dat Chinees een van de oudste talen is waarvan de basis, de karakters, nog grotendeels ongewijzigd is. Hierdoor kun je eeuwenoude teksten nog goed lezen. Chinees was in die tijd een van de studies met het grootst aantal verplichte college-uren, je moest vijf dagen per week verplicht aanwezig zijn. Dat was wel pittig met gemiddeld vier uur reistijd per dag. Maar ik heb het ruim binnen de vier jaar afgemaakt.’
Wat heb je nu nog aan de studie, spreek je nog weleens Chinees?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik ben zelfs nog nooit in China geweest. Mijn geld ging altijd op aan reizen naar de Stille Oceaan of Alaska bijvoorbeeld. Dat trok me meer dan het tegenwoordige China, ook vanwege het Chinese conflict met Tibet. Ik wil er nog wel een keer naar toe, naar de bergen. In mijn werk kan ik mijn studie dus niet heel direct toepassen. Maar wat ik wel heb geleerd is me open te stellen voor een totaal andere wereld. En dat ik keihard kan werken en daarna wel zie wat het oplevert. Het is ook interessant om te zien hoe anderen op je reageren als je zegt dat je Chinees studeert of gestudeerd hebt. Het dwingt toch iets van respect af.’
Je bent naast directeur van Sea Shepherd Nederland ook wereldwijd artistiek directeur van Sea Shepherd.
‘Ja, de oosterse filosofie inspireert me trouwens ook in mijn artistieke werk. Ik maak ontwerpen en veil kunst om inkomsten te genereren voor de organisatie. Ik heb ook een tatoolijn opgezet met thema’s van de zee zoals walvissen en krabben. Dat vind ik allemaal heerlijk om te doen. Het voelt ook niet als werk. Mijn leven en werk vallen samen.’
Tekst: Linda van Putten
Foto's: Sea Shepherd