Kennismaking Niels Laurens: ‘De basis is er en nu gaan we bouwen’
Niels Laurens (37) is sinds 1 oktober aangesteld als directeur Bedrijfsvoering bij de Faculteit Governance and Global Affairs. De meeste collega’s binnen de faculteit heeft hij vanwege corona alleen via een beeldscherm gezien. Hoewel de online kennismakingen hem goed afgaan, mist Niels Laurens het persoonlijke contact met zijn nieuwe collega’s. Via vijf vragen komen we meer te weten over zijn ambities, drijfveren en doelen.
Je bent nu drie maanden bezig, hoe bevalt het?
‘Mijn beeld van de faculteit is heel erg positief, al is de start natuurlijk raar. Je ziet elkaar alleen via een scherm. Ik merk dat mensen dan meteen over de inhoud gaan praten. Ook al ken je elkaar niet, terwijl ik juist die eerste kennismaking heel belangrijk vind. Dat je even kan vragen en ingaan op vragen als ‘wie ben je, wat doe je en waar krijg je energie van’. Daarom maak ik ook een (online) rondje langs alle ondersteunende diensten binnen de faculteit. Zodat we straks wel weten wie we zijn als we elkaar op de gang tegenkomen.
Persoonlijk merk ik dat het inwerken op deze manier best lastig is. Daarnaast is de hele dag achter een scherm zitten voor niemand goed. Met collega’s die in de buurt wonen maak ik wel eens een wandeling of ik plan een belafspraak voor buiten. Dat werkt ook goed voor mij, tijdens het wandelen krijg je ook weer nieuwe ideeën. In het algemeen kan ik zeggen dat ik een zeer goede indruk heb van hoe de faculteit ervoor staat en krijg ik energie van alle kennismakingen, ook al is het in Teams.’
‘In het algemeen kan ik zeggen dat ik een zeer goede indruk heb van hoe de faculteit ervoor staat en krijg ik energie van alle kennismakingen, ook al is het in Teams.’
Waarom ben je overgestapt van de onderzoekswereld naar een managementfunctie?
‘Die overstap is nu zo’n 9 jaar geleden. Ik heb er na mijn studie natuurkunde heel bewust voor gekozen om wel te gaan promoveren, om het onderzoek in te gaan. Ik vond en vind wetenschap zeker belangrijk. Bij biofysica werk je dan veel samen met anderen, met een bioloog en een scheikundige en dan probeer je samen vraagstukken op te lossen. Ik had daar zeker een passie voor. Maar na 60 uur in de week was die passie wel klaar en gingen anderen door. Ik merkte dat ik het regelen en het bestuurlijke deel ook leuk vond om te doen. Niet in een commerciële omgeving, maar zeker in het wetenschappelijke veld. Toen ik werd gevraagd om bij de VU in het managementteam te komen heb ik die kans dan ook aangegrepen. Daarna werd ik Instituutsmanager in Leiden en nu dus directeur Bedrijfsvoering van twee faculteiten.’
Je werkt drie dagen als directeur Bedrijfsvoering bij FGGA en twee dagen in dezelfde functie bij archeologie. Zie je vooral verschillen tussen die twee faculteiten of ook overeenkomsten?
‘Natuurlijk zijn er verschillen, maar ik zie ook overeenkomsten. Vooropgesteld vind ik vooral de combinatie interessant. Den Haag trekt me als stad. Ik kom oorspronkelijk uit Rotterdam en ik merk dat ik dat stadse, de hoge gebouwen, die architectuur, wel heb gemist. Dat kan ik wel gebruiken na zoveel jaar in Leiden. De dynamiek in Den Haag is ook heel anders dan in Leiden. Campus Den Haag gaat ook over de doelstellingen van de stad, de maatschappelijke problematiek van de stad. Archeologie is een veel meer vanuit onderzoek gedreven faculteit. Daar voel ik echt die bèta-vibe waar ik ook van hou. We kunnen ook van elkaar leren. Aan de ene kant hoe je onderzoek goed organiseert en aan de andere kant hoe je onderwijs organiseert. Dus voor mij is deze combi ideaal.’
‘Ik ben een echte teamplayer en wil de focus leggen op een integrale bedrijfsvoering. Ik ga niet in m’n eentje overal wat van vinden.’
Wat zijn je doelen de komende tijd?
‘Naast bedrijfsvoering hoort ook financiën binnen mijn takenpakket en we hebben te maken met een faculteit die ambitieus is en hard groeit maar ook tegen financiële kaders aanloopt. Gelukkig zijn daar nu afspraken over gemaakt en is er ruimte om nieuwe initiatieven in te passen. Ik ben een echte teamplayer en wil de focus leggen op een integrale bedrijfsvoering. Ik ga niet in m’n eentje overal wat van vinden. Je leunt en steunt op de experts binnen je organisatie en bepaalt samen de koers die je gaat varen. Wat ik het belangrijkst vind is dat onderwijzers en wetenschappers kunnen doen waar ze goed in zijn en waar hun passie ligt. Alle andere zaken kunnen wij – als ondersteunende staf- voor ze wegnemen. Denk aan administratie, dingen regelen, mensen aannemen. Maar de eigen verantwoordelijkheid nemen we niet weg. Voor de begeleiding van nieuwe mensen ben je zelf verantwoordelijk. Een wetenschapper bedienen betekent niet automatisch een wetenschapper dienen.
Wij zetten de mensen in waar ze goed in zijn, wij brengen expertises samen. De basis is er binnen de faculteit en nu gaan we bouwen. Afspraken maken, processen vastleggen. We moeten af van de adhoc beslissingen. Daar is de faculteit nu te groot voor. Ik merk ook dat dat ook de ambitie is van de mensen die in Den Haag werken. De mobiliteit die je op andere plekken binnen de universiteit nog wel eens mist, zie je hier zeer wel en dat is een groot compliment voor de collega’s.’
Een persoonlijke kennismaking met iedereen zit er niet in, maar wat moeten je nieuwe collega’s in ieder geval over je weten?
‘Haha, ik praat graag met mensen, maar die vraag krijg ik niet vaak. Misschien is het leuk om iets over mijn kat te vertellen, die hebben veel collega’s toch al in beeld gezien als ze me spreken. Het is een Siamees, dat zijn katten die de hele dag babbelen, al is het soms meer krijsen, best irritant. Ceylon heet hij, genoemd naar de thee omdat ik een fervent theedrinker ben. Nog een weetje over mij, koffie drink ik dus niet. Ceylon is niet te missen als je mij belt of videobelt. Ik heb een dochter van 4 jaar, maar soms is het verschil niet te horen. Laatst zei een collega ‘moet je niet ophangen, je dochter heeft aandacht nodig’. Toen zei ik: 'die zit op de crèche, dat is mijn kat'.’
Tekst: Margriet van der Zee