In memoriam Menno Tuurenhout (1959-2020)
Op maandag 7 december 2020 is onverwacht onze collega Menno Tuurenhout overleden. Een joviaal bestuurder met gevoel voor saamhorigheid, een man met een groot onderwijshart en een voorvechter van ontwikkeling van jong talent in de organisatie is van ons heengegaan.
Menno’s leven is na het verlaten van de middelbare school intens verweven geraakt met onze universiteit. Hij studeerde Rechten in Leiden, promoveerde er en diende vervolgens als universitair docent en als facultair bestuurder zijn Alma Mater tot aan zijn veel te vroege levenseinde.
Tijdens zijn studie was het met name Frans van den Burg, hoogleraar staats- en administratief recht, die de interesse van Menno wekte voor dit rechtsdomein en die bepalend was voor de vervolgstappen die de jonge Menno zou gaan zetten. Menno wilde meer dan alleen studeren en werd geselecteerd voor een student-assistentschap bij Aris van Braam, hoogleraar Bestuurskunde bij Politieke Wetenschappen. Hij kon gelijk aansluiten bij de pioniers die zich onder leiding van Van Braam afsplitsten van Politieke Wetenschappen en daarna een vakgroep Bestuurskunde oprichtten. Initieel was dit een interfacultaire vakgroep, vanaf 1984 kwam Bestuurskunde volledig onder de hoede van de Faculteit der Sociale Wetenschappen.
Menno is in de vakgroep altijd meer blijven behoren tot de bestuurssociologische school van Van Braam (de ‘Bramianen’) dan tot de latere ‘Rosenthalianen’, de bestuurskundigen die met de komst van hoogleraar Uri Rosenthal een sterke focus legden op de bestudering en verklaring van crises in het publieke domein. Menno bleek een geboren en zeer gestructureerde docent te zijn. Een echte verteller, die zijn gehoor wist te boeien. Soms met grappen en grollen uit de televisieserie 'Yes Minister', waarvan hij groot liefhebber was. Een goede scene met de manipulatieve Sir Humphrey sprak dan meer tot de verbeelding, dan een paar pagina’s uit een lesboek. Studenten - en zeker in die tijd de doctoraal studenten - behoorden tot de vakgroep. Menno zorgde goed voor de aan hem toevertrouwde jonkies en gaf ze het gevoel erbij te horen. Hij was geliefd onder studenten en stond in de faculteit bekend als docent die altijd talenten beschikbaar had voor student-assistentschappen of spoedklussen buiten de vakgroep. Ondertussen schreef hij een proefschrift over parlementaire controle en ambtelijke verantwoordelijkheid onder leiding van hoogleraar Herman van Gunsteren. De dissertatie van Menno kwam op het goede moment begin jaren ’90. Het was de tijd van de parlementaire enquêtes; het thema van de ambtelijke verantwoordelijkheid was vernieuwend.
Menno’s reputatie als gestructureerde regelaar was hem vooruit gesneld. Hij kon bovendien goed hoofdrekenen. Waar de latere hoogleraar Jouke de Vries een zakcalculator meenam naar legendarische tentamenvergaderingen met Van Braam en Menno, om de eindcijfers van studenten te bepalen, deed Menno dat zonder hulpmiddelen. Het was dus niet vreemd dat Menno met zijn bestuurskundige basis en regelervaring in de vakgroep werd voorgedragen voor een functie op facultair niveau. In 2003 kwam Menno op de bedrijfsvoeringspositie in het bestuur van de FSW. Als bestuurder bracht hij stabiliteit in de organisatie. En ook hier kwam zijn passie voor onderwijs en studenten tot uitdrukking. Hij had oog voor eigentijdse studenten support. Hij verzorgde de middelen voor de POP-corner en voor de ontwikkeling van een careerservice in de faculteit. En hij deelde graag met studenten zijn nieuwe ervaringen en zijn uitbreidende netwerk. De selectie van assessoren in het bestuur had zijn bijzondere aandacht. Ook in zijn nieuwe positie gaf hij studenten het gevoel tot de academische gemeenschap te horen. Onder het gezag van Menno zijn voorts belangrijke verbeteringen aan het Pieter de la Courtgebouw doorgevoerd. Het inrichten van 'common rooms' op de verschillende gebouwverdiepingen was faciliterend voor collegiale ontmoetingen.
Evenzeer op universitair niveau profileerde hij zich als de bedrijfsvoerder van de ontwikkeling van jonge medewerkers. Hij was een stuwende kracht achter het universitaire traineeprogramma. Verder propageerde hij de noodzaak meer aandacht te geven aan de persoonlijke ontwikkeling van de vele instituutsmanagers. Menno meende dat de universiteit er belang bij heeft de onderlinge verbondenheid te vergroten tussen deze functionarissen dichtbij het primair proces. Zijn streven naar samenwerking tussen faculteiten toonde hij eveneens door zijn inzet voor een gemeenschappelijke zalenpool en vanuit zijn latere bestuurlijke positie bij de Faculteit der Geesteswetenschappen voor een gezamenlijke opleiding Urban Studies en een bredere samenwerking rond NIMAR.
Die stap vanuit Sociale Wetenschappen naar Geesteswetenschappen maakte hij in 2015. Zijn bestuurlijke werk zette hij daar voort met dezelfde opvattingen en aanpak. En wederom ontving hij waardering voor zijn sociaal-communicatieve eigenschappen. Tot september van dit jaar was hij portefeuillehouder Bedrijfsvoering van Geesteswetenschappen. Hij bouwde daarna af met projectwerk voor de Faculteit Rechtsgeleerdheid (het oude honk), Geesteswetenschappen en het Bestuursbureau. Zijn afscheidswoorden aan de facultaire gemeenschap van Geesteswetenschappen eindigde hij met: ‘Kijk naar elkaar om en zorg een beetje voor elkaar.’
Al die jaren stond bij hem en Jorrita de deur open voor collega’s van alle rangen en standen. Om in een fijne ambiance rustig te kunnen reflecteren op actuele vraagstukken binnen de universiteit. Want dat kon hij als geen ander: het nuttige met het aangename combineren. Die eigenschap maakte hem dierbaar en uniek. Midden in een gesprek over een bedrijfsvoeringsonderwerp kon hij dan plotseling een culinair college geven. Over een zelf gemaakte kersenjam verklapte hij dan het grote geheim: ‘voeg een passende doch rijke hoeveelheid Crème de Cassis toe aan het kersenmost, voordat het de potten ingaat; een fijnbesnaarde essence...' In het voorjaar van 2021 zouden Menno en Jorrita beiden gaan genieten van hun pensioen. Die deur zou natuurlijk open blijven staan voor eenieder die het contact graag gaande wilde houden.
Een innemend en sociaal mens is ontijdig heengegaan. Het is enorm verdrietig dat het Menno en Jorrita niet gegeven is samen aan een nieuwe levensfase te beginnen. We zullen allemaal tijd nodig hebben om daarmee te leren leven. We blijven in gedachten Menno bij ons houden als warm pleitbezorger van gulheid, hartelijkheid en saamhorigheid.
Rolf Oosterloo - makker van Menno in de bedrijfsvoering. Met dank aan Jouke de Vries voor de feiten en verhalen uit de wetenschappelijke loopbaan van Menno en aan Mirjam Sombroek voor het verhaal over het culinair college.