Commissie gestart met onderzoek naar beschuldigingen antisemitisme
De Universiteit Leiden heeft een commissie ingesteld die onderzoekt of beschuldigingen van antisemitisme binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid gegrond zijn. De commissie onder voorzitterschap van prof. mr. G.J.M. Corstens, oud-president van de Hoge Raad, bestaat uit drie leden en is inmiddels gestart met haar werkzaamheden.
In de week van 23 november 2020 hebben het college van bestuur van de Universiteit Leiden berichten bereikt over beschuldigingen van antisemitisme en de afhandeling daarvan. De signalen hebben in het bijzonder betrekking op een hoogleraar van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Deze geluiden hebben tot grote onrust geleid, ook bij betrokkene zelf, en verschillende reacties teweeggebracht binnen de betrokken afdeling, de faculteit en de universiteit.
Daarnaast is er maatschappelijke onrust ontstaan vanwege een breder en gepolariseerd debat dat momenteel landelijk gevoerd wordt en waarin de academische vrijheid en de mogelijke grenzen daaraan centraal staan. Ook wordt de vraag gesteld onder welke voorwaarden een wetenschappelijke functie kan samengaan met een politieke functie. Ook hierover zijn bij de universiteit reacties binnengekomen. Het zijn belangrijke vragen die in een breder – landelijk – debat moeten worden beantwoord.
Het onderzoek van de Universiteit Leiden richt zich op de onrust die binnen haar gelederen is ontstaan. Het college van bestuur ziet hierin aanleiding te onderzoeken of de berichten van antisemitisme en de afhandeling daarvan op waarheid berusten. Daartoe heeft het college een externe onderzoekscommissie samengesteld, bestaande uit prof. mr. G.J.M. Corstens, oud-President van de Hoge Raad (voorzitter), drs. A.M.C. Eijsink voormalig lid van de Tweede Kamer, en mr. M.C. Aarts, oud-notaris.
Het onderzoek vindt onder andere plaats door middel van gesprekken met promovendi, oud-promovendi, medewerkers, oud-medewerkers en verder met iedereen met wie de commissie wil spreken. Alle bij de universiteit binnengekomen relevante stukken, brieven en andere reacties, met soms uiteenlopende perspectieven op wat er is gebeurd, zijn inmiddels aan de commissie ter hand gesteld.
Concreet luidt de opdracht van het college van bestuur van de Universiteit Leiden aan de commissie:
- Is binnen en rond de facultaire afdeling waarin de betrokken hoogleraar werkzaam is sprake geweest van uitingen van antisemitisme door deze hoogleraar of door een van de (oud-)medewerkers van de universiteit, inclusief de (oud-)promovendi; en zo ja, op welke wijze manifesteerde zich dit? Het staat de commissie vanzelfsprekend vrij om over alle signalen die zij in haar onderzoek ontvangt te rapporteren.
- Indien er sprake was van antisemitisme: waren leidinggevenden, inclusief (co-)promotoren, daarvan op de hoogte; en zo ja, op welke wijze werd hierop gereageerd?
De commissie hoopt in januari haar onderzoek te hebben afgerond. Gedurende het onderzoek worden geen mededelingen gedaan. Daarna zal de Universiteit Leiden weer volop meedoen aan het nationale en internationale debat over academische vrijheid.
Mediavragen
Voor mediavragen over of naar aanleiding van dit bericht kunt u contact opnemen met de woordvoerder van de Universiteit Leiden: c.van.overbeeke@bb.leidenuniv.nl