Studenten maken kennis op afstand
Voor veel studenten is door de coronacrisis het groepsgevoel ver te zoeken tijdens de studie. Lettie Dorst, universitair docent vertalen en Engelse taalkunde, vertelt hoe ze probeert toch een ‘community of learners’ te creëren.
‘Ik ben het gewend om studenten veel vrijheid te geven. Meestal laat ik ze in groepjes zelfstandig aan een globale opdracht werken. Maar bij online onderwijs werkt dat niet: voor de break-out rooms moet je heel gedetailleerde instructies geven, anders komt er niets uit.
Naar mijn idee ligt dat aan het werken met camera’s en microfoons. Veel studenten zijn onzeker door het gebrek aan non-verbale communicatie. Wanneer kun je het woord nemen? Wat als je tegelijk praat? En dan moet je ook nog op tijd jezelf unmuten. Er zijn zelfs studenten die helemaal niets meer zeggen. Soms durven ze hun microfoon niet aan te zetten, bijvoorbeeld vanwege omgevingslawaai. Soms hébben ze niet eens een microfoon of camera. Aan de tegeltjes zie ik dat ze zijn ingelogd, maar ik heb geen idee hoe ze het vinden.’
Hebben die beperkingen ook sociale gevolgen?
’Je hebt studenten die het oké vinden dat het scherm nu ons middel is, maar ook studenten die daar echt onder lijden. We onderschatten hoeveel community building er plaatsvindt bij fysieke colleges. Zeker voor de nieuwe studenten die elkaar helemaal niet kennen. In plaats van het geroezemoes voor de start van het college heb je online een soort oorverdovende stilte.
Daarom besteed ik vaak de eerste minuten aan wat chit chat: “Hé, is dat je kat?” Dan wordt er een kat omhoog gehouden en hoor je opeens: “O, wat lief! Kijk nou!” Je merkt dat studenten dat soort kleine sociale momenten fijn vinden. Bij hybride colleges draai ik mijn laptop even om, zodat de mensen in de zaal kunnen zwaaien naar de mensen thuis.’
Heb je nog meer tips?
‘Ik heb geëxperimenteerd met asynchrone tools, zoals Pitch2Peer. De studenten pitchen hun liedvertalingen en anderen konden die beluisteren, liken en becommentariëren. Dat vonden ze volgens mij wel leuk, maar ook daar zie je dat slechts een deel van de studenten een pitch opneemt.
Beter ging het met de online discussieborden. Bij al mijn cursussen open ik vooraf een discussiebord waar studenten iets over zichzelf kunnen vertellen. Dat doen ze echt allemaal, vaak met heel persoonlijke dingen. Zelfs in de colleges komen ze daar nog wel eens op terug. Ook voor discussies hebben de studenten dit medium omarmd. Ze reageren op elkaar en daarbij zie je dat ze elkaars posts ook echt gelezen hebben. Dat toont hun behoefte aan discussie, want vóór de coronacrisis had ik nooit succes met die borden.
Wat vinden de studenten het leukst?
‘In de chat komen ze écht los. Sommige collega’s klagen dat die chats alle kanten op gaan. Ik vind het wel meevallen: ze dwalen zelden ver af en je merkt het meteen wanneer ze iets interessant vinden. Ze reageren razendsnel op elkaar. Ik heb me erbij neergelegd dat ik de chat niet altijd kan volgen. Je kunt een student laten modereren, maar die durft jou meestal niet te onderbreken als je aan het praten bent.
De studenten zijn ook enthousiast over de projectopdrachten waarbij ze in groepjes samenwerken via Teams. Zo kunnen ze overleggen zonder dat ze hoeven te zoeken naar momenten dat ze allemaal op de campus zijn. Voor groepsopdrachten zou het dus wel eens een blijvende aanvulling kunnen zijn