Hybride onderwijs: toekomst of tussenoplossing?
Sinds september is een groot deel van het onderwijs ‘hybride’: studenten kunnen een vak zowel thuis (online) volgen als fysiek in de collegezaal. Wat vinden studenten hier zelf van? We vroegen het aan Emma en Cornelia van de ResMA Classics and Ancient Civilizations.
‘Ik concentreer me beter in de collegezaal’
‘De computer is voor mij een object dat passiviteit oproept.’ Emma Mendez Correa zit in het tweede jaar van de research master Classics and Ancient Civilizations. Volledig online onderwijs viel haar zwaar, dus ze is blij dat ze weer colleges op de campus kan volgen. ‘Voor het vak Herodotus and Ancient Civilizations kom ik elke week naar Leiden. Ik concentreer me veel beter in de collegezaal.’
Ze legt uit hoe hybride onderwijs werkt: ‘Je kan het college zowel virtueel als in de collegezaal op de universiteit volgen. Aan het begin van het college haalt een student of docent een camera en statief op bij de technische dienst. Deze wordt aangesloten op een computer. Via een programma kunnen de mensen thuis dan live de docent zien en horen. Ze kunnen vragen stellen via de chat en zien de PowerPointpresentatie van de docent ook op hun scherm.’
Vertraging op de lijn
De overgang naar hybride onderwijs ging niet vlekkeloos, aldus Emma. ‘Je merkte in het begin dat studenten die het college thuis volgden zich bezwaard voelden om vragen te stellen. Zo is er soms vertraging op de lijn en de student weet ook niet hoe hard het volume van de speaker in het lokaal staat.’
‘Volledig online was geen succes’
‘Om dit ongemak weg te nemen vroeg onze docent, Casper de Jonge, mij om technisch assistent (TA) te zijn. Als TA zit ik in de collegezaal achter de computer en houd ik contact met de mensen thuis. In de praktijk betekent dit dat ik de chat in de gaten houd en het aangeef wanneer een student thuis iets wil zeggen. De studenten thuis kunnen ook aan mij in de chat vertellen dat ze de docent of een vraag van een student in de collegezaal niet kunnen verstaan, dan transcribeer ik dat voor ze.’
Zowel de docent assisteren als het college proberen te volgen kan best pittig zijn, vindt Emma. ‘Nu we in de tweede helft van het semester zitten merk ik dat het multitasken veel vraagt. Het zou misschien beter zijn als de TA zelf niet ook als student het betreffende vak moet volgen. Maar ik ben er inmiddels wel aan gewend en ik vind het ook leuk om te doen.’
‘Hybride vormen van lesgeven kunnen het onderwijs inclusiever maken’
Cornelia Hefting is ook TA, maar dan voor het vak Greek Responses to Rome. Ze is opgelucht met de komst van hybride onderwijs: ‘In deze extreme situatie zie ik hybride onderwijs wel als een verrijking. Het alternatief is om onderwijs volledig online te geven – dat was vorig semester het geval – maar dat vond ik geen succes. Ik vind het zelf erg lastig om mijn aandacht bij online colleges te houden. En het was ook eenzaam en demotiverend om maandenlang in je eigen kamer te zitten en bijna geen mensen van je studie te zien.’
Heeft hybride onderwijs ook een toekomst na corona? Emma ziet colleges liever weer volledig fysiek plaatsvinden. ‘Persoonlijk vind ik dat hybride onderwijs fysiek onderwijs niet kan vervangen,’ benadrukt ze. ‘Het kan een goede back-up zijn, maar ik denk dat je als student minder opsteekt als je online onderwijs volgt. Als de meeste colleges volledig of grotendeels online zullen zijn denk ik dat studeren heel anders wordt: minder leuk, minder dynamisch. Het sociale aspect ontbreekt dan.’
Cornelia is iets positiever gestemd dan haar studiegenoot: ‘Ik weet niet of ik hybride colleges een vaste plek in het onderwijs zou willen geven - er zitten immer veel nadelen aan. Maar door hybride onderwijs kunnen studenten fysiek college volgen zonder dat studenten die ziek zijn of niet naar Nederland kunnen komen daar onder lijden. Ook na corona kunnen hybride vormen van lesgeven het onderwijs inclusiever maken.’