Honger is geen tekort aan eten maar eenzaamheid in Mentawai
Hoe kan het dat mensen zeggen dat ze honger hebben terwijl ze voldoende eten tot hun beschikking hebben? Op het Indonesische eiland Siberut wordt met de term ‘honger’ niet enkel het gebrek aan voedsel bedoeld, maar vooral het gebrek aan sociale contacten om samen te eten. Het delen van eten tijdens rituelen is bevredigender dan de voedingswaarde van eten zelf. Dat is conclusie van Darmanto Darmanto in zijn PhD onderzoek “Goed om te Produceren, Goed om te Verdelen: Voedsel, Honger en Sociale Waarden in een Hedendaagse Mentawaise Gemeenschap”. Darmanto heeft zijn dissertatie succesvol verdedigd op 26 november 2020.
Darmanto heeft verslag gedaan van meer dan 3000 maaltijden bij Mentawaise families. Zijn onderzoek draagt bij aan de notie van ‘global food and security’, een term die de laatste decennia vaak gebruikt wordt in beleidsvorming. Darmanto: “Je kunt voedselzekerheid niet alleen bestuderen vanuit een economisch of nutritioneel perspectief. De culturele bepaling van honger is ook belangrijk voor voedselzekerheid en de hongerbeleving van mensen.” Voedsel is niet alleen een biologische noodzaak, maar het speelt ook een grote sociale en culturele rol in het leven van de Mentawai. Wanneer de culturele betekenis van ‘honger hebben’ niet in acht wordt genomen, kunnen er verkeerde conclusies getrokken worden en verkeerde ‘hulp’ programma’s opgezet.
Honger bij de Mentawai
Siberut is onderdeel van de Mentawai-eilanden, die zo’n honderd kilometer voor de kust van West-Sumatra in Indonesië liggen. Het eiland is bijna 4000km2 groot en beschikt over veel vruchtbare grond. Darmanto deed 15 maanden veldwerk in de nederzetting Muntei, waar ongeveer 650 mensen wonen. Regelmatig beweren deze inwoners dat ze malaje (honger) hebben. De Food Security and Vulnerability Atlas of Indonesia (2015) klassificeert het als een gebied met voedselonzekerheid. Vanuit die gedachte wordt er vanuit de Indonesische regering rijst gestuurd naar het eiland. Maar het eiland rijk is aan bronnen die in overvloed voedsel produceren.
Darmanto realiseerde zich tijdens zijn tweede jaar veldwerk dat ‘honger hebben’ niet gerelateerd is aan een gebrek aan eten, maar aan het gevoel dat mensen hebben over eten. De familie met wie hij een maaltijd at, had medelijden met hem. Darmanto: “Ik was alleenstaand op dat moment, had slechts een handvol vrienden in het dorp en ik kwam oorspronkelijk niet van het eiland. Ik had dus geen familie om voor te zorgen en was niet bekend met het lokale eten zoals sago en taro. Die familie zei me dat ik ‘honger’ zou lijden. Honger wordt geassocieerd met eenzaamheid door de Mentawai. Het gaat hen dus niet om de hoeveelheid eten, maar welk voedsel en met wie je het kan nuttigen.”
Geen voldoening na 300 kilo rijst
De dorpelingen halen voedsel uit omringende ecosystemen zoals de sago-velden, taro-velden, hun tuinen, de velden in het bos en rivieren, de zee en mangrovebussen. Naast plantaardig voedsel dat ten overvloede aanwezig is, hebben de inwoners ook toegang tot dierlijk voedsel en eten zij regelmatig vlees en vis. Mensen consumeren drie behoorlijke maaltijden per dag en in ongeveer 70% van de gevallen bevatten die maaltijden vis of vlees. Darmanto: “Sago en vlees wordt gezien als bevredigend voedsel. Als een Mentawai 300 kilo rijst zou hebben maar hij moet het alleen opeten, dan voelt hij zich niet vol en zal hij zeggen dat hij honger heeft. Het sturen van bijvoorbeeld rijst, voegt dan weinig toe. Dat is het belang van mijn studie. Je moet de lokale en specifieke culturele omstandigheden kennen om te weten of mensen een voldaan gevoel hebben en of ze zich zeker voelen. De toegezonden rijst gebruiken de Mentawai voornamelijk als voeding voor de varkens en kippen.”
Verbeteren van hulpprogramma’s
Deze kennis is belangrijk voor overheden en ngo’s. Darmanto: “Goed vertrouwen is niet genoeg. Als je de verkeerde aanname maakt over voedselzekerheid, dan zal het hulpprogramma om een gezond voedsel systeem te creëeren niet werken. Zoals het sturen van rijst door de Indonesische overheid. Antropologen kunnen bijdragen aan het laten slagen van noodprogramma’s omdat zij oog hebben voor de culturele betekenis van, in dit geval, het hebben van honger.”