'Het is leuk dat er echt wat met ons advies wordt gedaan door de organisatie'
Een verslag schrijven voor een docent, een cijfer krijgen en vervolgens kijkt nooit meer iemand om naar je onderzoek. Zonde toch? Dat is bij het vak Personal and Professional Impact (PPI) heel anders. Tijdens dit derdejaars bachelor vak van Culturele Antropologie passen studenten hun antropologische kennis en vaardigheden toe op een consultancy casus. Geen opdracht enkel voor de universiteit dus, maar onderzoek naar een bestaand maatschappelijke vraagstuk aangeleverd door een organisatie uit de publieke sector. Vierdejaars student Marleen Kop gaf vorig jaar samen met drie studenten advies aan de stichting Mentorschap Haag & Rijn over het vergroten van de diversiteit.
Stichting Mentorschap Haag en Rijn ondersteunt mensen die door uiteenlopende redenen geen zelfstandige besluiten kunnen nemen wat betreft hun medische verzorging en verpleging. Veelal zijn dit mensen die geen familie of netwerk hebben. De stichting werft vrijwilligers die opgeleid worden tot mentoren die de wettelijke vertegenwoordiger van de client worden. Wendy van Veen is coördinator van de regio Leiden bij de stichting. “Stichting Mentorschap Haag & Rijn wil graag een afspiegeling van de samenleving zijn, maar wij signaleerden dat we vrij ‘wit’ zijn. We hebben weinig mentoren met een migratie achtergrond. Wij vroegen ons af waar dat aan ligt. Zelf hebben wij geen tijd om hier gedegen onderzoek naar te doen, dus de vraag uitzetten bij studenten was een ideale oplossing.”
In kaart brengen
Om goed advies te kunnen geven, brachten Kop en haar drie klasgenoten eerst de organisatie in kaart. “We wisten dat de stichting meer diversiteit wilde uitstralen en meer mentoren wilde aantrekken met een niet-Westerse achtergrond. Maar daarvoor moesten we eerst de vraag helder krijgen. Daarom hebben we gesproken met drie bestaande mentoren met een migratieachtergrond en gevraagd hoe zij het diversiteitsprobleem zien en wat zij denken wat en hoe er iets veranderd moet worden. Vervolgens zijn we in diversiteitsliteratuur gedoken en hebben we gekeken hoe andere stichtingen dit aanpakken en dat hebben we omgevormd tot een advies.”
Eye-opener
De belangrijkste conclusie uit het advies van de studenten is dat het niet perse uitmaakt welke achtergrond een mentor heeft om goed te kunnen matchen. Belangrijker is het dat een mentor cultuursensitiviteit heeft. Van Veen: “Wanneer begrijp je elkaar, heeft dat met komaf te maken? Dat was voor ons echt een eye-opener. We waren erg gericht op afkomst bij de matching. Maar dan ben je eigenlijk heel zwart-wit aan het denken. Je hoeft niet van Marokkaanse afkomst te zijn om een Marokkaanse client goed te kunnen begrijpen. Het ligt er ook maar net aan uit welke regio van Marokko je geboren bent. En welke normen en waarden je hebt mee gekregen. Dat is heel goed inzichtelijk gemaakt in het advies en erg waardevol voor ons.”
Leerzaam proces
Voor Kop en haar medestudenten was het een leerzaam proces. Allereerst om antropologische begrippen en denkwijzen uit te leggen aan mensen die daar niet bekend mee zijn, maar ook over de toepasbaarheid van antropologie in de praktijk. Kop: “Deze opdracht van PPI heeft mij erg geholpen om te zien aan wat voor vraagstukken je als antropoloog kan bijdragen uit de maatschappij. Aan het begin van de opleiding hoor je vaak dat je een kritische nieuwe blik op de wereld ontwikkelt. Ik vond het erg leuk om na 2,5 jaar studeren te merken dat we inderdaad een antropologische manier van denken hebben aangeleerd dat toepasbaar en waardevol is in de praktijk.”
Advies wordt gedeeld
Het leukste aan PPI vindt Kop dat er daadwerkelijk wat wordt gedaan met de uitkomsten van hun onderzoeken. Mentorschap Haag & Rijn neemt het advies mee in de vernieuwing van hun interne opleiding voor mentoren. Het rapport is uitgebreid besproken binnen de organisatie. Niet alleen in Leiden, maar ook in de andere vier regio’s en tijdens de landelijke werkgroep diversiteit. “We hebben ook een stukje geschreven in onze nieuwsbrief die naar alle mentoren wordt gestuurd. De opgedane kennis houden we dus niet voor ons alleen, maar delen het weer met anderen. Dat de studenten dit voor ons hebben uitgezocht is echt een kadootje met waardevolle informatie op heeft geleverd. Voor komend jaar hebben we nog twee vraagstukken die we graag door antropologie studenten laten beantwoorden.”
Personal and Professional Impact for CADS is een derdejaars antropologie vak. In deze cursus passen studenten hun antropologische kennis en vaardigen toe op een consultancy casus aangeleverd door een organisatie in de publieke sector. Door middel van een concreet, vraag gestuurd onderzoeksproject trainen studenten 21e-eeuwige vaardigheden en competenties en reflecteren ze op hun persoonlijke ontwikkeling en perspectief op de toekomst. De cursus bestaat uit twee onderling verbonden delen: Professional Impact en Personal Impact.