Van een levendige appgroep tot een online gameavond: het mentorproject onder de loep
Eerstejaars studenten aan de Faculteit Governance and Global Affairs wegwijs maken in een sterk veranderende universitaire wereld vanwege Covid-19. Dat is het doel van het mentorproject dat sinds dit collegejaar loopt. Twee studentmentoren en een student vertellen over hun bevindingen. ‘Je kan alles vragen, krijgt handige tips en leert elkaar toch kennen ondanks dat we elkaar niet veel zien.’
Het mentorproject biedt extra ondersteuning aan beginnende studenten door studentmentoren die weten hoe de universiteit werkt. De studentmentoren zorgen voor binding onderling en fungeren als vraagbaak in een collegejaar waarin door corona alles anders is dan iedereen zich ooit had kunnen voorstellen. Elke studentmentor begeleidt twee groepen eerstejaars en is altijd aanwezig tijdens het wekelijks mentoraatuur. In het eerste blok kon dit fysiek op de Campus Den Haag, waardoor de studenten elkaar, de studentmentor én de docenttutor konden leren kennen. De komende tijd zal ook dit steeds meer online gaan plaatsvinden.
Sociale aspect
Ook is de studentmentor, naast het opbouwen van de studievaardigheden en de uitleg over de gang van zaken rond tentamens, studeren en de systemen, bezig met het organiseren van activiteiten. ‘Het gaat dus niet alleen om de academische vaardigheden, maar ook om het sociale aspect,’ legt Megan Elijzen (21) uit. Ze is naast studentmentor ook coördinator van de studentmentoren Bestuurskunde. Megan is al actief als studentvoorlichter en zag de vacature voor deze functie voorbij komen. ‘Het leek me een leuke bijbaan, het is een mooie manier om betrokken te zijn bij eerstejaarsstudenten.’
Megan: ‘Het grote voordeel is dat ik voor de studenten heel makkelijk bereikbaar ben’
Laagdrempelige groepschat
De communicatie tussen de mentoren en de groep verloopt meestal via whatsapp. ‘Via de groepschat kunnen er makkelijk vragen gesteld worden, heel laagdrempelig. Er wordt heel veel gebruik van gemaakt, dat is volgens mij een goed teken. Je stelt eerder een vraag in de groepsapp dan dat je een docent gaat mailen. Het grote voordeel is dat ik voor de studenten heel makkelijk bereikbaar ben’, legt Megan uit.
Dit wordt zeker beaamd door Len-Marie Boele (18) uit Alblasserdam. Ze is eerstejaarsstudent bestuurskunde en is blij met het mentorprogramma. ‘Onze groepsapp is heel levendig. Wel fijn in deze coronatijd als je zoveel thuiszit. Het zorgt in ieder geval voor sfeer.’ Vooral de praktische kant van het programma spreekt haar aan. ‘Studentmentor Megan is heel toegankelijk, je kan alles vragen. Je krijgt handige studietips, leert waar je de samenvattingen kan vinden. Dat zijn dingen die je niet snel aan een docent gaat vragen. Je wordt wegwijs gemaakt en ondanks dat we elkaar niet veel zien leer je elkaar door het uur mentoraat in de week elkaar toch een beetje kennen.’
Meerwaarde overduidelijk
Rana Kuseyri (21) is studentmentor bij LUC (Leiden University College). Ze haalde haar bachelor Liberal Arts and Sciences en studeert nu rechten. Rana is studentmentor geworden omdat ze ook tijdens haar opleiding al erg actief was binnen de LUC-gemeenschap. ‘In mijn eerste jaar zat ik ook in de Opleidingscommissie, daarna als studentlid in het Opleidingsbestuur. Dus ik was al heel erg betrokken bij studenten en hielp ze met allerlei zaken. Dat wilde ik graag blijven doen, ook na mijn opleiding, maar dan dus op een andere manier. Het is heel fijn om alle dingen die ik in de afgelopen drie jaar heb geleerd over te kunnen brengen aan eerstejaars.’
Voor Rana is de toegevoegde waarde van een studentmentor overduidelijk. ‘Toen ik net bij LUC begon kende ik iemand die in het derde jaar zat. Het is ideaal als je een ouder iemand hebt die je wegwijs maakt. Dat dat er nu voor iedereen is door het mentorproject, is zeker een meerwaarde. Dan gaat het niet alleen om zaken die op het onderwijs gericht zijn, maar ook over het leven op de Campus, het gebouw, de gemeenschap. Het is bijvoorbeeld niet niks om ineens in een gebouw met 400 studenten te wonen. Dan is het fijn als je iemand kent die daar al ervaring mee heeft. Dan weet je zeker dat je nooit alleen bent. Er is altijd iemand om je te helpen.’
Weinig activiteiten
Toen Megan Elijzen begon met studeren had ze deze begeleiding ook niet. Terugkijkend had ze dat best willen hebben. ‘Zeker als ik, zoals deze eerstejaars, in coronatijd was begonnen. Je komt nauwelijks op de universiteit, weet helemaal niet hoe alles werkt. Ik had dan ook wel een student willen appen hoe dat allemaal werkt.’
Len-Marie is blij dat ze nog af en toe naar de campus in Den Haag mag, maar vindt het jammer dat er weinig activiteiten zijn om haar studiegenoten op een andere manier te leren kennen. ‘Dat is nu even niet anders, maar hopelijk verandert dat nog wel in de loop van het jaar’, zegt de eerstejaars student.
De sociale activiteiten zijn natuurlijk ook bedoeld om elkaar beter te leren kennen, maar ook hierbij zorgt corona voor improvisatievermogen bij de studentmentoren. Op ontdekkingstocht in Leiden met museumbezoek plus een borrel in kleine groepjes, zoals eigenlijk het plan was: vergeet het maar. Megan: ‘Horeca is dicht en reizen wordt afgeraden, dus dat gaan we niet doen. Wat we binnenkort wel gaan doen is nog geheim, maar het wordt in ieder geval een volledige online-activiteit en de studenten krijgen thuis wat opgestuurd. Meer kan ik niet verklappen nu.’
Rana: ‘Ik wil een wekelijks online koffiemoment gaan invoeren om elkaar toch te kunnen 'zien'’
Hechte gemeenschap
Ook bij LUC is Rana bezig om activiteiten te bedenken. Zeker voor de hechte LUC-gemeenschap is het elkaar niet kunnen zien vanwege corona lastig, merkt ze. ‘Iedereen zit geïsoleerd in zijn of haar eigen studio. Daarom heb ik deze week nog een online-gameavond georganiseerd en wil ik een wekelijks online koffiemoment gaan invoeren om elkaar toch te kunnen ‘zien’.’
Rana blijft ondanks de pandemie positief en probeert dit ook over te dragen aan haar studenten. ‘Ik spoor ze aan om op elkaar te letten voor zover dat gaat en benadruk dat het voor iedereen een abnormale situatie is waarin we ons bevinden. We moeten er met z’n allen toch het beste van zien te maken.’ Voor de evaluatie van het project heeft Kuseyri vast een aanbeveling. ‘Het moet zeker blijven en ik denk dat het een goed idee is om ook eerstejaars studenten te betrekken bij de organisatie.’
Tekst: Margriet van der Zee
Het project
Half mei is vanuit het crisisteam ‘Remote teaching & toetsing’ het idee van ‘cohortering’ gelanceerd. Doelstelling: Het mentor- en tutorsysteem streeft ernaar nieuwe studenten een kleinschalige, veilige setting te bieden binnen de massaliteit van het eerste jaar, waarin zij zich gezien en gehoord voelen. Ook beoogt het de eerstejaars vertrouwd te maken met de wereld van de universiteit, de studie en de stad.
Cijfers en feiten
Voor het project is geld vrijgemaakt door de aanpassing van de kwaliteitsafspraken 2021. Facultair verantwoordelijk voor de opzet: Koen Caminada. Projectleiders uitvoering: Lisette van Putten en Maya Vos. Het aantal geworven mentoren was gebaseerd op een inschatting van het aantal studenten en de groepsgrootte. Ba Security Studies: 9 mentoren, Ba Bestuurskunde: 10 mentoren, Ba LUC: 5 mentoren, Ma Crisis & Security Management: 4 mentoren, Ma Management van de Publieke sector: 2 mentoren, Ma Public Administration: 3 mentoren. Aanstelling van 1 september tot 1 februari.