Leidse studenten redelijk positief over online onderwijs
De studenten van de Universiteit Leiden zijn tevreden over het online onderwijs dat ze in het tweede semester kregen. Opvallend is dat ze meer tevreden waren met online kennisoverdracht dan met het onderwijs gericht op de verwerking van de stof. Dit blijkt uit een uitgebreide evaluatie.
Hoe hebben studenten het online onderwijs ervaren waarmee ze aan het begin van het tweede semester, in de eerste helft van 2020, ineens werden geconfronteerd? Dat was het onderwerp van een uitgebreide evaluatie die het ICLON op verzoek van het College van Bestuur uitvoerde. De evaluatie is meteen gebruikt om verbetering aan te brengen in de technische ondersteuning van studenten. Aan andere verbeteringen wordt gewerkt.
Motivatie opbrengen lastiger bij thuiswerken
Ondanks het korte tijdsbestek van enkele weken waarin de omslag van fysiek naar online onderwijs moest worden gemaakt, is de waardering van studenten voor het onderwijs, inclusief de toetsing, over het algemeen redelijk positief. Het werken vanuit huis is voor de meeste studenten geen probleem, zij het dat ze het moeilijker vinden zichzelf te motiveren. De enquête heeft zich overigens wel uitsluitend gericht op het onderwijs zelf en niet op het welbevinden van studenten in deze tijd van weinig mogelijkheden om medestudenten en docenten daadwerkelijk te ontmoeten. In het kader van Caring Universities wordt hier een apart onderzoek aan gewijd waarover na afronding berichtgeving volgt.
Kritiek op technische ondersteuning
Het belangrijkrijke kritiekpunt van veel studenten betrof de technische ondersteuning: die was niet altijd makkelijk te krijgen en kon ook beter. Inmiddels zijn bij de helpdesk voor studenten verbeteringen doorgevoerd: de informatie op de website is verbeterd en er is adequate beantwoording geregeld van veel voorkomende vragen. De komende maanden wordt systematisch gekeken of dit voldoende is.
Kennisoverdracht versus verwerking
De evaluatie levert een aantal belangrijke inzichten op. Wat opvalt is dat onderwijsvormen voor kennisoverdracht, zoals videocolleges, videoclips en online studiemateriaal, hoger gewaardeerd worden dan onderwijsvormen gericht op de verwerking van kennis, zoals online discussies, online groepswerk en online practica. Op dit punt missen studenten kennelijk de dynamiek van een fysieke academische community waarin ze kunnen participeren. Nog een uitdaging voor docenten, hoewel het lastig zal zijn een gebrek aan fysieke colleges online op te lossen.
Liever geen groepsproducten en online proctoring
Wat online tentamens betreft hebben studenten over het algemeen waardering voor het take-home tentamen, schrijfproducten zoals een paper, het online openboektentamen en het tentamen met meerkeuzevragen. Minder tevreden zijn ze over online tentamens in de vorm van groepsproducten en over online tentamens met beperkingen.
Dat zijn online tentamens waarbij bijvoorbeeld niet naar eerder gegeven antwoorden kan worden teruggekeken en tentamens waarbij de student tijdens het onine beantwoorden van de vragen digitaal wordt gecontroleerd (online proctoring). Het advies aan docenten is vooral de nadruk te leggen op individueel werk en online tentamens met beperkingen eerst met studenten te oefenen.
Individuele begeleiding gewaardeerd
Studenten zijn in het bijzonder tevreden over de individuele begeleiding die docenten online bieden maar minder over online groepsbegeleiding; ze hebben duidelijk behoefte aan persoonlijke aandacht en ondersteuning. Deze les kan ook ter harte worden genomen in het mentoraat-tutoraat waarin, naast groepsbegeleiding, ook individuele vormen van begeleiding mogelijk zijn.
Verschillen tussen groepen?
Tenslotte is gekeken of groepen studenten verschillen in hun waardering voor het online onderwijs. Over het algemeen zijn masterstudenten wat positiever dan bachelorstudenten en vrouwen wat positiever dan mannen. Ook blijkt dat internationale studenten iets minder dan de Nederlandse studenten positief zijn over een aantal technische aspecten van online studeren en over het thuisstuderen. De grootste verschillen doen zich voor bij studenten met een functiebeperking: die zijn minder tevreden over het geboden onderwijs en de begeleiding. Momenteel wordt uitgezocht waar die verschillen precies in zitten en wat gedaan kan worden om hierin verbetering aan te brengen.
Matige respons
De evaluatie-vragenlijst werd verstuurd naar alle ingeschreven studenten, van wie 2337 studenten de vragenlijst invulden (een response van 7,5%). De resultaten van de evaluatie zijn na sluiting van de enquête zo snel mogelijk teruggekoppeld naar alle opleidingen ter verbetering van hun onderwijs na de zomer. Opvallend zijn de vele reacties van studenten op de open vragen die in de vragenlijst werden gesteld; die zijn een rijke bron van informatie voor opleidingen om verbeteringen door te voeren.
Analyse van behaalde studiepunten
Apart van de evaluatie is een analyse uitgevoerd van de behaalde studiepunten per cohort studenten. Daaruit blijkt dat van vertraging niet of nauwelijks sprake is. We zien dat meer studenten in het begin van het semester (blokken 3, 7 en 11) géén studiepunten haalden en ook dat het gemiddelde aantal studiepunten per student afnam. Maar nagenoeg alle studenten hadden deze achterstand aan het eind van het semester (blokken 4, 8 en 12) weer ingelopen. Dit geldt voor alle groepen.
Veel geleerd
Hoewel de situatie verre van ideaal is, lijkt het erop dat de docenten de snelle omslag naar online onderwijs met goed resultaat hebben weten te volbrengen en dat in het algemeen geen grote schade is aangericht aan de studievoortgang. In de afgelopen periode hebben docenten en studenten veel geleerd over online onderwijs. Deze ervaringen worden gebruikt om dat, waar mogelijk, verder te verbeteren.