De Nederlandse Opstand door Italiaanse ogen
Italiaanse geschiedschrijvers uit de 16e en 17e eeuw schreven opvallend vaak over de Nederlandse Opstand, beter bekend als de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Zij beïnvloedden met hun werken de publieke opinie in zowel Italië als in de Nederlanden. Dat concludeert historicus Cees Reijner in zijn proefschrift. Promotie op 8 oktober.
Er zijn bibliotheken vol geschreven over de Nederlandse Opstand tegen de Spaanse koning Filips II die onder andere verantwoordelijk was voor de bloedige vervolging van protestanten. Minder bekend is de rol van de Italiaanse geschiedschrijvers in dit conflict. De Italianen waren zeer geïnteresseerd in de politieke en religieuze problemen in de Nederlanden omdat Italië ook deel uitmaakte van het Spaanse deel van de Habsburgse monarchie, verklaart historicus Cees Reijner. Daarom verschenen er in de 16e en 17e eeuw opvallend veel Italiaanse publicaties over de Opstand (historici prefereren deze term boven Tachtigjarige Oorlog). De promovendus gebruikte voor zijn onderzoek vele Italiaanse primaire bronnen zoals ongepubliceerde manuscripten, diplomatieke rapporten, traktaten, brieven, pamfletten, levensbeschrijvingen, memoires, kronieken en uiteraard geschiedwerken.
Rebellerende Nederlanders als inspiratiebron
Sommige Italiaanse werken werden geschreven voor lokale politieke doeleinden in Italië zelf, ontdekte Reijner. Geschiedschrijving over het Nederlandse conflict bood de Italiaanse auteurs - geschiedschrijvers, militairen, geestelijken, adel - de mogelijkheid kritiek te uiten op plaatselijke debatten of de ambities te ondersteunen van een lokale aristocratische familie. Dat was bijvoorbeeld het geval in de stadrepublieken van Florence en Genua. In Genua verzette een deel van de adel zich tegen de dominantie van de Spaanse Habsburgers. De Genuezen Gerolamo Conestaggio en Giovanni Costa schreven over de Opstand en zagen de rebellerende Nederlanders als een inspiratiebron voor hun stad.
Gevoelige informatie
Andersom beïnvloedden Italiaanse auteurs zoals Guido Bentivoglio en Famiano Strada de publieke opinie in de Nederlanden, aldus Reijner. Nederlandse geschiedschrijvers en opiniemakers verwezen in hun publicaties naar Bentivoglio en Strada ter versterking van hun eigen pleidooi. Zo was Strada in zijn werk zeer kritisch over Alva’s politiek in de opstandige Nederlanden. De Italiaan had toegang had tot de familiearchieven van de Spaanse generaal Alexander Farnese en kon zo gevoelige informatie in zijn publicaties verwerken, waarvan de Nederlandse auteurs dankbaar gebruikmaakten.
Internationale uitwisseling politieke denkbeelden
De Italiaanse geschiedschrijving over de Opstand is politieker en invloedrijker dan lang gedacht, concludeert Reijner. Het relatief groot aantal Italiaanse werken over de Opstand droeg bij aan de internationale uitwisseling van politieke denkbeelden. Zijn proefschrift bevestigt dat geschiedschrijving en politiek-historische publicaties ook in de 16e en 17e eeuw een niet te onderschatten internationaal effect hadden.
Cees Reijner, De Nederlandse Opstand, 1585-1650 Een transnationale geschiedenis
Bannerafbeelding (Wikimedia): De slag bij Duins in 1639 door Reinier Nooms (ca. 1623-1664)