Hoe kleurenblind is de rechtspraak?
Kun je de etniciteit van een dader beter onbenoemd laten in de media? Het Honours College Law organiseerde een online themamiddag over discriminatie in het recht, en ook maar meteen in de hele samenleving.
Werken bij de politie maakt je soms discriminerender dan je was, zegt Peter Rodrigues, hoogleraar Immigratierecht aan het Europa Instituut in Leiden. Hij was een van de sprekers in de eerste paneldiscussie, die ging over Racisme en ongelijkheid in het recht. Rodrigues geeft trainingen bij de politie. 'Als je in Den Helder te maken hebt met veel Antillianen die rottigheid uithalen, doet dat iets met je ideeën.’ Dienders moeten volgens hem de bevoegdheid behouden om zelfstandig te oordelen, maar wel elkaar corrigeren. De politie moet daarnaast sturing geven om racisme en etnisch profileren te voorkomen.
De omstandigheden van de crimineel
In Nederland vertegenwoordigen eerste- tot tweedegenereatie-migranten 24 procent van de bevolking, maar wel 52 procent van alle verdachten van een strafbaar feit en zelfs 66 procent van de mensen in detentie. Universitair hoofddocent Strafrecht Sigrid van Wingerden deed interessant onderzoek naar die getallen. 'Ik ontdekte dat de verschillen verdwijnen als je corrigeert voor omstandigheden zoals geen werk hebben, verkeerde vrienden hebben en de ernst van het delict. Justitie was blij: zie je wel, wij discrimineren niet. Dat dacht ik eerst ook, maar het probleem is niet weg.' Dat deze mensen kennelijk onder meer criminaliserende omstandigheden leven, kunnen we niet naast ons neerleggen.’
Etniciteit (niet) weglaten in de media
Zou het helpen om de etniciteit van een dader onbenoemd te laten in de media, vraagt toehoorder Franchesca. Van Wingerden: 'Je moet inderdaad niet bij elke beroving die achtergrond benoemen, want het versterkt stereotypen. Maar toen half Gouda werd geterroriseerd door Marokkaanse jongeren, vond ik het goed dat dat werd benoemd. We moeten alleen ook benoemen wat mensen zónder migratieachtergrond doen.' Rodrigues denkt er anders over: 'Je moet het altijd benoemen, of nooit. Elke selectie is discutabel.' Hij lijkt te neigen naar altijd benoemen: 'Toen Pim Fortuyn was vermoord, stond de islamitische gemeenschap te trillen op haar benen. De opluchting was groot toen bleek dat het om een Nederlandse dader ging.'
Kijk juist wél naar iemands achtergrond
Het publiek oppert om bij strafrechtelijk (voor)onderzoek de naam en achtergrond van de verdachte weg te laten voor de behandelaars, om vooroordelen te voorkomen. Dat kan averechts werken, vinden de panelleden. 'Je kunt mensen ook tekort doen door niet naar hun achtergrond te kijken', denkt Janssen. Fischer: 'If you can’t see race, you cannot deal with racism. Ook in de rechtszaal moet je juist rekening houden met iemands achtergrond, zegt Van Wingerden. 'Stel dat een verdachte de rechter niet aankijkt. In Nederland is het een teken van respect om iemand aan te kijken, maar in andere culturen juist niet. Dat is belangrijk om te weten.
Gehele samenleving
De tweede paneldiscussie gaat over racisme en ongelijkheid in de samenleving als geheel. Panellid Abdullahi Abdulrahman Abdalla komt in zijn werk bij het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten allerlei misstanden tegen. 'Bij het naleven van allerlei mensenrechten gaat het mis, met name bij bepaalde groepen mensen. We zien dat het voor bepaalde groepen makkelijker is om bijvoorbeeld aanspraak te maken op het recht op juridische bijstand of het recht op onderwijs. Deelnemen, je veilig en betrokken voelen in de samenleving, het politieke systeem of de universiteit is moeilijker voor bijvoorbeeld een homoseksuele of een Somalische Nederlander.'
Vliegtuigschoonmaker met twee masters op zak
Na de twee panelgesprekken helpt Amir Ali Abadi de balans op te maken. Hij is projectmanager bij het Europa Instituut en lid van de Klankbordgroep Diversiteitsbeleid op de universiteit. 'Mijn vader zei altijd: "Je bent hier te gast, gedraag je voorbeeldig. Wees de beste, werk harder dan de anderen en je komt vanzelf bovendrijven." Abadi deed drie studies en werkte daarnaast veertig uur per week, maar merkte dat het er niet toe deed. 'Ik schrok me wild toen ik bij het UWV naar het "Bureau hoog opgeleide allochtonen" moest met twee masters op zak. Toen ik mijn cv had geüpload, kreeg ik het advies om te solliciteren als vliegtuigschoonmaker.'
Geen wijn in het kerstpakket
Wibren van der Burg, hoogleraar Rechtsfilosofie en Metajuridica aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam, herkent zich in het verhaal. Als homoseksuele Fries die opgroeide op de Veluwe heeft hij ook zijn portie gehad. 'Een grapje is oké, maar als je steeds hetzelfde grapje hoort, wordt het echt vervelend.' Een Marokkaans-Nederlandse collega zei eens tegen Van der Burg: 'Ik kon het hele kerstpakket zo door de gootsteen spoelen.' Het waren twee flessen wijn. Van der Burg: 'Iedereen mag wijn kopen, maar stop het niet meer in kerstpakketten voor het voltallige personeel. Toen ik dat voorstelde, kreeg ik veel hatemail. Toch moet het, want veel van die kleine veranderstapjes doen heel veel.'
Factor tijd
Leo lucassen, hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis benadrukt de factor tijd in processen van integratie en het verdwijnen van stigma's. 'Een stigma op een groep heeft heel lange effecten. Kijk naar de stigmatisering van Joden. Zelfs de holocaust heeft dat niet uitgeroeid, het blijft in de loop van de eeuwen stabiel.' En over Black Lives Matter: 'Als gezaghebbers zoals Trump grapjes maken, voelen mensen zich geoorloofd om het ook te doen en wordt racisme openlijker en harder.'
Ogen dicht voor misstanden
Volgens Lucassen gaat het allemaal om empathie. 'Je moet je kunnen en willen verplaatsen in mensen die soms heel grof worden gediscrimineerd.' Daarover had hoogleraar Maartje van der Woude, die het symposium voorzat, in haar inleiding iets interessants gezegd. Mensen zijn van nature empathisch, volgens gedragsbiologen. Maar toch: 'Mensen met privileges kunnen uit schuld- en schaamtegevoel hun ogen sluiten voor misstanden en het lijden van anderen. Hoe zichtbaar ook door moderne media, je blokkeert die beelden liever. Daarnaast kan stereotypering van groepen op basis van vooroordelen leiden tot onverschilligheid en zelfs vijandigheid.'
Deze twee mechanismen vormen een uitstekende verklaring voor het gebrek aan empathie dat het debat over racisme te vaak kenmerkt, aldus Van der Woude. Meer empathie, minder polarisatie, dat was de bedoeling van het symposium.
Zie hier voor een uitgebreidere versie van dit artikel.
Tekst: Rianne Lindhout