Eline van Slijpe schrijft AB annotatie over verdedigingsbeginsel
Voormalig masterstudent Eline van Slijpe (sinds 1 september jl. trainee wetgevingsjurist bij BZK) schreef samen met prof. Willemien den Ouden een annotatie in de AB die deze week verscheen (onder AB 2020/313).
Zij bespreken in hun commentaar op ECLI:EU:C:2020:192 de verhouding tussen het fundamentele Europese verdedigingsbeginsel (zoals deels gecodificeerd in art. 41 van het Handvest) en het recht van belanghebbenden om opmerkingen te maken uit artikel 108 VWEU. Het recht om opmerkingen te mogen maken is een ander recht dan het hoorrecht, dat de kern vormt van de rechten van de verdediging, zo stelt het Hof van Justitie in dit arrest vast. Het Hof bevestigt verder in deze zaak dat een schending van een procedureel recht alleen kan leiden tot vernietiging van een besluit dat valt onder de reikwijdte van het Unierecht wanneer de procedure zonder deze schending een andere afloop had kunnen hebben. Dit is het zogenoemde ‘andere afloop-criterium’.
Eline van Slijpe schreef afgelopen studiejaar haar scriptie voor de master Staats- en Bestuursrecht over het verdedigingsbeginsel. Daarin stelde zij al dat het andere afloop-criterium aan populariteit won in de jurisprudentie van het Hof. Deze scriptie is als top scriptie gepubliceerd op de website van het NJB.