Bij wie ligt de hegemonie in de 21ste eeuw?
Deze week verschijnt het boek 'Hegemony and World Order: Reimagining Power in Global Politics'. 'We hopen dat studenten, docenten beleidsmakers en burgers anders gaan denken door dit boek.'
In het boek gaat prof. dr. Jan Aart Scholte, hoogleraar Global Transformations and Governance Challenges aan de Universiteit Leiden, samen met zijn mede-auteurs in op de vraag of hegemonie een rol speelt bij het ordening van de wereldpolitiek van de eenentwintigste eeuw. Daarnaast wordt de vraag gesteld bij wie die hegemonie dan ligt, bij een leidende staat of bij een andere kracht?
Het boek geeft nieuwe inzichten over de huidige veranderende dynamiek van de wereldpolitiek. Zonder te veel te verklappen, welk inzicht zou u eruit willen lichten?
Scholte: 'We stellen bijvoorbeeld de vraag of hegemonie altijd moet liggen bij een staat of bij een groep van staten. In de wereld van vandaag is Facebook het grootste ‘land’. Met meer virtuele inwoners dan China, India en de VS bij elkaar. Neem bijvoorbeeld Google, Microsoft, Apple; samen ook zo’n grootmacht. Het is een ouderwetse manier van denken om te stellen dat hegemonie altijd en alleen bij een staat ligt. Omdat het in de 19e eeuw bij Engeland lag en in de 20ste eeuw bij de VS, het dan nu ook bij een overheersende staat moet liggen. Wij kijken er anders naar en die theorieën en inzichten delen we in het boek.'
U vindt de rol van internet interessant. Waarom?
'Ik doe empirisch onderzoek naar bestuur van het internet en welke machten daarin een rol spelen. Fascinerend. De laatste twintig jaar is het aantal internetgebruikers gestegen van 100 miljoen naar 4,8 miljard wereldwijd. Om dat in goede banen te leiden heb je ook leiderschap nodig, regels, middelen, kapitaal. Ik vind het interessant om te kijken wat voor machtsverhoudingen daarbij een rol spelen en dat geeft inzicht in de werking van de hedendaagse wereldhegemonie.'
Hoe is het boek tot stand gekomen?
'Wij auteurs zijn vier keer bijeengekomen in telkens een ander werelddeel om alles te bespreken en de conceptverhalen onder de loep te nemen. Het is daarbij belangrijk om te melden dat we daarin grote diversiteit hebben samengebracht. Zowel geografisch, als theoretisch, of wat betreft beleidsgebied. De hoofdstukken zijn door dialoog en onderlinge conversatie samengesteld en niet door ons als alleenstaande schrijvers onafhankelijk van elkaar geschreven. Het is echt een groepsproject geworden. Daarom denk ik ook dat het een origineel boek is geworden.'
Voor wie heeft u het boek geschreven?
'In eerste instantie is het bedoeld voor de academische gemeenschap. Ik hoop echter dat het boek toegankelijk is voor een breder publiek. Ik hoop dat het boek studenten, beleidsvoerders en burgers helpt af te komen van de ouderwetse manier van denken over hegemonie in de wereldpolitiek.'