Universiteit Leiden

nl en

Maurits Berger: ‘Elke onderzoeker zou maatschappelijk project moeten doen’

Maurits Berger werkte als advocaat in Amsterdam en als journalist en onderzoeker in Egypte en Syrië. Sinds 2008 is hij hoogleraar islam in Leiden. Nu kan hij eindelijk doen wat hij graag wil: zijn maatschappelijke kennis en ervaring met de islam meenemen naar de universitaire wereld. Zijn oproep aan de universitaire wereld: ‘Werk met maatschappelijke partners samen.’

Berger onderzoekt de interactie tussen het westen en de islam en specifieker de sharia in het westen. Zijn publicaties zijn afwisselend wetenschappelijk en gericht op een breed publiek. Zijn nieuwste boek De Halalborrel, over de toekomst van islam in Nederland, is net uit. ‘Het was een van de moeilijkste boeken om te schrijven, juist omdat ik wil dat iedereen het kan lezen. Ik ken zo langzamerhand alle argumenten, in het boek probeer ik daar een heldere soep van te maken. En ik wil dat als het ware teruggeven aan het brede publiek dat continu met die argumenten bezig is en er zorgen over heeft.’

Behoefte aan maatschappelijke impact

Berger combineert graag onderzoek met onderwijs. Maar in plaats van dat onderzoek voedend is voor onderwijs, draait hij dat om. Zo geeft hij nu onderwijs, maar ook advies en workshops aan politici, imams, diplomaten, leraren op scholen, militairen, politiemensen, journalisten. ‘Daar krijg ik zoveel informatie uit, daar kan ik mijn onderzoek mee doen.’ Als elke onderzoeker zo zou kunnen werken, zou dat zeker ook voor zijn jongere collega’s kunnen bijdragen aan hun academische vorming en hun onderzoek verrijken, meent Berger. ‘Ik merk dat er onder hen heel veel behoefte aan is.’ Zonde dat dit nog zo weinig gebeurt, vindt Berger.

‘Zoek elke vijf jaar een andere maatschappelijke partner’

Als Berger het voor het zeggen zou hebben, zou hij voorschrijven dat elke onderzoeker van de Universiteit Leiden iedere vijf jaar een maatschappelijke partner zoekt om een project mee uit te voeren. ‘Met de bibliotheek, de moskee om de hoek, een motorbende; maakt niet uit. Kijk of je vanuit jouw expertise daar iets mee kunt. Dat is dan je opdracht.’

‘Schrijf een kinderboek!’

Als je dan toch bezig bent, vervolgt hij, schrijf dan meteen een kinderboek. ‘Eens in je carrière zou je je een kinderboek moeten schrijven over jouw onderzoeksonderwerp.’ Sterker nog, eigenlijk zou èlke universiteit een kinderboekenreeks moeten hebben. ‘Niet alleen omdat we dan leuke dingen doen voor de maatschappij, maar omdat het ten goede komt aan het academisch onderzoek. Je gaat er anders van denken.’

Hij heeft al een idee: een kinderboek over de profeet Mohammed of een jeugdboek over een meisje van Marokkaanse afkomst en wat ze meemaakt. ‘Wat betekent het om op vakantie te gaan naar Marokko, het wel of niet dragen van een hoofddoek, of dat haar neefje ineens naar ISIS vertrekt. Alle grote maatschappelijke thema’s en wetenschappelijke vragen kun je in zo’n verhaal verwerken. Maar op een manier die iedereen raakt en begrijpt.’
 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.