Een inclusieve leeromgeving voor kinderen met communicatieproblemen
Scholen zijn voor ieder kind essentieel in hun ontwikkeling. Het biedt kansen voor groei in meerdere opzichten. Een school bevordert ook het leren buiten de muren van het klaslokaal en geeft kinderen instrumenten voor hun sociale en emotionele ontwikkeling. Maar ieder kind is verschillend en er zijn kinderen met communicatieproblemen. Hoe kunnen scholen voor deze groep een inclusieve omgeving creëren en inspelen op behoeften?
Dit artikel verscheen eerder in het magazine van het samenwerkingsverband Leiden-Delft-Erasmus.
Daar doet dr. Adva Eichengreen onderzoek naar onder de titel Focus on Emotions. In dit kennislab wordt onderzoek gedaan naar de emotionele en sociale ontwikkeling van kinderen met gehoorproblemen, autisme of taalstoornissen, in het bijzonder hun problematiek op het gebied van communicatie. Het programma staat onder leiding van prof. Carolien Rieffe van de afdeling ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden. Eichengreen is hier 2 jaar aangesteld in het kader van het Leiden-Delft-Erasmus Leading Fellows Postdoc programma (zie kader).
Dr. Eichengreen leert van persoonlijke ervaringen als iemand die zelf deel uitmaakt van de doven- en slechthorendengemeenschap. Ze is deel van de academische gemeenschap Disability Studies, een studiegebied dat handicaps onderzoekt vanuit sociale en culturele perspectieven. Aan de Universiteit Leiden bestudeert ze inclusieve schoolomgevingen. Haar onderzoek richt zich op de sociale inclusie van dove en slechthorende kinderen in schoolomgevingen. Eichengreen: 'Onze belangrijkste aanname is dat emotionele ontwikkeling altijd plaatsvindt in een context.'
Verband tussen emotionele ontwikkeling en de sociale context
'Dove en slechthorende kinderen kunnen gevoelens van eenzaamheid ervaren omdat ze het moeilijk vinden om deel te nemen aan activiteiten of gesprekken met andere kinderen. Ze voelen zich soms buitenspel gezet,’ aldus Eichengreen. ‘Onderzoek naar kinderen met communicatieproblemen is vaak gericht op de traditionele leeromgeving, maar we weten eigenlijk niet goed wat er in de pauzes op de speelplaats gebeurt. Dit onderzoeken wij nu in ons lab Focus on Emotions. Onze belangrijkste aanname daarbij is dat emotionele ontwikkeling altijd plaatsvindt in een sociale context. Omdat interactie zo cruciaal is voor de emotionele ontwikkeling van kinderen vinden we het belangrijk om te zien hoe scholen dit kunnen verbeteren ten bate van kinderen met communicatieproblemen'.
Over het LEaDing Fellows-programma
De Universiteit Leiden, TU Delft, Erasmus Universiteit Rotterdam, het Leids Universitair Medisch Centrum en Erasmus Medisch Centrum werken samen in het aantrekken van internationaal wetenschappelijk talent via het LEaDing Fellows postdocprogramma (deels gefinancierd door de EU vanuit het Marie Sklodowska Curie COFUND-programma).
Het LEaDing Fellows-programma biedt in totaal 90 postdocs een aanstelling voor 2 jaar bij één van de LDE-instellingen of medische centra. Het programma draagt bij aan de carrièreontwikkeling van pas gepromoveerden door mogelijkheden te bieden voor internationaal, sector-overstijgend en interdisciplinair onderzoek. Het stimuleert ook regionale en internationale netwerken tussen (niet) academische instituten.
Een sociaal-inclusieve schoolomgeving
Een vraag is bijvoorbeeld hoe de fysieke en sociale omgeving van de school de sociale inclusie kan bevorderen en hoe kan het ontwerp van een speeltuin hierop invloed hebben. Om dit te bestuderen maken dr. Eichengreen en haar team gebruik van innovatieve sensortechnologieën op speelplaatsen. Deze technologieën maken het mogelijk om gedragspatronen van interacties op een niet-opdringerige en subtiele manier te detecteren. De studie is een zeer interdisciplinair project, waarbij wordt samengewerkt met wetenschappers uit computerwetenschappen en architectuur aan de TU Delft, Leiden en de Universiteit Twente.
Inclusief onderwijs na corona
De corona-crisis heeft alle aspecten van ons leven beïnvloed. We leven in voortdurend veranderende tijden en er moeten nieuwe benaderingen worden overwogen om een inclusieve omgeving te bevorderen. 'Ik weet niet zeker in hoeverre toegankelijkheidsaspecten worden overwogen in de instructies die aan het publiek worden gegeven. Wat is bijvoorbeeld de mate waarin onderwijs op afstand is aangepast aan kinderen met gehoorverlies, die ondertitels moeten lezen om online communicatie te volgen? Ik kan me echter voorstellen dat gestructureerde online communicatie soms minder stressvol kan zijn voor kinderen die het moeilijk vinden om ongestructureerde groepsgesprekken te volgen of om een directer interpersoonlijk contact te hebben,’ vertelt Dr. Eichengreen. ‘Een ander voorbeeld is het gebruik van maskers. Zijn er instructies die gericht zijn op de behoeften van mensen die gezichtsuitdrukkingen moeten zien of liplezen om te communiceren, zoals kinderen en volwassenen met gehoorverlies?’
‘Ik denk dat de corona-crisis onze perceptie van culturele sociale normen aanzienlijk heeft veranderd, althans tijdelijk. Alle nieuwe beperkingen vragen om flexibiliteit in onze manier van denken en handelen. Dingen die we ons voorheen nauwelijks konden voorstellen, zijn opeens de norm geworden - zoals hoe onze werkruimte en werkdruk zouden moeten zijn, tot het veranderen van genderrollen wanneer beide ouders thuis werken.'
'Ik hoop dat deze flexibiliteit ook zal doordringen in inclusief onderwijs. We kunnen zien hoe alle kinderen er baat bij kunnen hebben, bijvoorbeeld door in kleine groepen te studeren of door alternatieve lesmethoden. De toekomstige richting van inclusief onderwijs gaat niet over het zien van bepaalde kinderen als een 'speciale' behandeling, maar over het accepteren van de heterogeniteit die bestaat in menselijke behoeften. We moeten een respectvolle en adaptieve houding aannemen ten opzichte van ieders behoeften. Ik hoop dat we op deze manier als samenleving zullen evolueren vanuit de corona-crisis.'