Thuiswerken leidt tot beter welzijn, maar vaak lagere beoordeling
Moderne werkvormen zoals thuiswerken kunnen een positieve invloed hebben op een succesvolle carrière, maar alleen als leidinggevenden de beslissingen van individuen ondersteunen. Dat zegt onderzoeker Maral Darouei, die op 9 juni 2020 haar proefschrift over duurzame carrières verdedigt.
Sinds de coronacrisis is thuiswerken in veel beroepsgroepen plotseling de norm geworden. Welke effecten heeft thuiswerken op je carrière? En hoe wordt het door leidinggevenden ervaren? In haar promotieonderzoek beschrijft Darouei de invloed van verschillende factoren op het succes van onze loopbanen. 'Meer dan een derde van ons leven staat in het teken van werk', vertelt de onderzoekster, die in 2016 begon met haar onderzoek bij de afdeling Bedrijfswetenschappen. 'Juist omdat werk zo'n prominente rol speelt in ons leven, maken veel mensen zich zorgen over het maken van de juiste carrièrebeslissingen en het kiezen van carrièrepaden die ons gelukkig en succesvol kunnen maken, en dus duurzaam zijn.'
Vanwege de maatregelen rondom het coronavirus vindt deze promotie volledig via internet plaats. U kunt de ceremonie volgen via een live videostream.
Hoe maak je dan de juiste keuzes? Hoe graag we ook willen, duurzame carrières kunnen niet worden gevormd door simpelweg de juiste loopbaanbeslissingen te nemen. Onze loopbanen worden voortdurend beïnvloed door minder controleerbare aspecten die voortkomen uit verschillende contexten. 'Denk bijvoorbeeld aan de invloed van maatschappelijke veranderingen, de organisatie waar we voor werken of onze familieleden op onze carrière. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken hoe het individu samen met andere belanghebbenden en partijen een duurzame carrière vorm kan geven.'
Zelfstandig
Het proefschrift van Darouei bestaat uit vier empirische onderzoeken. Het eerste hoofdstuk onderzoekt hoe de keuze om zelfstandig ondernemer te zijn de duurzaamheid van een carrière beïnvloedt. Op basis van longitudinale data (15 jaar) vergelijkt deze studie de duurzaamheid van de loopbaan van zelfstandige ondernemers en personen in loondienst. De gezondheid wordt hier als maatstaf gebruikt voor een duurzame carrière. De onderzoeker stelt vast dat zelfstandige ondernemers, door meer flexibiliteit in hun werktijden, gezonder zijn en dat hun gezondheidstoestand stabieler is over de jaren. Deze resultaten suggereren dat zelfstandigen beter in staat zijn om een duurzame carrière op te bouwen en dat het van belang is om verschillende groepen werknemers te bestuderen om meer inzicht te verkrijgen in duurzame loopbanen.
In de tweede studie staat de beslissing van de werknemer om thuis te werken centraal. Darouei onderzocht het effect van thuiswerken op de duurzame carrière door middel van experience sampling methodology, waarbij 34 werknemers twee weken lang drie keer per dag een vragenlijst invulden. 'De resultaten laten zien dat werknemers op dagen dat ze thuis werken minder tijdsdruk en werk-familie-conflict ervaren, wat de volgende ochtend resulteert in een hoger niveau van werkgerelateerd welzijn', zegt de onderzoekster. Deze bevindingen suggereren dat de dagelijkse beslissing om thuis te werken een duurzame carrière kan bevorderen.
Minder betrokken
Hoe beoordelen leidinggevenden de prestaties van thuiswerkende werknemers? Voor de derde deelstudie voerde de onderzoekster twee vignetstudies uit onder 149 universiteitsstudenten en 320 leidinggevenden. 'Hieruit blijkt dat werknemers die besluiten om regelmatig thuis te werken lagere prestatiewaarderingen krijgen, omdat leidinggevenden hun werkcentraliteit (het belang dat mensen in hun leven hechten aan werk) en betrokkenheid bij de organisatie als lager ervaren. Bovendien blijkt uit de bevindingen dat dit met name geldt voor werknemers zonder kinderen die thuiswerken. Dit onderzoek draagt bij aan de literatuur over duurzame loopbanen door de rol van leidinggevenden te onderzoeken en aan te tonen dat de weg naar een duurzame loopbaan verschilt tussen ouders en werknemers zonder kinderen.'
Tot slot kijkt Darouei in het laatste hoofdstuk naar hoe vrouwen reageren op maatschappelijke normen en externe barrières (bijvoorbeeld een gebrek aan promotiekansen) als het gaat om het accepteren van een risicovolle leiderschapspositie, een zogenoemde glass cliff-positie. In twee experimentele vignetstudies werd aan 119 universiteitsstudenten en 109 werknemers een leiderschapspositie aangeboden binnen een succesvol en een niet-succesvol bedrijf. Vrouwen met een lage zelfeffectiviteit blijken meer geneigd te zijn om een risicovolle leiderschapspositie te accepteren, omdat ze de positie als een promotiekans zien. Het accepteren van zo’n positie kan het pad van vrouwen naar een duurzame carrière in gevaar brengen, omdat risicovolle leiderschapsfuncties de kans op het bereiken van leiderschapsbanen in de toekomst verkleinen. Dit toont aan dat de weg naar een duurzame carrière anders is voor verschillende sociale groepen vanwege de contextuele uitdagingen, maar het geeft ook aan dat de persoon een belangrijke rol speelt.
Darouei hoopt met haar onderzoek een nuttige bijdrage te leveren aan de zoektocht naar een succesvolle carrière. 'De bevindingen van mijn proefschrift zijn van waarde voor werknemers die zich bezighouden met het managen van een duurzame carrière en voor organisaties en beleidsmakers die voor de uitdaging staan om duurzame loopbanen te bevorderen.'
Promotor dr. H. Pluut over het onderzoek van Maral Darouei:
'De duurzaamheid van carrières staat onder druk. De huidige coronacrisis laat het ook weer zien. Het heeft niet alleen te maken met het hebben en kunnen behouden van een baan en inkomen. Het (te) harde werken en een gebrek aan balans tussen werk en privé zijn niet houdbaar op de lange termijn. Het promotieonderzoek van Maral laat enerzijds zien dat wij als werkende mensen voor allerlei ingewikkelde keuzes staan die grote gevolgen hebben voor onze welzijn en carrièreperspectieven. Anderzijds moet de ‘agency’ van het individu niet overschat worden, want carrièrebeslissingen worden altijd genomen in een context. Dat samenspel tussen individuele keuzes en contextuele factoren is kenmerkend voor dit proefschrift en heeft naar mijn mening zowel een grote praktische als maatschappelijke relevantie.
Maral heeft zich in haar onderzoek voornamelijk gericht op ‘het nieuwe werken’, iets wat door de crisis nu alleen nog maar meer aandacht behoeft. Haar onderzoek naar hoe thuiswerkers worden gepercipieerd en beoordeeld door leidinggevenden en wat de gevolgen op dagniveau zijn voor de thuiswerkers zelf is uitermate interessant. Maral is in haar onderzoek geregeld gestuit op verschillen tussen bijvoorbeeld mannen en vrouwen of ouders en niet-ouders; de uitdagingen bij het managen van een duurzame carrière zijn niet voor iedereen gelijk. Dat sluit aan bij de geluiden die we horen tijdens de huidige crisis over groeiende ongelijkheid tussen groepen die verschillend geraakt worden door de lockdownmaatregelen. Ik zou zeggen: er is nog genoeg dat onderzoekers in dit vakgebied kunnen verkennen, en Maral heeft daarvoor in de afgelopen vier jaar inspirerend werk geleverd.'
Tekst: Floris van den Driesche
Mail de redactie