Universiteit Leiden op 20e plek in SustainaBul-ranglijst
De Universiteit Leiden is bij de jaarlijkse uitreiking van de SustainaBul op plek 20 geëindigd. De SustainaBul is een prijs voor de meest duurzame hogeronderwijsinstelling van Nederland. Deze positie, een daling ten opzichte van vorig jaar, maakt duidelijk op welke thema’s de universiteit in haar nieuwe duurzaamheidsvisie extra nadruk moet leggen.
De landelijke studentenorganisatie ‘Studenten voor Morgen’ zocht voor het negende achtereenvolgende jaar uit in hoeverre duurzaamheid daadwerkelijk is geïntegreerd in het beleid, onderwijs en onderzoek van hogeronderwijsinstellingen . In totaal werden 30 hogescholen en universiteiten onderzocht. Hogeschool Van Hall Larenstein kwam dit jaar als winnaar uit de bus, op de tweede plek stond de Vrije Universiteit van Amsterdam, die zich daarmee de meest duurzame universiteit van Nederland mag noemen.
Het onderzoek van Studenten voor Morgen richtte zich op vier categorieën: bedrijfsvoering, onderwijs, onderzoek en best practices. Zowel studenten als de universiteiten zelf beantwoorden vragen over de duurzaamheid van hun onderwijsinstelling. Daarmee is de SustainaBul ook een onderzoek naar de vindbaarheid van en transparantie over duurzaamheid.
De Universiteit Leiden scoorde qua duurzaamheid in de bedrijfsvoering in de top-10, maar op het gebied van onderwijs en onderzoek was de score veel lager. Daphne van den Berg, programmamanager Duurzaamheid van de Universiteit Leiden: ‘Deze ranking maakt duidelijk dat wij in de nieuwe duurzaamheidsvisie meer aandacht moeten geven aan deze twee pijlers.’ Het huidige Milieubeleidsplan loopt dit jaar af, veel van de hierin geformuleerde doelstellingen zijn behaald. Een universiteitsbrede werkgroep werkt daarom op dit moment aan de contouren voor een nieuwe duurzaamheidsvisie, en formuleert daarin hoe een duurzame Universiteit Leiden er in de toekomst uit moet zien. Van den Berg: ‘De resultaten van de SustainaBul helpen ons inzicht te krijgen op welke de gebieden we het accent moet leggen in de nieuwe visie. Daarnaast bieden de best practices van andere universiteiten en hogescholen inspiratie voor praktische verbeteringen.’