Young Academy Leiden: lockdown raakt jonge onderzoekers flink
Zorg voor kinderen, geen toegang tot laboratoria en online onderwijs dat extra tijd kost. Het zijn de meest genoemde redenen waardoor jonge onderzoekers aan de Universiteit Leiden hun aantal productieve werkuren flink zagen dalen sinds het begin van de lockdown. Dat blijkt uit een enquête van de Young Academy Leiden onder ruim 200 promovendi, postdocs en universitair docenten.
De Young Academy Leiden (YAL) is een platform om enthousiaste en ambiteuze jonge academici (post-PhD), die aan het begin van hun carrière staan, bij elkaar te brengen. De YAL richt zich op interdisciplinariteit, wetenschaps- en onderwijsbeleid en outreach, en treedt soms op als belangenbehartiger voor jonge onderzoekers. YAL-lid Annemarie Samuels: ‘We kregen bij de YAL steeds meer signalen binnen dat de coronamaatregelen een grote impact op onze achterban hadden. Dat wilden we beter in kaart brengen.’ De afgelopen weken voerde de YAL daarom een online enquête uit, die door ruim 200 jonge academici werd ingevuld. Ook organiseerde het platform een interfacultaire lunchbijeenkomst, waar veertig collega’s over het thema spraken. De resultaten van de enquête en de bijeenkomst heeft de YAL nu verwerkt tot een policy paper.
Productieve werkuren afgenomen
Stéphanie van der Pas en Anouk Goemans, beiden YAL-lid, analyseerden de resultaten van de enquête. Van der Pas: 'Het is zorgelijk om te zien hoe sterk de afname van productieve werkuren is. 72% van onze respondenten geeft aan dat hun aantal productieve werkuren is afgenomen en zij rapporteren een gemiddelde afname van 40%. Van degenen met kinderen geeft zelfs 91% aan dat hun aantal productieve werkuren is afgenomen. Zorg voor kinderen wordt genoemd als belangrijke reden voor deze daling, maar ook het gebrek aan toegang tot laboratoria, het stopzetten van lopende dataverzameling en de extra tijd die gestoken moet worden in online onderwijs.’
Goemans vult aan: ‘Academici die werken op een tijdelijk contract maken zich grote zorgen, zeggen ze in onze enquête. Zij voelen zich extra kwetsbaar omdat ze soms hun onderzoek niet voor het eind van hun contract kunnen afronden én vanwege onzekerheid over de arbeidsmarkt en toekomstige onderzoekssubsidies. In onze policy paper vragen we de universiteit daarom ook nationaal te lobbyen voor verlenging van de contracten van tijdelijke onderzoeksmedewerkers, bijvoorbeeld bij NWO, ZonMW en de centrale overheid.’
Collega's steunen
In de policy paper vat de YAL de belangrijkste bevindingen samen, en noemt een aantal aanbevelingen hoe de situatie verbeterd kan worden. Joris Larik schreef een groot deel van de paper. ‘Veel jonge onderzoekers maken zich zorgen over de ongelijkheden die kunnen ontstaan tussen degenen die wel en degenen die niet door konden gaan met hun onderzoek. Concreet vragen we de universiteit daarom ervoor te zorgen dat sollicitatiecommissies in de komende jaren rekening houden met de effecten van de verminderde productiviteit die sommige kandidaten in deze periode zullen ervaren. Ook in Resultaat- en Ontwikkelingsgesprekken zouden leidinggevenden hier rekening mee moeten houden.’
Maar de respondenten deelden in de enquête ook veel positieve ervaringen, bijvoorbeeld over collegialiteit. YAL-voorzitter Tom Louwerse is daar blij mee. ‘We moeten er in deze periode voor zorgen dat collega’s die al veel druk ervaren niet nog verder onder druk gezet worden. We hopen dat de veranderingen die we nu zien zullen leiden tot een meer algemene herziening van de manier waarop we onderwijs en onderzoek organiseren, zodat de universiteit duurzamer en veerkrachtiger uit deze crisis komt.’