‘In de rechtszaal zijn details cruciaal’
Wetenschapper Gezinus Wolters moet regelmatig in de rechtszaal bepalen of een getuigenverklaring betrouwbaar is. Hoe gaat hij te werk?
Dit artikel verscheen eerder in Leidraad, het gratis alumnimagazine van de Universiteit Leiden.
Je kunt je geheugen niet trainen. Er zijn wel trucjes en technieken om bijvoorbeeld namen gemakkelijker te onthouden, zegt Gezinus Wolters, de Leidse expert in geheugen en herinneringen. Maar muziek maken of een nieuwe taal leren maakt niet dat je op alle gebieden meer onthoudt.
Boeken en paperassen
‘Het is natuurlijk wel goed om mentaal actief te blijven en om nieuwe uitdagingen te vinden. Dat geeft je toekomstperspectief. Dat is beter dan in je eigen hoekje blijven zitten.’ Wolters is er het levende voorbeeld en bewijs van. Zijn kamer in het Pieter de la Courtgebouw ligt vol met stapels boeken en paperassen. Hij zit er bijna elke dag, niet zelden ook in het weekeinde. In 2008 ging hij met pensioen.
'We kijken hoe het misbruikverhaal tot stand is gekomen. Kwam het kind er spontaan mee, of is het op het spoor gezet door een verontruste ouder?'
Twaalf jaar later werkt hij nog als gastdocent bij de sectie Cognitieve Psychologie en als editor van het online tijdschrift Frontiers in Psychology. Maar hij is vooral actief als getuige-deskundige voor Justitie. In die functie beoordeelt hij of verklaringen van getuigen of aangevers betrouwbaar zijn. ‘Vaak gaat het om zedenzaken met kinderen. Er is dan heel weinig informatie, want niemand was erbij. We kijken hoe het verhaal tot stand is gekomen. Kwam het kind er spontaan mee, of is het op het spoor gezet door een verontruste ouder? Is het verhaal consistent, en worden aannemelijke details genoemd?’
‘Je bedenkt er nieuwe feiten bij’
Wolters begon met dit werk rond 2000, kort nadat er, zoals hij dat noemt, een ‘hausse’ was aan aangiften van zedenmisdrijven door volwassenen, die tijdens therapieën herinneringen ‘hervonden’. Een expertgroep waarvan Wolters deel uitmaakte onderzocht dergelijke aangiftes en adviseerde het openbaar ministerie over vervolgstappen. De expertgroep werd ingesteld omdat uit onderzoek bleek dat ‘hervonden’ herinneringen niet zelden valse herinneringen zijn. ‘Vaak komen deze herinneringen boven als er bepaalde suggesties zijn gewekt. Als je te horen krijgt dat je als kind ooit verdwaald bent in het winkelcentrum, en een mevrouw je toen een snoepje gaf, dan kan het gebeuren dat je steeds zekerder weet: o ja, dat was zo. En het volgende is dan dat je er nieuwe feiten bij bedenkt – en toen was er een meneer die me meenam.’
Het kan wel voorkomen dat je oude trauma’s vergeet, maar erg aannemelijk is dat niet, volgens Wolters. ‘Zaken die veel impact hebben vergeet je niet zo snel.’
Misbruik zonder trauma
Dat jonge kinderen zich seksueel misbruik niet altijd kunnen herinneren kan komen doordat de dader het kind ‘inpalmt’, en er geen sprake is van agressie of bedreiging. ‘Het klinkt misschien raar, maar dan hoeft het voor een kind niet traumatisch te zijn.'
Kinderen hebben later meestal vooral last van de reactie van hun omgeving. Een moeder die begint te huilen, een vader die gaat schreeuwen. 'Tegen ouders zou ik willen zeggen: hou je alsjeblieft rustig. En ga het eerst allemaal uitzoeken. Schiet niet onmiddellijk in de emotie, want dát is traumatisch voor je kind.’
'Tegen ouders zou ik willen zeggen: hou je alsjeblieft rustig. Schiet niet onmiddellijk in de emotie, want dát is traumatisch voor je kind.’
Heel vaak is de juistheid van getuigenverklaringen lastig in te schatten. Iedereen ziet iets anders, er gebeuren veel dingen tegelijk en het menselijk geheugen is er niet voor gemaakt om details op te slaan. ‘En in de rechtszaal zijn details juist cruciaal.’ Er zijn grote verschillen in wat mensen zich herinneren, weet Wolters. ‘Mijn vrouw is ontzettend goed in het zich herinneren van bepaalde sociale situaties. Zij weet precies wat er gebeurde, wat mensen aan hadden en wat ze deden. Ik heb daar vaak geen flauw benul van. De enige verklaring die ik daarvoor heb is dat die zaken voor haar relevant zijn en dat ik er totaal niet op let.’
‘Je bent je herinneringen’
Herinneringen zijn belangrijk. ‘Als je vanaf dat je kind bent alleen maar hoort hoe goed je alles doet en als iedereen je altijd naar de mond praat, dan word je naar en egoïstisch, iemand die altijd alles beter weet en kan dan anderen.’ Zelf kreeg hij als kind te horen dat het niet de bedoeling was om erg op te vallen, Gezinus was een verlegen jongen en bleef dat ook. Nog altijd voelt hij enige spanning als hij college gaat geven.
‘Je bent je herinneringen’, zegt Wolters. Daarom zou hij het allerliefst een ontdekking doen die dementie voorkomt. ‘Dat je geheugen minder wordt als je ouder wordt, dat hoort erbij. Maar die versnelde achteruitgang, die vind ik moeilijk. Ik zou willen dat iedereen tot het einde een zinvolle interactie kan hebben met zijn naasten. Maar dat is nog een utopie.’
Tekst: Janet van Dijk