Medewerkers UBL willen dienstverlening en collecties op peil houden
De bibliotheekorganisatie van de Universiteit Leiden probeert haar klanten zo goed mogelijk van dienst te zijn. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van het internet. Maar niet alles kan online.
In het vervolg op deel 1 van deze impressie van de Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) laten we opnieuw twee medewerkers aan het woord. Kristina Hettne, gespecialiseerd in datamanagement en open access, en Tijmen Baarda, vakreferent Midden-Oosten en de islamitische wereld. Allebei missen ze de bibliotheek en hun collega’s.
Kristina Hettne, Centre for Digital Scholarship
Advies geven aan onderzoekers over datamanagement en open access. Dat is de taak van Kristina Hettne. Ze geef ook trainingen en ontwikkelt informatiemateriaal. Verder maakt ze deel uit van lokale, nationale en internationale netwerken om de Leidse stem te laten horen over bijvoorbeeld FAIR datamanagement (Findable, Accessible, Interoperable en Reusable) en open access. ‘Mijn werkt loopt gewoon door, alleen spreek ik nu natuurlijk niet af met wetenschappers. We bieden onze trainingen nu waar mogelijk online aan. De eerste online training werd afgelopen week voor Leidse promovendi gehouden en ging over het schrijven van een datamanagementplan. Erg dankbaar om te doen!’
Blog
Het Centre for Digital Scholarship beschrijft in een blog hoe de dienstverlening tijdens deze coronacrisis zoveel mogelijk door kan gaan. Hettne: ‘Ik tweet en re-tweet ook belangrijke meldingen en houd de support-mailboxen in de gaten. Verder werk ik aan een online dienstencatalogus met actuele informatie over diensten, gerelateerd aan datamanagement. Wetenschappers en studenten moeten weten waar ze aan toe zijn en waar ze de juiste informatie kunnen vinden.’
Virus Outbreak Data Network
Hettne is lid geworden van het internationale Virus Outbreak Data Network (VODAN). Dat is bezig infrastructuur en processen op te zetten voor het produceren en delen van FAIR data over het covid-19 en eventuele toekomstige pandemische virussen. ‘Dat dient natuurlijk een algemeen doel’, aldus Hettne, ‘maar deelname maakt ook dat ik onderzoekers beter kan helpen om hun data FAIR te maken.’
Cruciaal beroep
Hettne woont samen met haar vriend met wie ze twee basisschoolkinderen heeft in een huis met een kleine tuin. Naar omstandigheden gaat het goed. ‘Ik moest snel leren om mijn eisen bij te stellen, en te accepteren dat het gewoon onmogelijk is om dezelfde inzet te leveren als op mijn werk, omdat ik ook twee kinderen thuis les moet geven. Mijn vriend is docent bij de universiteit en heeft dus in die omgeving een cruciaal beroep, wat in de praktijk betekent dat ik me iets meer aan zijn schema aan moet passen dan hij aan de mijne.’
Geen praatje bij de koffieautomaat
‘We leren samen gaandeweg hoe we deze situatie het beste aan kunnen pakken en proberen goed met elkaar te communiceren. We hebben nieuw buitenspeelgoed voor in de tuin gekocht en de kinderen mogen meer gamen dan normaal, dat maakt het allemaal wat makkelijker. Ik mis wel het persoonlijke contact met de onderzoekers. En ik mis het ook om gewoon op mijn werk te zijn: het praatje bij de koffieautomaat en de dynamiek van de bibliotheek.’
Tijmen Baarda, vakreferent Midden-Oosten en de islamitische wereld
Baarda is in zijn functie van vakreferent de schakel tussen bibliotheek en de studenten en medewerkers op het gebied van het Midden-Oosten en het Arabisch, Perzisch, Turks en Hebreeuws. ‘Ik onderhoud contact met de onderzoekers om erachter te komen wat zij nodig hebben’, vertelt hij. ‘En ik help studenten met het zoeken naar literatuur. Verder houd ik op basis van die contacten de collectie bij: ik koop nieuwe boeken en ik vraag abonnementen op tijdschriften en databases aan. De boeken komen vooral uit Europa, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten.’
Niet alles kan digitaal
‘Het feit dat de bibliotheek grotendeels dicht is, brengt problemen met zich mee die niet allemaal kunnen worden opgelost’, stelt Baarda. ‘Boeken van vóór 1900 worden bijvoorbeeld niet uitgeleend en zijn dus niet beschikbaar. En je kunt weliswaar boeken blijven lenen, maar voor studenten die verder weg wonen is dat lastig. Hoewel we zoveel mogelijk digitaal aanbieden, kan dat niet met alles. Er zijn nog heel veel uitgevers die hun boeken en tijdschriften alleen maar op papier aanbieden. Die publicaties zijn heel belangrijk in de Geesteswetenschappen.’
Het onderwijs moet doorgaan
‘Onze eerste zorg is dat het onderwijs kan doorgaan.’ Hoe geprobeerd wordt tegemoet te komen aan docenten die boeken op de zogenoemde collegeplanken zetten voor werkgroepstudenten– is te lezen in het eerste artikel over de Universitaire Bibliotheken Leiden in coronatijden. Baarda: ‘In mijn domein bleek het probleem wel mee te vallen. De meeste docenten hebben oplossingen gezocht en gevonden waardoor er geen collegeplanken nodig zijn. Ze waren al heel blij dat zij en de studenten nog steeds boeken kunnen lenen. Het belangrijkste is nu dat de collectie op peil blijft. Op dit moment komt er nog veel binnen, maar de leveringen uit bepaalde landen, zoals Frankrijk, liggen compleet stil.’
Samenwonen met vrienden
Baarda woont samen met een paar vrienden. ‘Toen duidelijk werd dat we thuis moesten gaan werken was ik bang dat we gek van elkaar zouden worden, maar eigenlijk is het heel goed te doen. Nu ben ik er heel blij mee, want op deze manier blijf ik toch de hele dag mensen zien.’ Voor de variatie wisselt Baarda in huis steeds van werkplek. Hij verkast regelmatig van de slaapkamer, naar de eettafel of naar de bank.
Het informele contact ontbreekt
‘Mijn werk is normaal gesproken heel veelzijdig: ik ga vaak bij medewerkers langs, geef instructies aan studenten en ben bezig met boekencollecties uit het magazijn. Soms ga ik thuis langs bij mensen die hun collectie boeken willen doneren aan de bibliotheek. Dat gaat nu allemaal niet door, of het gebeurt online. Maar ik mis vooral mijn collega’s. We spreken elkaar bijna dagelijks online, maar het informele contact ontbreekt grotendeels. Dat voel je.’