‘Ik dacht eerst dat ik werd opgelicht toen ik een mail van de VN kreeg’
Karen Smith, universitair docent internationale betrekkingen aan het Instituut voor Geschiedenis, bevindt zich in een unieke positie: ze staat met één been in de academische wereld en met de ander in die van de Verenigde Naties. Als speciaal adviseur helpt ze VN-secretaris-generaal Antonio Guterres om landen eraan te herinneren dat zij de ‘verplichting tot beschermen’ hebben. ‘Er zou meer structurele verbinding tussen bestuur en wetenschap moeten komen, dan snijdt het mes aan twee kanten.’
Naast haar academische werk is Smith, geboren in Johannesburg, dus vooral bezig met politiek lobbywerk. ‘Ik moet landen eraan herinneren dat ze in 2005 tijdens de wereldtop van de Verenigde Naties in New York een politieke verplichting zijn aangegaan om het plegen van gruweldaden tegen hun bevolking en die van andere landen te voorkomen.’
Ze moet dus de ideeën en de uitwerking van die zogenoemde ‘verantwoordelijkheid tot bescherming’ in goede banen leiden. Daarvoor heeft ze sinds haar aanstelling in 2019 een klein kantoor met personeel in New York. ‘Er is geen exacte werkomschrijving, maar ik moet ervoor zorgen dat landen hierop actie ondernemen. En we doen aan preventie, dus als we een risicovolle situatie zien in een land, dan waarschuwen we.’ Ze noemt Myanmar een ‘schoolvoorbeeld’ van ‘wat er kan gebeuren als de internationale gemeenschap de risico’s op gruweldaden negeert ten gunste van andere belangen’.
Tekst: Judith Laanen
Mail de redactie
Grapje?
Aanvankelijk dacht ze dat ze in de maling werd genomen toen ze een e-mail van het kantoor van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties kreeg. ‘Ze zochten een vrouw uit wat de ‘global south’, dus het mondiale zuiden, wordt genoemd.’ En laat Smith zich in haar onderzoek voor de universiteit nou juist op die regio richten.
‘Ik onderzoek de perspectieven op internationale betrekkingen en het buitenlandbeleid van landen daar, en hun impact op hoe wereldwijd met mondiale vraagstukken wordt omgegaan. Dit is vooral met het nieuwe coronavirus fascinerend: voorheen runden de Verenigde Staten en de Europese Unie de show, maar nu is er een nieuwe dynamiek doordat de VS zich terugtrekt en China opkomt.’
Beleidsmakers vs. wetenschappers
Smith denkt dat de mensen die op het hoogste niveau beleid maken ontzettend veel hebben aan interactie met onderzoekers. ‘Ze hebben simpelweg niet de tijd om na te lezen en na te denken zoals wetenschappers dat kunnen. Ik ren bij de VN van de ene naar de andere vergadering, er is geen tijd voor reflectie. Beleidsmakers daar leunen enorm op anderen die hen informatie geven. En die is vaak al gefilterd.’
Daarom is het volgens Smith essentieel dat beleidsmakers meer samenwerken met wetenschappers. ‘En dat academici hun onderzoeksresultaten delen om besluitvorming te verbeteren. Ze zouden het bijvoorbeeld moeten opsturen naar individuen en instituten die er wat aan kunnen hebben.’
Smith zou ook het draaideur-principe graag meer zien. ‘Dat er meer professoren zijn die ook ervaring in overheden hebben gehad, bijvoorbeeld als beleidsmakers zoals Condoleezza Rice. Zij was minister van Buitenlandse Zaken (onder Bush, tussen 2005-2009, red.) maar ging daarna terug naar de wetenschap. Die interactie is belangrijk, dan snijdt het mes aan twee kanten. Dat leer ik studenten ook: hoe vertaalt de stof zich naar de echte wereld?’
Tekst: Judith Laanen
E-mail de redactie
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website of