Een bazooka onder voorwaarden
Moet het kabinet bedrijven redden die door de coronacrisis failliet dreigen te gaan? Studenten van het Leiden Leadership Programme vroegen het aan een expert: ‘Staatssteun heeft altijd iets oneerlijks.’
Bij het Leiden Leadership Programme (LLP) ontwikkelen masterstudenten hun persoonlijke kwaliteiten en leren ze hoe het eraan toegaat binnen organisaties als bedrijven en overheden. Dat doen ze vooral via praktijkopdrachten en interactieve colleges. Vanwege ‘corona’ zijn de gebruikelijke seminars vervangen door een reeks webinars, waarin deskundigen doceren over leiderschap in crisistijden. Zo ook op 8 april, wanneer de Leidse hoogleraar turnaroundmanagement Jan Adriaanse door de studenten geïnterviewd wordt over het verlenen van staatssteun aan bedrijven.
Alles is als spaghetti met elkaar vervlochten
U heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar de vraag of bedrijven in nood gered moeten worden. Wat is uw conclusie?
‘Over het algemeen ben ik daar vrij kritisch op: ondernemen doe je voor eigen risico en rekening. Je kiest ervoor om in een markt te opereren. Daarin moet je elke dag aantonen dat je levensvatbaar bent. Bedrijven komen vaak in de problemen omdat concurrenten net wat slimmer of klantgerichter zijn dan zij. Dan kan je niet een externe reddingsboei pakken en hopen dat die je boven het water uittrekt – dat is aan een onderneming zelf.’
Voert de overheid nu dan verkeerd beleid door bedrijven massaal te steunen?
‘Op de vraag of je bedrijven in crisis moet helpen, is mijn antwoord: “nee, tenzij”. Als de overheid nu niet had ingegrepen, waren duizenden ondernemingen al failliet gegaan. Dan had je een groot maatschappelijk probleem gehad, dus het belang van ingrijpen lijkt me evident.’
Vooral kleine bedrijven lopen het risico om failliet te gaan. Hebben we die niet juist nodig om de grote ‘olietankers’ van de economie overeind te houden?
‘Dat is een mooie parallel die je trekt. Alles is als spaghetti met elkaar vervlochten. Too big to fail. Op dit moment faalt het echter wel, en daar heeft iedereen last van. Daarom lijkt het me goed om ondernemers hier collectief doorheen te loodsen. De vraag is hoe dan precies.’
Zou het nationaliseren van ondernemingen een optie zijn?
‘Daar moet je heel terughoudend mee zijn. Ik denk dat bedrijven die het meest de tucht van de markt voelen, zich ook het meest efficiënt organiseren. Daarnaast zouden we waarschijnlijk oude industrieën nationaliseren, waarvan niet alles levensvatbaar meer is, terwijl bijvoorbeeld startups faillietgaan. Zo zou veel potentie verloren gaan.’
Zijn er maatregelen die niet tot ongelijkheid leiden?
‘Er zit iets altijd iets oneerlijks aan staatssteun. Bedrijven die aan de onderkant van hun sector bungelen, komen er het eerst voor in aanmerking. Wat als bedrijven die wél reserves hebben in een later stadium aankloppen, en het geld op is? Daar lig ik weleens wakker van.’
Hoe kan financiële steun er dan wel uitzien?
‘Je kan een “bazooka” aan steunmaatregelen afvuren en iedereen helpen. Dan vallen na een tijdje de minder goed presterende bedrijven misschien alsnog om. Je kan ook een soort winterslaap invoeren, een periode waarin iedereen stopt met het betalen en opeisen van schulden. Een écht antwoord heb ik niet; hier moeten we met elkaar over nadenken. Ik ben blij dat jullie dat ook doen.’
Moeten er voorwaarden worden verbonden aan steunmaatregelen?
‘Als bedrijven een beroep doen op nieuwe financiers, moet je kritisch kijken of ze voldoende potentie hebben om te overleven. Dat is een toets die altijd moet plaatsvinden. En als grote bedrijven bij de staat aankloppen, vind ik dat die ook voorwaarden mag stellen en dat er een turnaroundplan moet komen. Wat ga je doen om efficiënter te worden? En misschien ook: hoe ga je bijdragen aan maatschappelijke doelen als klimaatbeheersing? We moeten echter wel voorkomen dat de overheid als “superondernemer” doelstellingen formuleert die onbedoelde gevolgen hebben voor bedrijven, zoals het ondermijnen van hun concurrentiepositie of hun vrijheid om te ondernemen.’
Hoe werkt dat, zo’n turnaroundplan?
‘De eerste stap is stabiliseren, zorgen dat je overleeft. Daarna komt strategisch herpositioneren. Dat vereist een andere cultuur, iets wat moeilijk maakbaar is. Toch zijn er twee dingen die je kan doen. Ten eerste: duw verantwoordelijkheden de organisatie in. Dan voelen mensen zich onderdeel van iets groters. Omarm daarbij werknemers die dwarsliggen, misschien zien zij reële gevaren. Het tweede is duidelijke regels opstellen: wat pikken we wel en niet?’
Kunnen organisaties een crisis aangrijpen om oude problemen een positieve insteek te geven?
‘Jazeker, er liggen veel kansen. Documenteer het enthousiasme van nu, via een dagboek of videolog met best practices. Evalueer deze na de crisis, zodat het goede behouden kan blijven. Als we over een paar jaar terugkijken, zien we denk ik dat sommige bedrijven hun businessmodel gekanteld hebben en dat er nieuwe succesvolle ondernemingen bij zijn gekomen.’
Zie dit als een kans op verandering ten goede
Een les in leiderschap
De klok tikt verder en tot zijn verbazing ziet Adriaanse dat de twee uur durende sessie er alweer op zit. ‘De tijd vliegt. Dit was buitengewoon leuk om te doen’, aldus de faillissementsdocent. Dat vindt ook geneeskundestudent Mustafa Al Beiramani, die met zijn LLP-groepje een praktijkopdracht bij de NS aan het afronden is: ‘Jan borduurde veel voort op de ideeën die wij hadden. Het was heel leuk om zijn input te horen.’
Voordat de videoverbinding verbroken wordt, geeft Adriaanse – naast academicus ook oprichter van een eigen bedrijf – nog een laatste les mee aan zijn gesprekspartners: ‘Leiderschap gaat er ook om hoe je zelf tot ideeën komt. Tijdens crisis komt dat denken in een stroomversnelling. Blijf positief en zie dit als een kans op verandering ten goede!’
Tekst: Michiel Knoester
Mail de redactie