Eindelijk af: een ode aan de vrijheid
Na een wordingsgeschiedenis van twaalf jaar, werd op 13 maart eindelijk het kunstwerk van Adam Uriel langs de wenteltrap in het Academiegebouw onthuld. Het is een hedenhaagse variant op de tekeningen van Victor de Stuers uit 1865, die aan het begin van de trap beginnen.
Toen in 2006 een grootscheepse restauratie van het Academiegebouw van start ging, werd ook bedacht dat de reeks tekeningen van Victor de Stuers langs de wenteltrap in het Academiegebouw een hedendaagse variant verdiende; de muren tussen de eerste en tweede verdieping had de student immers onberoerd gelaten. De Stuers schetste in vier taferelen het verhaal van een Leidse student.
in 2008 werd een prijsvraag uitgeschreven onder de studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, waarmee de Universiteit Leiden samenwerkt. De 24-jarige Adam Uriel won deze met vlag en wimpel en mocht zijn ontwerp uitvoeren. De eerste twee tekeningen stonden er snel; in totaal dacht Uriel een dag of vijftien nodig te hebben. Maar dat was in 2008.
Kunstenaar in ontwikkeling
Twaalf jaar later, in 2020, is het de vraag waarom het kunstwerk zo ‘n lange wordingsgeschiedenis kreeg. Universiteitshistoricus emeritus hoogleraar Willem Otterspeer begeleidde Uriel al die tijd. In zijn praatje bij de onthulling zei hij dat de jonge kunstenaar zich steeds ontwikkelde, en daardoor steeds nieuwe ideeën kreeg. De kunstenaar zelf beaamt dat maar komt ook met meer prozaïsche redenen: hij moest afstuderen, na zijn afstuderen geld verdienen. Ook is Uriel veel in Tel Aviv, waar hij als kunstenaar werkt en tekenleraar is op twee scholen.
De taferelen
Uriel loopt met het kleine gezelschap dat bij de onthulling aanwezig is, langs de tekeningen. Een verschil met de reeks van De Stuers is dat die van beneden naar boven loopt, die van Uriel van boven naar beneden.
Tafereel 1. De eerste twee tekeningen zijn in zwart/wit en doen denken aan die van De Stuers. Opnieuw gaat het om een kind – in dit geval een dochter – die haar ouders verlaat om in Leiden te gaan studeren. Uriel vertelt dat het een buitenlandse student is en een vrouw. Dat plaatst haar in deze tijd.
Tafereel 2. De student is afgebeeld in de tram, waar ze boek leest. Deze tekening verwijst volgens Uriel enerzijds naar Minerva, de godin van de wijsheid die is afgebeeld in het zegel van de universiteit met een boek in haar handen. Anderzijds zijn er de verlokkingen van het vrije leven, gesymboliseerd door de tram.
De eerste twee taferelen zijn gemaakt met gewassen, zwarte inkt. Uriel zette tien bakjes met water klaar en druppelde daar inkt in, in oplopende hoeveelheid, zodat hij tien zwart/grijstinten kreeg. Daar maakte hij de tekeningen mee.Tafereel 3. Dat neemt een heel andere wending. Uriel vertelde dat hij de muur voor dit tafereel zwart schilderde, maar zich toen realiseerde dat hij domweg genoeg had van het zwart/wit. Daarop liet hij zich creatief gaan; de schepping schiep zichzelf. Het werd een mozaïek van kleurige en witte aanzetten met veel reliëf, mede door de gekleurde stukjes glas die hij er ook nog op aanbracht. In het witte deel zijn een mannen- en een vrouwenhoofd te onderscheiden. ‘Ik zie er een kus in’, zegt hij. ‘Dat staat voor het lichamelijk verkennen van elkaar, wat in de studententijd ook veelvuldig gebeurt.’
Tafereel 4. In de jaren erna werd Uriel gegrepen door het begrip vrijheid. In die tijd werden in Rusland de vrouwen van Pussy Riot, een feministische, politieke punkrockband, opgepakt. Als protestactie tegen de herverkiezing van president Poetin en de verwevenheid van de seculiere Russische staat en de orthodoxe kerk, manifesteerden drie leden van de band zich tijdens een kerkdienst van de orthodoxe kerk. Dit was aanleiding voor Uriel om deze vrouwen – met gitaar - af te beelden op de muur. Het was tevens een eerbetoon aan Aliaa Elmahdy, een jonge, militante, Egyptische vrouw die uit protest tegen het strenge regime van haar land een naaktfoto van zichzelf op Twitter zette. Ze moest vanwege deze daad naar Zweden vluchten. ‘We moeten ons realiseren hoe kostbaar onze vrijheid is’, zei Uriel. ‘De uitdagingen van de vrijheid vanuit het Nederland van vandaag opwerpen, is zoals praten over de Noordpool terwijl je in de tropen zit.’
De laatste figuur in dit tafereel is een naakte vrouw met op haar bovenlichaam de tekst Bastion of Liberty. Uriel neemt hier de lijfspreuk van de universiteit erg letterlijk. Maar die is ook weer een verwijzing naar Aliaa Elmahdy, alsook naar de Dolle Mina’s. Deze kwamen in de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw op voor vrouwenrechten en demonstreerden met op hun blote buik de tekst Baas in eigen buik. Deze figuur apelleert evenzeer aan de vrijheid die de student heeft om op de universiteit zijn of haar richting naar de toekomst te bepalen.
De taferelen 3 en 4 zijn uitgevoerd in ei-tempera, waarbij eigeel de drager van de pimenten is. ‘Dat geeft heel heldere kleuren’, zegt Uriel.
Geschiedenis van vrijheid
Uit zijn toespraak bleek dat Uriel zich grondig had verdiept in de (vrijheids)geschiedenis van de Universiteit Leiden. Hij toonde aan dat het begrip vrijheid in 1574 iets anders inhield dan nu. Met vrijheid werd toen vooral bedoeld: vrij van het juk van de Spanjaarden en de katholieke kerk, zodat men vrijelijk het protestantisme kon beleven. Maar ook: vrij om de zeeën te bevaren naar Indië om daar met veel overmacht handel te drijven, en naar Afrika om er slaven te halen en door te verkopen. Uriel: ‘Vrijheid nu is gelukkig veel meer de vrijheid om de waarheid te vinden en te vertellen.’
Lang doen over een kunstwerk?
Uriel ontdekte, zo vertelde hij ook in zijn toespraak, dat hij zich in goed gezelschap bevindt als het gaat over lang werken aan één kunstwerk: Leonardo da Vinci deed zeventien jaar over de Mona Lisa en Rodin ploeterde zelfs 37 jaar op De Hellepoort. Hoe ging Otterspeer om met zijn ‘langzame’ kunstenaar? ‘Hij probeerde me steeds positief te benaderen’, vertelt Uriel. ‘Bijvoorbeeld door steeds te benadrukken dat we er een mooi feest van zouden maken als het kunstwerk klaar was.’
En dat werd het.
De tekeningen van zowel Victor de Stuers als Adam Uriel zijn meestal te bekijken als er u bij de receptie van het Academiegebouw naar vraagt. Nog beter is het om van te voren even te bellen: 071 527 12 10.
Tekst: Corine Hendriks
Fotografie: Melissa Schriek
Mail de redactie