Universiteit Leiden

nl en

Garenmarkt: verweven met de Leidse textielgeschiedenis

Van laken tot ‘saai’ en van raamvelden tot wolfabriek. Archeoloog en historicus Roos van Oosten was blij verrast door wat ze te weten kwam over de Leidse Garenmarkt. Het historisch onderzoek op de bouwplaats van de nieuwe parkeergarage, open voor publiek op 19 februari, leverde een nieuw hoofdstuk in de Leidse textielgeschiedenis op.

In 2017 werd begonnen met de bouw van een nieuwe parkeergarage in het centrum van Leiden, onder de Garenmarkt. Met ingang van 20 februari 12.00 u kan de automobilist er gebruik van maken. Naast het verplichte archeologische onderzoek op de bouwplaats werd ook een historisch onderzoek naar het plein en de omgeving uitgevoerd. Hierin nam historicus en archeoloog Roos van Oosten het voortouw.

Garenmarkt
Uitsnede uit een kaart (1581) uit een boek van Lodovico Guiccardini. Tegen de singel liggen drie percelen met ramen. Boven het rechterperceel het Garenmarktblokje. Zie onderaan deze pagina de volledige kaart.

Nieuwbouwwijkje

Het bouwblok Garenmarkt was een 15e-eeuws nieuwbouwwijkje, vertelt Van Oosten. ‘De eerste huizen verschenen aan de straat die we nu kennen als Garenmarkt, maar toen als Oosterlingplaats werd aangeduid. Huizen aan de Raamsteeg, Zijdgracht en het Levendaal volgden kort daarna. Eind 19de eeuw zijn het iets minder dan dertig panden aan de vier straatzijdes en nog een poortje waarachter de allerarmsten woonden.' De Garenmarkt was van meet af aan de chique straat, waar de panden, groot, schoon en wel gebouwd waren. De huizen in de andere drie straten waren veel gewoner. Later werd de Garenmarkt verlengd tot aan de huidige Hoefstraat.

De kaarten laten het zien en de Raamsteeg verwijst er naar: pal aan de Garenmarkt lagen zogeheten raamlanden, velden waar bewerkt Leids laken werden opgerekt en gedroogd. ‘Die raamlanden fungeerden als aanjager voor levendigheid in de buurt’, aldus Van Oosten.

Vollen

De door wevers vervaardigde wollen stoffen – het Leidse laken - werden vóór de invoering van de mechanisatie, door vollers vervilt: zwaar en smerig werk. Vollen maakte de stof stevig en waterafstotend, maar het vollen zelf, met de voeten, in volkuipen met onder meer water en urine, zorgde voor krimp. Daarom werd de stof na de bewerking buiten op ramen gespannen en zo tijdens het drogen weer opgerekt. Aan het Levendaal en aan de Zijdgracht woonden veel vollers. Zij brachten de gevolde stof naar de raamvelden.

Dr. Roos van Oosten is zowel archeoloog als historicus. Haar werk lijkt meer historisch georiënteerd. 'Dat is misschien ook wel zo, ik werk regelmatig met veel plezier samen met de Leidse historici, maar van de archeologie heb ik het ruimtelijk denken meegekregen. Daardoor heb ik bijvoorbeeld ook oog voor stadsontwikkeling.'

Van Oosten promoveerde in 2015 op De stad, het vuil en de beerput (2015). In 2016 kreeg ze een Veni-subsidie voor onderzoek naar beerputten en watervoorzieningen in een aantal Nederlandse en Belgische steden, waaronder Leiden. Dat onderzoek loopt nog.
Vóór aanvang van de bouw van de parkeergarage Garenmarkt, werd ze via via benaderd om het historisch onderzoek naar de locatie te doen; dat is een vaste component van het verplichte archeologische onderzoek dat bij dit soort projecten wordt uitgevoerd, in dit geval door het archeologisch bedrijf ADC-ArcheoProjecten. In haar werk werd Van Oosten onder anderen bijgestaan door Arti Ponsen, oud-medewerker van het Bestuursbureau van de universiteit. Zij is hoofdauteur van Het fataal evenement; de buskruitramp van Leiden in 1807 dat in 2007 uit kwam.

Lichtere stof saai

Leiden was befaamd om zijn laken, maar het was wel een erg zware stof. Van Oosten vertelt dat na het onzet van Leiden in 1574, de nadruk steeds meer kwam te liggen op andere, lichtere stoffen, waaronder het saai. Deze stof werd meegebracht door de vele vluchtelingen uit het zuiden die zich in Leiden vestigden, op de vlucht voor de Spanjaarden. Van Oosten: 'De vluchtelingen brachten vernieuwing: de kennis en de vaardigheden. Hun komst was ook de reden dat er flink bijgebouwd moest worden: de raamvelden werden in 1595 bebouwd en de ramen werden verbannen naar buiten de singels. Alleen hier en daar op een bolwerk (een ‘uitstulping’ in de Leidse gracht) was  nog plaats voor een paar ramen. Het levendige straatbeeld van vollers die met piepende kruiwagentjes onderweg naar de raamlanden waren en lakenreders die de droge, opgerekte lakens ophaalden, verdween.

Garenmarkt
Op dit schilderij van een fase uit de wolproductie uit de Lakenhal van Isaac Claesz. Swanenburg (1537-1614) is op de achtergrond waarschijnlijk de Oosterlingplaats te zien, nu de Garenmarkt. Het opgegraven huizenblok is te zien aan de linkerzijde.

In het Leidse museum De Lakenhal hangen vier schilderijen van Isaac Claesz. van Swanenburg (1537-1614) waar hij de productie van laken verbeeldt: 1) Het wassen van de vachten en het sorteren van de wol  2) Het ploten en kammen 3) Het vollen en verven (foto bovenaan) 4)  Het spinnen, het scheren van de ketting en het weven (foto hierboven).

Garenmarkt naar de Garenmarkt

In 1632 werd de garenmarkt, die altijd had plaatsgevonden op de Breestraat, verplaatst naar de Garenmarkt en werd de oude naam Oosterlingplaats vervangen door de Garenmarkt. Dat betekende opnieuw een gezellige drukte. Iets daarvan is te zien op een schilderij van de Leidse schilder Isaac Claesz. van Swanenburg (1537-1614), dat nu in de Lakenhal hangt. De achtergrond van het schilderij biedt hoogwaarschijnlijk uitzicht op de Garenmarkt. Historisch onjuist is het immense plein dat te zien is, wel historisch zijn het weeghuisje en de waterput daarvoor. Van Oosten stuitte nog op een document waarin sprake is van verbouwing van de put tot een echte waterpomp, een van de weinige openbare pompen die er waren in die tijd. Een waterpomp, waarschijnlijk niet exact hetzelde model als uit de vermelding van 1601, staat er nog steeds, op de hoek van de Garenmarkt en de Raamsteeg.

Garenmarkt
Straatbeeld vanaf de Garenmarkt. Zichtbaar is de synagoge, Levendaal 14, in 1787. De straat rechts is sinds 1922-1924 bekend als Korevaarstraat, daarvoor was hij smaller en heette hij Stinksteeg, vanaf omstreeks 1870 veranderde de naam in Jodenkerksteeg. Foto Leiden Erfgoed e.o.

Goudmijn aan 19e eeuwse bronnen

Het onderzoek van Van Oosten concentreerde zich vooral de jaren net na het beleg (1574). Over deze periode lag namelijk al veel informatie op de plank in het kader van Historisch Leiden in Kaart. Dat is een samenwerkingsproject, vertelt ze, van onder meer de universiteit en Erfgoed Leiden e.o. met als doel de geschiedenis van Leiden te digitaliseren en in plattegronden te vatten. ‘Speciaal voor het Garenmarkt-onderzoek hebben we de scope van het project opgerekt en ook de 19de eeuw erbij genomen’, vertelt Van Oosten. 'De 19de eeuw laat zich eigenlijk eenvoudiger in kaart brengen dan de eeuwen ervoor. Anders dan de 17de eeuw was er in de 19de eeuw een huisnummersysteem. Daardoor was het bijvoorbeeld mogelijk de registraties uit de patentregisters te lokaliseren. 'Iedereen die een patent, een soort vergunning om een beroep uit te oefenen, had aangeschaft werd geregistreerd met beroep, geslacht en adres. De patentbelasting die werd geheven, is vergelijkbaar met de inkomstenbelasting.' Voor Van Oosten was het register een goudmijn, aangezien er dus ook in te vinden is hoe de bewoners rond de Garenmarkt hun geld verdienden. Er waren veel winkels, je kon er melk, (koosjer) vlees, brood, fruit, alcoholhoudende dranken en tabak kopen. Er woonden timmerlui, kleermakers, schoenmakers, kooplui, marktlui en zelfs een veearts. De Garenmarkt had overigens een meer dan gemiddeld Joods karakter; aan de overkant van het Levendaal bevond zich een synagoge.

Garenmarkt
De textielfabriek van Poole werd in de jaren zestig gesloopt. Op de gevel zijn de Romeinse cijfers, aangebracht bij de bouw, nog te zien: 1840. Op de hoek de Garenmarktpomp. Foto Leiden Erfgoed

Textielfabriek Le Poole

De mix van wonen en winkels speelde zich af onder de rook van de fabriek van firma Le Poole. De zaken gingenvoor de wind. In 1840 werd een nieuw fabriekspand gerealiseerd naast het woonhuis van de familie aan de Garenmarkt. Samuel Le Poole ontwikkelde zich tot een sociaal bevlogen fabrikant. Hij vervulde een veelheid aan maatschappelijke functies, schreef artikelen over de sociale kwestie in het voorstaande tijdschrift De Economist. Mede dankzij hem, kwam ‘het kinderwetje van van Houten’ uit 1874 er. In 1936 hield het bedrijf op te bestaan. Het pand dat bij uitstek herinnerde aan de textiel, werden in de jaren zestig afgebroken, net als alle andere panden in het inmiddels verpauperde blok. Wat overbleef was een nondescript parkeer- en evenmententerrein. En nu is er dus de nieuwe ondergrondse parkeergarage Garenmarktplein. Die gaat op donderdag 20 februari om 12.00 open en biedt plaats aan 425 auto’s.

De nieuwe parkeergarage Garenmarkt is op woensdag 19 februari, de Dag van de Bouw, van 18.00 tot 21.00 u open voor publiek. Vitrines laten een selectie zien van de vele archeologische vondsten die op het terrein zijn gedaan. Archeologen lichten de vondsten toe. NB. Berichten over andere openingstijden voor publiek zijn onjuist.

Tekst: Corine Hendriks
Mail de redactie

Garenmarkt
De hele kaart van Leiden zoals opgenomen in een boek van Lodovico Guiccardini (Lowijs Guicciardijn, 1521-1589)-. De Italiaans-Nederduitse koopman schreef ook geschiedenisboeken en liet deze door anderen illustreren, onder meer met kaarten.
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.