Mensenrechten zijn als olifanten: majestueus maar bedreigd
Hoe is het gesteld met de bescherming van de mensenrechten in strafrechtelijke in immigratierechtelijke detentie, nu steeds meer partijen betrokken raken bij detentiebestuur en crimmigratie een opmars maakt? Promotie op 21 januari 2020.
'Hedendaagse mensenrechtenbescherming in strafrechtelijke en immigratierechtelijke detentie staat onder druk', zegt promovendus Patrick van Berlo. 'Enerzijds is er commodificatie gaande, wat betekent dat niet enkel soevereine staten maar ook andere private, publieke, binnen- en buitenlandse partijen betrokken worden in het bestuursnetwerk van gevangenissen en immigratiedetentiecentra. Anderzijds dienen, als een gevolg van crimmigratie-ontwikkelingen, detentieomgevingen in toenemende mate doeleinden om nieuwe ideeën over wie tot de samenleving behoort te bewerkstelligen.'
Deze ontwikkelingen vragen veel van de rechtsverhouding waarop mensenrechtenwetgeving is gebaseerd. Van Berlo onderzoekt in zijn proefschrift in hoeverre mensenrechten als een beschermingskader relevant blijven met de huidige globalisering, gekenmerkt door ontwikkelingen als commodificatie en crimmigratie. Daarbij worden mensenrechten vergeleken met olifanten: beide majestueus maar bedreigd. Deze metafoor loopt als een rode draad door het boek.
Uitdagingen
Het proefschrift bestaat uit drie delen. Het eerste deel beschrijft de ontwikkelingen van commodificatie en crimmigratie en zet uiteen hoe deze trends een uitdaging vormen voor mensenrechtenwetgeving. In het daaropvolgende deel volgt een analyse van hoe mensenrechtenwetgeving deze uitdagingen al dan niet heeft ondergebracht als coherent onderdeel van haar juridische systematiek. Door te laten zien hoe wetgeving tegelijkertijd trouw aan doctrinaire uitgangspunten én veerkrachtig ten opzichte van globaliseringsontwikkelingen moet zijn, wordt een duidelijk spanningsveld blootgelegd. De juridische impasse die daaruit voortvloeit, wordt vanuit sociaalwetenschappelijk oogpunt nader bestudeerd in het derde deel. Daarin wordt voorbij de grenzen van het juridische domein gekeken om de beschermingswaarde van mensenrechten meer holistisch uit te leggen.
Naast een analyse op macroniveau bevat ieder deel ook een analyse van twee casestudy’s: het Australisch-Nauruaanse immigratiedetentiecentrum RPC Nauru, waarvoor de onderzoeker in Australië onderzoek deed, en de Noors-Nederlandse gevangenis PI Norgerhaven. Door in te zoomen op deze gevallen wordt de problematiek die centraal staat in dit proefschrift steeds geïllustreerd. De analyses zijn gebaseerd op jurisprudentieonderzoek, literatuur- en documentonderzoek en kwalitatieve interviews met bijna vijftig respondenten.
Patrick van Berlo won tijdens het schrijven van zijn proefschrift tweemaal een Meijersprijs voor delen van zijn onderzoek: in 2017 voor het artikel The Protection of Asylum Seekers in Australian-Pacific Offshore Processing: The Legal Deficit of Human Rights in a Nodal Reality en ik 2018 voor het artikel Mensenrechten en de uitbesteding van vrijheidsbeneming. Van blinde vlek tot vergezicht.
Interdisciplinaire samenwerking
Een kernconclusie van het onderzoek is dat het beschermingspotentieel van mensenrechtenwetgeving weliswaar beknot wordt als een gevolg van globaliseringsontwikkelingen, maar dat de oplossing daarvoor niet alleen gezocht moet worden in de vorm van meer of minder wetgeving. In plaats daarvan zou mensenrechtenbescherming beschouwd moeten worden als een meer holistisch mensenrechtenbegrip, waarbij benadrukt wordt dat mensenrechten op verschillende manieren ten uitvoer kunnen worden gebracht.
Van Berlo geeft dit vorm door een multidimensionaal analytisch kader voor te stellen waarin mensenrechten als recht, moraliteit, protest en taal worden verenigd. Daarmee vormt het proefschrift een oproep tot interdisciplinaire samenwerking, waarbij het uitgangspunt is dat mensenrechtenbescherming afhangt van een oprechte en breed gedeelde overtuiging dat mensenrechten ertoe doen.
Bijzonder veldwerk in Australië
Patrick van Berlo is de derde promovendus op rij begeleid door het duo prof.dr. Van der Leun (Criminologie) en prof.dr.mr. Van der Woude (Van Vollenhoven Instituut) met een gecombineerd juridisch en empirisch onderzoek naar het begrip crimmigratie. Van Berlo analyseert het begrip crimmigratie door een mensenrechtelijke lens en stelt zich de vraag of de vervlechting van het strafrecht en migratierecht onder bepaalde omstandigheden niet juist wenselijk is bezien vanuit dit perspectief. Het proefschrift stoelt naast een een grondige juridische analyse eveneens op een bijzondere analyse van empirisch veldwerk uitgevoerd in Australië, alwaar Van Berlo de situatie op het eiland Nauru heeft onderzocht. Dit eiland dient als een offshore vreemdelingenbewaring locatie voor Australië. Het proefschrift bevat daarmee unieke data inzake de situatie op Nauru en schijnt vanwege de gekozen insteek eveneens op een unieke wijze licht op lopende wetenschappelijke discussies over crimmigratie.
Tekst: Floris van den Driesche
Mail de redactie