Erwin Dijkstra bij rondetafelgesprek over positie (jong)gehandicapten in de wet
Donderdag 23 januari 2020 nam docent en onderzoeker Erwin Dijkstra deel aan een rondetafelgesprek, dat was georganiseerd door het College voor de Rechten van de Mens in het kader van een adviesronde met betrekking tot de positie van (jong)gehandicapten in Nederland.
Op de agenda stond onder andere de houdbaarheid van de voorgenomen en aanstaande wijzigingen van de Wajong en de Participatiewet in het licht van de verplichtingen die Nederland op zich heeft genomen bij het tekenen van het VN-gehandicaptenverdrag. Ook was er de mogelijkheid om van gedachten te wisselen over de geschiedenis van het socialezekerheidsstelsel met betrekking tot (jong)gehandicapten.
'In mijn rol van rechtswetenschapper bestudeer ik de houdbaarheid van de aannames die de wetgever hanteert bij het maken van anti-discriminatiewetgeving', vertelt Dijkstra. 'De wetgeving die (jong)gehandicapten hun bestaanszekerheid verschaft, is in dit kader erg interessant. De Wajong en de Participatiewet richten zich sterk op de weg naar werk op de reguliere arbeidsmarkt en een grotere afhankelijkheid van het persoonlijke netwerk in plaats van de staat. Als we de empirische gegevens, die verzameld zijn door het SCP, het CPB en diverse journalisten, erbij pakken zien we echter dat (jong)gehandicapten, die volgens het UWV kunnen werken, vaak alsnog op de bank zitten en dat het persoonlijke netwerk van deze groep vaak tekortschiet omdat dit kleiner is en minder draagkracht heeft dan het netwerk van de gemiddelde Nederlander. Daarnaast is de ongelijke situatie tussen jonggehandicapten die voor 2015 de Wajong instroomden en de vergelijkbare gevallen die - omdat zij later geboren zijn - onder het strengere regime van de Participatiewet vallen, belangrijk om te overdenken.'
Het onderwerp raakt ook zijn vak als docent, zegt Dijkstra. 'De accommodatie van (jong)gehandicapten is ook een belangrijk onderwerp voor het universitair onderwijs. Onze studentenpopulatie wordt steeds diverser en dit vraagt om een aanpak die deze diversiteit weerspiegelt. Als docent probeer ik mij dan ook altijd af te vragen hoe ik de kwetsbaarheden van alle studenten kan faciliteren in mijn onderwijs. Zo wordt mijn onderzoek - dat bij tijd en wijle vrij abstract kan zijn - ineens heel praktisch inzetbaar.'
Erwin Dijkstra (links) bij het rondetafelgesprek