Na de tsunami: hoe Atjeh het leven weer oppakte
Op tweede kerstdag is het precies 15 jaar geleden dat een vernietigende tsunami grote kustgebieden in Azië en Oost-Afrika overspoelde. Met meer dan 170.000 doden werd de Indonesische provincie Atjeh het zwaarst getroffen. De overlevenden pakten opmerkelijk veerkrachtig hun leven weer op. Antropoloog Annemarie Samuels ging in Atjeh wonen en schreef er een boek over.
Terug naar die rampzalige dag, 26 december 2004. Een ongekend zware zeebeving vindt plaats in de Indische Oceaan. Huizenhoge vloedgolven teisteren dertien landen in Azië en Afrika en meer dan 230.000 mensen vinden de dood door verdrinking of ingestort puin. De Indonesische provincie Atjeh op het eiland Sumatra ligt op 160 kilometer afstand het dichtst bij het epicentrum. Minutenlang voelen de Indonesiërs de aarde hevig trillen. Sommige kustbewoners lopen naar de zee omdat die zo raar doet: ze trekt zich terug. Om even later in een tien meter hoge vloedgolf terug te keren en alles op haar pad te vernietigen. Samuels boek ‘After the Tsunami’ is een bewerking van haar proefschrift uit 2012 en ze vulde het aan met nieuw onderzoek.
Wat is de invalshoek van het boek?
‘Het boek vertelt verhalen over de wederopbouw, vanuit het perspectief van de overlevenden. In 2007 ging ik voor het eerst een half jaar in Atjeh wonen. De meeste vervangende huizen waren toen net klaar waren en de eerste gezinnen keerden weer terug. Het was het moment dat de hele sociale structuur opnieuw werd opgebouwd. Ik woonde bij een gastgezin in een dorp dat door de tsunami volledig was weggevaagd. Dankzij eerder onderzoek in Yogyakarta sprak ik al Indonesisch. In interviews vertelden mensen op welke manier de ramp hen had geraakt. Daarnaast deed ik heel veel participerende observatie: hoe ziet het dagelijks leven eruit en wat komt er op de mensen af? Daarna kwam ik ieder jaar terug om de bewoners te volgen en uiteindelijk woonde ik er nog een jaar in 2013 - 2014.’
Wilden de mensen wel openlijk praten over de ramp?
‘Ja, de meesten wilden dat juist. Ze zeiden tegen me: neem jij het verhaal maar mee naar Nederland. Overal waar ik kwam, bijvoorbeeld in koffiehuisjes of in de bus, hoorde je mensen aan elkaar vragen: waar was jij tijdens de ramp? Hele dorpen waren weggevaagd en meer dan de helft van de hoofdstad Banda Atjeh was volledig verwoest. Ik heb allerlei mensen gesproken, vrouwen, mannen, vissers, ambtenaren enzovoort. Ze vertelden vaak heel beeldend en met hun hele lichaam het verhaal: hoe de gigantische vloedgolf er opeens aankwam en hoe ze hun dierbaren kwijtraakten. Zo vertelde een man dat hij bij de eerst golf zijn vrouw verloor en nog wel hun dochter boven zijn hoofd kon houden maar dat hij haar bij de tweede golf moest loslaten.’
Wat viel op in al die verhalen?
‘Dat veel mensen hun ervaringen koppelden aan een publiek verhaal zoals: Atjehers zijn sterk en gelovig. Natuurlijk is dat ook door leiders uitgedragen. Maar ook vóór de tsunami koesterden Atjehers al hun imago als de vroomste mensen van Indonesië. Dat zit erin, ze zeggen het niet alleen voor de bühne.’
Wat voor stemming trof u aan in 2007?
‘Er was natuurlijk nog veel verdriet maar mensen waren over het algemeen optimistisch over de toekomst. In een land als Nederland zou het waarschijnlijk veel meer gaan over de schuldvraag, waarom er geen waarschuwingssysteem was voor tsunami’s. Maar in Atjeh was dat dus heel anders. Het is altijd een turbulent gebied geweest met de erfenis van een grote koloniale oorlog en een gewelddadige burgeroorlog in de jaren voor 2004. Mede door de tsunami kwam er een einde aan de burgeroorlog. In 2007 waren nog veel Indonesische en buitenlandse hulporganisaties aanwezig. De wereld ziet ons nu, dacht men. Ze zagen het als een nieuw begin en interpreteerden de tsunami grotendeels vanuit een religieus perspectief.’
Op welke manier?
‘De islam speelt een grote rol in Atjeh en veel bewoners beschouwen de tsunami als een door God gegeven ramp. Mensen zeiden tegen mij: de tsunami kwam om de burgeroorlog op te lossen. Sommige islamitische leiders stelden dat het een straf was voor Atjeh. Maar de meeste Atjehers zagen het als een teken van Gods liefde. Om hen, met het oog op het hiernamaals, een kans te geven de wereld beter in te richten. Mensen waren dus enerzijds verdrietig maar ook heel veerkrachtig. Veel mannen en vrouwen die hun gezin hadden verloren, waren na een jaar weer hertrouwd.’
‘Na de tsunami is de Sharia, de islamitische wetgeving geïmplementeerd in dit gebied. Deze was al in 2001 toegestaan maar na 2004 is dat proces versneld. Vanuit het idee om de samenleving te verbeteren. Maar daar verschillen de meningen over. Critici stellen dat arme mensen, vrouwen en LGBT-mensen er niet op vooruit zijn gegaan door de invoering van de Sharia en dat corrupte mensen juist buiten schot blijven.
In 2007 vertrokken de hulporganisaties. Hoe gaat het nu in Atjeh?
‘Er was heel veel geïnvesteerd in de infrastructuur en in huizen. Maar veel minder in de economische wederopbouw. Bewoners merkten op: ik heb wel een huis maar die kan ik niet eten. Ik zag dat mensen teleurgesteld raakten omdat de corruptie door bleek te gaan. Ook bleef de werkloosheid en armoede en dat verwijten ze vooral de Indonesische overheid. We zien wel dat Atjeh, mede door die nieuwe infrastructuur, veel meer dan vroeger ontsloten is. Daarom komen sinds de tsunami er meer toeristen, met name uit buurlanden zoals Maleisië. Er is zelfs een Tsunami Heritage Trail en je kunt een toer maken langs de massagraven.’
Tekst: Linda van Putten
Mail de redactie
Op vrijdag 20 december wordt op de herdenkingsbijeekomst 'Atjeh: 15 jaar na de tsunami' het boek van Annemarie Samuels gepresenteerd. Ook geeft onderzoeker Reza Idria, afkomstig uit Banda Atjeh, een lezing. Idria is promovendus aan Harvard University en doet eveneens onderzoek naar de impact van de tsunami. Tijd: 15.00 – 17.00 uur. Na afloop is er een borrel. Locatie: Room 1A01, faculteit Sociale Wetenschappen, Wassenaarseweg 52 Leiden. Meld u s.v.p. aan bij a.samuels@fsw.leidenuniv.nl als u de bijeenkomst wil bijwonen.