Campusboulevard versterkt Haagse ambities als kennisstad
Den Haag krijgt een nieuwe Campusboulevard waardoor de Universiteit Leiden haar positie in de stad kan versterken. Dat besluit werd op 13 december genomen door het Haagse college van burgemeester en wethouders.
De Campusboulevard komt te liggen tussen het Prins Bernhardviaduct en de Schedeldoekshaven. De boulevard is een aanvulling op de reeds bestaande Policy Campus, het gebied rondom het centraal station. Zowel de Rijksoverheid als de Universiteit Leiden zoeken in dat gebied momenteel naar extra ruimte.
Innovatief kenniscluster
Het gebied is momenteel nog vrij somber en stenig, met veel asfalt, geparkeerde auto’s en doorgaand verkeer. Straks komt er meer groen, woningen, kantoren en een buitenruimte waar voetgangers centraal staan. Uiteindelijk moet het een innovatief kenniscluster worden waarin overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven hun krachten bundelen.
Hart van de stad
Dat is goed nieuws, meent Erwin Muller, bestuurder van de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. ‘Deze gebiedsagenda stelt de Campus in staat om haar onderzoek, onderwijs op één centrale plek in het hart van de stad nog verder te ontplooien en zo bij te dragen aan innovatie, levendigheid en de ontwikkeling van Den Haag als kennisstad.’
Samenwerking
De Haagse wethouder Boudewijn Revis (Stadsontwikkeling) ziet grote kansen. ‘Doordat overheid en universiteit zich dichterbij elkaar vestigen, wordt de samenwerking en kracht van beiden groter. Den Haag wordt niet alleen een ambtenarenstad maar ook een universiteitsstad. Een combinatie waar we trots op mogen zijn.’
Startups, studenten, ondernemers en bewoners
‘Het is goed dat we ruimte geven aan groei van meer onderwijs in een gebied waar we ons richten op ontmoeten in Den Haag,’ zegt zijn collega Saskia Bruines (wethouder Onderwijs). ‘Op de Campusboulevard treden delen van de ministeries naar buiten en werken we nauw samen in een gezamenlijke omgeving. Het draait hier om samenwerking en verbinding met de stad voor startups, studenten, ondernemers en bewoners.’