Ionica Smeets: ‘Een op de zes columns is voor de échte nerd’
Hoogleraar Ionica Smeets schrijft al tien jaar lang wiskundecolumns voor De Volkskrant. In haar nieuwste boek Superlogisch bundelt ze de beste stukken van het afgelopen decennium. Tijd om de balans op te maken.
Gefeliciteerd, tien jaar alweer! Lang niet alle columnisten houden het zo lang vol.
‘Ik had het zelf ook niet meteen verwacht. Ik ben in 2009 begonnen, in eerste instantie samen met Jeanine Daems als De Wiskundemeisjes. Direct bij binnenkomst werd duidelijk gemaakt dat we een halfjaar op proef waren, en dat we er maar niet vanuit moesten gaan dat we verlenging zouden krijgen. Maar dat gebeurde wel, en zo rolde ik de laatste jaren van plek naar plek binnen de krant. Inmiddels schrijf ik alweer een jaar of zes een wekelijkse column onder de naam: Ionica ziet een getal. Nog ieder halfjaar krijg ik een telefoontje van mijn chef of de column door kan gaan, en elke keer vrees ik dat het zomaar eens voorbij kan zijn.’
Wat is het succes van uw column? Wiskunde lijkt me niet het gemakkelijkste onderwerp om over te schrijven.
‘Ik denk dat ik een goede balans heb gevonden in welke doelgroepen ik wil bereiken. Slechts een op de zes columns is voor de échte nerd: denk aan een ingewikkeld wiskundig raadsel waarover lezers kunnen meedenken. Andere keren gaan mijn columns juist over de actualiteit, want ik weet dat de krantenredactie dat fijn vindt. Dan geef ik bijvoorbeeld mijn mening over de overheidsfinanciering van de wetenschap. En soms houd ik het veel dichter bij huis, dan geef ik aan de hand van een grappig voorval een kijkje in mijn eigen leven. Bijvoorbeeld toen ik erachter kwam dat mijn oude postzegelverzameling in waarde was verdubbeld.’
Uw beste columns zijn nu gebundeld in Superlogisch. Wat hebben die columns met elkaar gemeen?
‘Ze onderzoeken allemaal hoe we met getallen naar de wereld kijken. Een zekere kennis van wiskunde is namelijk hartstikke handig als je allerlei ingewikkelde maatschappelijke zaken wil begrijpen, bijvoorbeeld hoe je de miljoenennota moet lezen. Waar mijn vorige boeken vaak de wiskunde bejubelden, kun je dit boek eerder als een waarschuwing zien. Wees voorbereid, laat je niet door gegoochel met cijfers in de maling nemen. Ik hoop dat lezers voortaan opveren als ze lezen dat het gemiddeld goed gaat of dat iets 3 keer zo groot wordt. Wat zeggen dit soort beweringen nu eigenlijk?’
U heeft een drukke baan als hoogleraar Wetenschapscommunicatie. Waarom dan toch nog dit bijbaantje?
‘Ik houd van de snelheid waarmee het allemaal gebeurt. Op maandagavond na het avondeten ga ik na mijn laatste hap direct naar zolder, en dan weten mijn man en kinderen dat ze me even met rust moeten laten omdat ik een column schrijf. De dagen daarop krijg ik commentaar op mijn stuk van Tonie Mudde, chef Wetenschap bij De Volkskrant. En op zaterdag staat het in de krant en krijg je direct reacties van lezers. Dat is heel wat anders dan in de wetenschap. Daar zitten er meestal jaren tussen een eerste idee en de uiteindelijk publicatie in een vakblad. Ik hou van de wetenschap, maar waardeer ook de snelheid van een column.’
Hoe zijn uw banen als hoogleraar en als columnist met elkaar verweven?
‘Ik houd deze werkzaamheden gescheiden, daarom schrijf ik de columns altijd in mijn vrije tijd. Wel merk ik dat ze elkaar op een positieve manier beïnvloeden. Zo krijg ik ontzettend veel leuke tips van mijn lezers, en dat is een wijze les voor een hoogleraar Wetenschapscommunicatie: goede communicatie bestaat uit meer dan alleen zenden. Andersom haal ik ook veel inspiratie voor mijn columns uit mijn werk aan de universiteit. Zo schreef ik een keer hoe wonderlijk het is dat er zoveel grootouders overlijden vlak voordat mijn studenten tentamen moeten maken. Slechts een of twee keer per jaar komt het voor dat ik écht geen column kan bedenken, vaak omdat het te druk is op de universiteit. “Onze vaste columnist Ionica Smeets is op vakantie”, laat redactiechef Mudde dan in de krant zetten. Als de druk eraf is, dan komen de ideeën vanzelf wel weer.’
Wat is de allereerste regel die u iedere aspirant-columnist wil meegeven?
‘De eerste alinea is het belangrijkst! Je moet je lezer naar binnen zuigen, duidelijk maken waarom diegene verder moet lezen. Dat kun je alleen doen door spannend te openen. Je kunt weer gaan experimenteren als je eenmaal wat naamsbekendheid hebt als columnist, want dan weten je lezers dat de column wel weer op zijn pootjes terecht komt. Laatst heb ik mijn lezers bijvoorbeeld rekenhuiswerk meegegeven, en binnenkort wil ik een column schrijven in spreekbeurtvorm. Dat is het leuke aan columns. Je kunt abstracte dingen uitleggen én domme grapjes maken. Geweldig toch?
Tekst: Merijn van Nuland
Mail de redactie
Win een exemplaar!
Wil je een exemplaar winnen van Superlogisch, het nieuwe boek van Ionica Smeets? Dat kan! We mogen drie exemplaren verloten. Vul uiterlijk dinsdag 16 december deze korte enquête in, en wie weet ben jij een van de gelukkigen.