‘Overheid moet bepaalde dieren grondrechten geven’
Rechtszaken die gevoerd worden namens apen en dieren die verhongeren voor een ecologisch project. Wat is eigenlijk de positie van dieren in onze rechtsstaat? En wat zou daaraan moeten veranderen? Promovenda Janneke Vink verdedigt op 10 oktober 2019 haar proefschrift.
De positie van het dier in het recht is een mateloos interessant onderwerp, maar toch komt het slechts zijlings aan bod in rechtenstudies, zegt Vink. 'Toen ik studeerde, werd bij goederenrecht tussen neus en lippen door gezegd dat dieren zaken zijn, net als tafels en huizen. Inmiddels zijn ze volgens het Burgerlijk Wetboek geen zaken meer, maar wat dat precies inhoudt, blijft onduidelijk. Er wordt voortdurend gezegd dat wij mensenrechten hebben vanwege ons mens-zijn. Waarom zijn mensen eigenlijk de enige rechtssubjecten, terwijl dieren goed beschouwd toch echt meer op mensen lijken dan op tafels en huizen? Sterker: goed beschouwd zijn mensen dieren.'
Bovendien wordt nogal eens geclaimd dat onze omgang met dieren het grootste onrecht van de moderne tijd is, zegt Vink. 'Dat zou ook iedere jurist moeten prikkelen: recht is er niet om onrecht te doen. Als er waarheid in die claim zit, dan is dat een groot probleem voor het recht, dat immers deze omgang met dieren faciliteert.' Naar aanleiding van deze nieuwsgierigheid besloot Vink onderzoek te doen naar de positie van het dier in de democratische rechtsstaat. Het onderwerp staat momenteel flink in de maatschappelijke belangstelling. 'Dieren verhongeren en plein public in de Oostvaardersplassen omdat ze worden ingezet voor ecologische projecten en dierenactivisten overtreden de wet. Er zijn aanhoudend misstanden in de veehouderij en er worden rechtszaken gevoerd namens apen.' Dat laatste voorbeeld verwijst naar een aantal Amerikaanse rechtszaken waarin een dierenrechtenorganisatie probeert rechters te verleiden om de 'eisende' chimpansees het recht op lichamelijke integriteit toe te kennen.
Individuen met belangen
In het kort gaat het onderzoek van Vink over de vraag of de overheid een verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van dieren en zo ja, hoe die verantwoordelijkheid weerslag zou kunnen hebben in de instituten. Het proefschrift begint met een democratische theorie die aansluit bij de principes die nu de basis vormen van de democratische rechtsstaat. 'Daaraan voeg ik het wetenschappelijke feit toe dat dieren individuen zijn met bepaalde belangen, wat lange tijd simpelweg genegeerd is in de politieke en rechtsfilosofie. Uit die 'intersoortelijke' democratische theorie rolt vervolgens dat overheden van democratische rechtsstaten de belangen van 'sentiële' dieren op hun grondgebied serieus zouden moeten nemen.'
Wat zijn sentiënte dieren?
‘Sentiënt wordt uitgelegd als de eigenschap van het hebben van bewustzijn en gevoel’, zegt Vink. ‘Maar vraag een filosoof wat ‘bewustzijn’ precies is en je eindigt met meer vragen dan antwoorden. Waar het om gaat, is dat een individu (mens of andere diersoort) zijn welbevinden kan ervaren. Dit verklaart waarom je ethisch gezien wel tegen een tafel of boom zou mogen schoppen en niet tegen een varken. Als wij rechtvaardig recht willen, dan moet dat onderscheid doorwerken in het recht: een tafel of boom heeft geen baat bij grondrechtelijke bescherming tegen marteling; een sentiënt dier (dus ook de mens) wel. Wij mensen doen graag alsof wij heel anders zijn dan andere dieren, maar als het gaat om de aspecten die in het recht van fundamenteel belang zijn, vertonen wij juist grote overeenkomsten. Het is tijd dat ook in rechte te erkennen. Maar welke diersoorten nu precies sentiënt zijn, is een vraag die ver buiten de grenzen van de politieke en rechtsfilosofie ligt en waarop natuurwetenschappers gelukkig doorlopend antwoorden formuleren.'
Vink stelt, op basis van die 'intersoortelijke' theorie, een aantal criteria op waar een democratische rechtsstaat aan zou moeten voldoen als het gaat om de positie van dieren. 'Als wij de huidige democratische rechtsstaat langs die lat leggen, blijkt dat er nogal wat tekortkomingen zijn. Er is voor dieren geen enkele garantie dat hun belangen in overweging worden genomen door de overheid en de rechtsbescherming die zij hebben is ambigu en onzeker. Voor handhaving van dierenwelzijnsnormen zijn dieren volledig afhankelijk van tal van onzekere factoren: budgettering, een goede menselijke inborst en ga zo maar door.'
In een democratische rechtsstaat zou je verwachten dat de meest fundamentele belangen van individuen verzekerde bescherming genieten, maar de fundamentele belangen van niet-menselijke dieren staan permanent op de tocht. De onderzoekster behandelt een aantal politieke en juridische opties om deze situatie te verbeteren, zoals het toekennen van vaste zetels in het parlement aan dierenvertegenwoordigers, het instellen van een extraparlementaire commissie voor dieraangelegenheden, maar ook om dierenwelzijn in de Grondwet op te nemen en om dieren grondrechten toe te kennen. Deze juridische opties genieten volgens Vink de voorkeur.
Dierenwelzijn als staatsdoelstelling
Vink komt in haar proefschrift tot de volgende conclusies: overheden van democratische rechtsstaten hebben een verantwoordelijkheid om de belangen van sentiënte dieren op hun grondgebied in overweging te nemen. Doen zij dat niet, dan ondermijnen zij de politieke principes en rechtsbeginselen die ten grondslag liggen aan de democratische rechtsstaat en ondergraven daarmee op lange termijn hun eigen geloofwaardigheid. De beste manier waarop de positie van dieren op de lange termijn vormgegeven zou kunnen worden is met bepaalde grondrechten voor bepaalde dieren. Op korte termijn is het invoeren van dierenrechten echter onwenselijk en ligt het grondwettelijk opnemen van dierenwelzijn als staatsdoelstelling meer voor de hand. Ze verwijst daarbij naar landen die zulke constitutionele bepalingen al hebben, zoals Duitsland en Zwitserland.
Vinks onderzoek trekt aandacht in zowel binnen- als buitenland. Onlangs sprak ze op het Binnenhof over het nieuwe wetsvoorstel aangaande het afschaffen van de onverdoofde rituele slacht. 'En onlangs heb ik ook in het Belgische Parlement advies uitgebracht over een wetsvoorstel om dierenwelzijn in de Grondwet op te nemen.'
Tekst: Floris van den Driesche
Mail de redactie