Talentenkracht: Exploratie en denkkracht stimuleren
Naarmate kinderen in de schoolse leeftijd komen, worden ze steeds zelfstandiger. De interacties die kinderen hebben met hun ouders, hebben een belangrijke invloed op deze ontwikkeling. Het promotieonderzoek van orthopedagoog Andrea Spruijt suggereert dat adaptief ouderlijk gedrag gerelateerd is aan verbeterde neurocognitieve vaardigheden bij kinderen tijdens de eerste schooljaren. Ouders kunnen bovendien leren om deze vaardigheden te stimuleren door de interacties met hun kind aan te passen. Promotie 25 september.
Passend ouderlijk gedrag tijdens ouder-kind interacties beïnvloedt de ontwikkeling van aandacht, executieve functies, sociale cognitie en redeneervermogen. Deze functies maken een belangrijke ontwikkeling door tijdens de eerste schooljaren en spelen een grote rol in het dagelijks functioneren, schoolse vaardigheden en een succesvolle loopbaan. Ouders passen gaandeweg de manier van interacteren met hun kind aan om de ontwikkeling te stimuleren. Het kind is hierin overigens leidend. Maar hoe creëer je thuis een uitdagende speel- en leeromgeving waarbij precies die hersenfuncties worden geprikkeld die leren gemakkelijker maken?
Veel onderzoeken naar ouder-kind interacties richtten zich voornamelijk op de ontwikkeling van kinderen in de baby- en peuterleeftijd en niet op de periode die daarop volgt. Daarom wilde Spruijt meer weten over de relatie tussen ouder-kind interacties en neurocognitieve ontwikkeling bij kinderen in de schoolse leeftijd.
Ontwikkeling van het neurocognitief functioneren
“Dit promotieonderzoek is erop gericht meer inzicht te geven in de aard van de relaties tussen ouder-kind-interactie en de ontwikkeling van de neurocognitieve functies onderliggend aan doelgericht en sociaal adaptief gedrag bij vier- tot achtjarige kinderen. Daarnaast hebben we onderzocht of een compact educatief ouderprogramma ertoe leidt dat ouders de interacties met hun kinderen aanpassen en of dit vervolgens van invloed is op de ontwikkeling van het neurocognitief functioneren bij hun kind.”, aldus Spruijt.
Zij wilde achterhalen of ouders onderwezen kunnen worden om de dagelijkse interactie met hun kind op zo’n manier aan te passen dat ze een optimale leeromgeving voor neurocognitieve ontwikkeling creëren, bijvoorbeeld door het stimuleren van exploratie en het stellen van uitdagende vragen. Na het volgen van de cursus bleken ouders bewuster om te gaan met het stimuleren van het ‘zelf denken en doen’ van hun kind, door meer uitdagende vragen te stellen en sensitiever te reageren. Bovendien verbeterde hierdoor het redeneervermogen van hun kinderen.
Verbeteringen in ouder-kind interacties
“Veel interventies zijn gericht op hoog-risico gezinnen, klinische groepen of kinderen die uitvallen op deze vaardigheden. Ik wilde graag de positieve kant belichten: kunnen kinderen worden uitgedaagd om het beste uit zichzelf naar boven te halen? Zelfs kleine veranderingen in de ontwikkeling op de kinderleeftijd kunnen grote effecten teweeg brengen op latere leeftijd, waardoor verbeteringen in ouder-kind interacties wellicht op termijn van grote waarde kunnen zijn.”
De bevindingen uit dit onderzoek bieden meer inzicht in het belang van de ouder-kind interactie voor de ontwikkeling van neurocognitieve functies in de vroegschoolse leeftijd en bieden aanknopingspunten om deze te stimuleren middels een compact educatief ouderprogramma dat via de school kan worden aangeboden. Voordelen van een dergelijk programma zijn onder andere de brede inzetbaarheid en een hogere kosteneffectiviteit dan bijvoorbeeld intensievere interventies die gebruikmaken van huisbezoeken.
Over Talentenkracht
Het Talentenkracht Centrum Leiden doet onder andere onderzoek naar exploreren en onderzoekend leren in relatie tot nieuwsgierigheid en de manier waarop jonge kinderen hun eigen gedrag en emoties (leren) reguleren.
Het centrum wil meer begrijpen over hoe kinderen steeds beter de kapitein van hun eigen brein worden. Lees meer ››